To the English Egodocument site

Edities op komst

 

 

Reeks egodocumenten

Reeks Egodocumenten, Uitgeverij Verloren, Hilversum

Redactie R.M. Dekker en G..J. Johannes

Het doel van de reeks Egodocumenten, die gesubsidieerd wordt door het Prins Bernhard Fonds, is het beschikbaar maken van autobiografien, dagboeken, brieven, reisjournalen en dergelijke uit de zeventiende, achttiende en negentiende eeuw voor een breder publiek. De gekozen teksten zijn merendeels zo leesbaar geschreven, dat ze, met een goede inleiding en annotatie, voor elke belangstellende toegankelijk zijn. De uitgaven geschieden volgens wetenschappelijke normen, zodat ze ook bruikbaar zijn voor historisch en letterkundig onderzoek.

1. F.L. Kersteman, De Bredasche heldinne.

Editie R. Dekker, G.J. Johannes, L.C. van de Pol. 1988, 107 blz., ingenaaid, isbn 90-6550-105-3, €13,–.

F.L. Kersteman, De Bredasche heldinne Aan een jarenlang leven als man onder de naam Jan van Ant, aan een militaire loopbaan en een huwelijk met een officiersdochter kwam een einde toen in 1851 ontdekt werd, dat Jan een vrouw was en eigenlijk Maria van Antwerpen heette. Haar levensverhaal werd opgetekend door een tijdgenoot, de jurist F.L. Kersteman. Daarnaast bevat De Bredasche heldinne de antwoorden die Maria de rechter gaf na haar tweede arrestatie in 1679. Een vergelijking tussen deze zes rechterlijke verhoren en de literaire biografie van Kersteman belicht de verhouding tussen literatuur en leven in de achttiende eeuw.

2. Het dagboek van Magdalena van Schinne (1786-1795; 1796-1805).

Inleiding en vertaling door Anje Dik. 1990, 189 blz., ingenaaid, isbn 90-6550-332-3, €21,–.

Het dagboek van Magdalena van Schinne Magdalena van Schinne, geboren in 1672 uit een koopmans- en regentengeslacht, vertelt in haar (Franstalige) brieven (1786-1795) en dagboek (1796-1805) veel over haar dagelijkse, door geldnood geteisterde leven. Ze schrijft echter ook over de verhouding tussen man en vrouw en de boeken die ze las. Haar dagboeken vormen een bijzonder egodocument. Niet alleen vanwege de tijd (Franse en Bataafse revoluties) waarin ze geschreven werden en het feit dat de auteur een vrouw is, maar vooral vanwege de openhartige en directe wijze waarop Magdalena over zichzelf schrijft.

3. David Beck, Spiegel van mijn leven.

Een Haags dagboek uit 1624. Editie Sv.E. Veldhuijzen. 1993, 291 blz., ingenaaid, isbn 90-6550-113-4, €25,–.

David Beck, Spiegel van mijn leven. Nauwgezet, zonder ook maar één dag over te slaan, noteerde de Haagse schoolmeester Beck (1594-1634) gedurende het gehele jaar 1624 zijn bezigheden: de bezoeken die hij aflegde, de lessen die hij gaf, zijn wandelingen in en rond Den Haag, de kerkdiensten die hij bijwoonde en zelfs zijn maaltijden. Maar ook zijn innerlijk leven en zijn dromen worden beschreven. Spiegel van mijn leven is het eerste (Nederlandse) dagboek waarin we een dichter aan het werk zien. De gedichten waarover Beck schrijft, zijn als bijlage opgenomen in deze editie van zijn dagboek.



4. Alexander van Goltstein, De vertrouwde van mijn hart.

Het dagboek van Alexander van Goltstein (1801-1808). Editie Jurgen Limonard. 1994, 137 blz., ingenaaid, geïllustreerd, isbn 90-6550-116-9, €14,–.

Alexander van Goltstein, De vertrouwde van mijn hart. In 1801 begon de 16-jarige Utrechtse student Alexander van Goltstein een dagboek bij te houden. Hij schreef onder meer over de moeizame relatie met zijn ouders, de problemen rond zijn studie en zijn beroepskeuze, zijn seksuele problemen, zijn breuk met het geloof, zijn gevoelens van eenzaamheid en de rol die zijn dagboek in zijn leven speelde. Bij het zoeken naar een eigen identiteit ging Alexander vooral te rade bij de literatuur. Zijn dagboek is een vroeg voorbeeld van een ‘journal intime’, geschreven door een adolescent in een periode waarin de leeftijdsfase van de adolescentie een nieuwe inhoud kreeg.


5. Dirck Jansz., Het aantekeningenboek.

Uitgegeven door P. Gerbenzon, met inleidingen van J.A. Faber, K. Fokkema, P. Gerbenzon en met registers van A. Vellema en P. Gerbenzon en een woordenlijst van K. Fokkema. 1993, 218 blz., ingenaaid, geïllustreerd, isbn 90-6550-117-7, €23,–.

Dirck Jansz, Het aantekeningenboek Het aantekeningenboek van Dirck Jansz. over de jaren 1604-1636 is een van de oudste egodocumenten geschreven door een vertegenwoordiger van de boerenstand. Dirck Jansz. was een tamelijk welgestelde boer in St. Annaparochie in Het Bildt. Hij bezat meer dan veertig boeken en trad bij conflicten op als vertegenwoordiger van de Bildtpachters. Zijn aantekeningenboek – een bonte verzameling van nieuws en nieuwtjes, familieberichten, gedichten, spreuken, moppen, aantekeningen over het weer en de landbouw – is een interessante bron voor de agrarische én voor de mentaliteits- en gezinsgeschiedenis.


6. Jacob Eduard de Witte, Fragmenten uit de roman van mijn leeven.

Editie Grietje Drewes en Hans Groot. 1993, 178 blz., ingenaaid, geïllustreerd, isbn 90-6550-122-3, €20,–.

Jacob Eduard de Witte, Fragmenten uit de roman van mijn leeven Na zijn veroordeling als landverrader – hij was als jong vaandrig in de val gelokt en had militaire gegevens prijsgegeven – zat Jacob Eduard de Witte (1763-1853) bijna 8 jaar opgesloten in de Gevangenpoort in Den Haag. Uit tijdverdrijf schreef hij er meer dan vijftig titels: romans, toneelstukken, gedichten, pamfletten, toneelbewerkingen etc. Met veel gevoel voor dramatiek beschreef De Witte in 1825 ook zijn eigen leven tot aan zijn vrijlating en verbanning in 1790. Fragmenten uit de roman van mijn leeven, levendig en interessant door zijn gedetailleerdheid, leidde tot een ommekeer in de militaire rechtspraak.


7. Pieter Vreede, Mijn levensloop.

Editie M.W. van Boven, A.M. Fafianie en G.J.W. Steijns. 1994, ingenaaid, geïllustreerd, 112 blz., isbn 90-6550-124-x, €13,–.

Pieter Vreede, Mijn levensloop Pieter Vreede (1750-1837), een succesvolle textielfabrikant in Tilburg, was aanhanger van de patriotten en trad vooral tijdens de eerste jaren van de Bataafse Republiek op de voorgrond. Na de conservatieve staatsgreep in 1798 was zijn politieke rol echter uitgespeeld. De autobiografie die hij aan het einde van zijn leven schreef, bestrijkt de periode vanaf zijn jeugd tot 1796. Hij schrijft uitvoerig over zijn ongelukkige gezinsleven – hij verloor zijn eerste vrouw en kind, zijn tweede vrouw werd krankzinnig – en over zijn politieke loopbaan. Met teleurstelling en wrok keek hij terug op de mislukte revolutie.


8. Arie Johannes Knock, Uit Lievde voor Vaderland en Vrijheid.

Het journaal van de patriot Arie Johannes Knock over de periode 1784 tot 1797. Editie P.M. Peucker en J.P. Sigmond. 1994, 207 blz., ingenaaid, geïllustreerd, isbn 90-6550-125-8, €23,–.

Arie Johannes Knock, Uit Lievde voor Vaderland en Vrijheid Arie Johannes Knock (1763-1816) was een overtuigde patriot, bereid om zijn idealen gewapenderhand kracht bij te zetten. Als lid van het Corps van Nationaal Bataafse Jagers ging hij op expeditie naar de Kaap de Goede Hoop. Zijn vloot gaf zich over en pas na veel omzwervingen belandde Knock weer in zijn geliefde Bataafse Republiek. In zijn journaal doet hij dagelijks verslag van zijn ervaringen als soldaat. Omdat Knock in de frontlinies verkeerde, geven zijn beschrijvingen inzicht in het daadwerkelijke militaire bedrijf van zijn tijd. Bovendien merkt hij als landrot allerlei zaken op die voor een zeeman heel gewoon zijn.


9. ‘Het is of ik met mijn lieve sprak.’

De briefwisseling tussen Jean Malherbe en Christina van Steensel, 1782-1800. Vertaald en van aantekeningen voorzien door Anje Dik en Dini Helmers. 1994, 231 blz., ingenaaid, geïllustreerd, isbn 90-6550-128-2, €20,–.

Malherbe, Het is of ik met mijn lieve sprak Als violist in de hofkapel van stadhouder Willem V was Jean Malherbe vaak lange tijd van huis. De vele brieven die hij zijn vrouw Christina van Steensel schreef tussen 1782 en 1800 geven een interessant beeld van het hofleven in deze politiek roerige tijden. Christina informeerde hem vooral over het welzijn van hun 8 kinderen. Haar zwangerschappen en bevallingen beschreef ze in brieven aan vrouwelijke familieleden en vriendinnen, ook opgenomen in deze editie. Na de Bataafse Revolutie (1795) werd de hofkapel opgeheven. De laatste brieven laten zien hoe Malherbe en zijn vrouw worstelden om rond te komen.


10. Willem van den Hull, Autobiografie (1778-1858).

Editie Raymonde Padmos en Bert Sliggers. 1996, 736 blz., ingenaaid, geïllustreerd, isbn 90-6550-134-7, €47,–.

Willem van den Hull, Autobiografie Door zijn ongebruikelijke sociale stijging – van zoon van een brievenbesteller tot onderwijzer die in Haarlem een eigen kostschool heeft – kijkt Willem van den Hull in zijn autobiografie met enige distantie naar zijn directe omgeving. Zijn met veel details en in een goede stijl geschreven levensverhaal is een van de eerste autobiografieën waarin uitvoerig over de eigen jeugd verteld wordt en heeft, wat ook bijzonder is, een sterk introspectief karakter. Omdat Van den Hull lid was van diverse genootschappen geeft zijn werk een belangwekkend beeld van het sociale leven van de vroeg 19e-eeuwse burgerij.


11. Gerrit Paape, Mijn vrolijke wijsgeerte in mijne ballingschap (1792)

Editie Peter Altena. 1996, 159 blz., ingenaaid, geïllustreerd, isbn 90-6550-141-x, €16,–.

Gerrit Paape, Mijn vrolijke wijsgeerte in mijne ballingschap Gerrit Paape (1752-1803), die de Nederlandse literatuur van de late 18e eeuw heeft verrijkt met een vloed aan scherpzinnige en humoristische politieke romans, schetst in zijn autobiografie de vorming van zijn wijsgerig systeem en zijn ontwikkeling als schrijver. Nergens in de Nederlandse literatuur is de genese van een modern commercieel schrijverschap zo helder en uitdagend beschreven als in Paapes werk. Zijn autobiografie is echter ook een belangrijk politiek document: een gebannen patriot tracht langs de wegen van autobiografie en wijsbegeerte zijn publiek te herwinnen en beïnvloeden.


12. Otto Cornelis van Eck, Dagboek 1791-1797.

Editie Arianne Baggerman en Rudolf Dekker. 1998, 299 blz., ingenaaid, geïllustreerd, isbn 90-6550-140-1, €24,–.

Otto Cornelis van Eck, Dagboek 1791-1797 Het dagboek dat Otto van Eck (1780-1798) vanaf zijn 11e bijhield, is een van de weinige overgeleverde kinderdagboeken. Door zijn omvang geeft het een uniek beeld van een kind en zijn opvoeding aan het eind van de 18e eeuw. Otto schreef onder meer over de beloningen en (milde) straffen die hij kreeg opgelegd, het onderwijs dat hij volgde, de boeken die hij las en de gesprekken die hij hierover met zijn ouders voerde. Het zijn echter vooral de meer informele aspecten – beschrijvingen van spel, uitjes en familiebezoek – die dit dagboek zijn bijzondere charme geven. Het dagboek eindigt in 1797, een jaar voor zijn dood.


13. F.A. Hartsen, Nederlandsche Toestanden. Uit het leven van een lijder.

Ingeleid en van aantekeningen voorzien door Nop Maas. 1996, 221 blz., ingenaaid, geïllustreerd, isbn 90-6550-146-0, €20,–.

F.A. Hartsen, Nederlandsche Toestanden Frederik Anthony Hartsen (1838-1877) was een van de kleurrijkste publicisten uit zijn tijd. Hij schreef honderden pamfletten over de meest uiteenlopende onderwerpen, maar zat zichzelf in de weg door zijn gehaastheid, veranderlijkheid en overtredingen van de fatsoenscodes. De wijze waarop hij oprechtheid en openheid propageerde en in praktijk bracht, roept associaties op met Don Quichot. Zijn openhartige autobiografie Nederlandsche Toestanden is tegelijk een zelfrechtvaardiging en een pedagogisch geschrift. Bovenal laat het werk echter zien hoe een gelukkige jeugd verkeerde in een gefrustreerd leven.


14. Jacob David Mees, Dagboek 1872-1874.

Uitgave verzorgd door Thimo de Nijs. 1998, 110 blz., ingenaaid, geïllustreerd, isbn 90-6550-150-9, €13,–.

Jacob David Mees, Dagboek 1872-1874 De Rotterdamse bankierszoon Jacob David Mees hield tijdens zijn rechtenstudie in Leiden een dagboek bij over de jaren 1872-1874. Zijn dagelijkse aantekeningen geven een vrolijk beeld van het toenmalige studentenleven, inclusief ‘jolen’ en bezoeken aan de uitgaansbuurten van Amsterdam en Rotterdam. Serieus daarentegen is het verslag van zijn studie en de boeken die hij las. In Mees z’n leven kwam een dramatische verandering, toen hij bij zichzelf tbc constateerde. Vanaf dat moment wordt het dagboek ook een relaas van zijn lichamelijke aftakeling. Desondanks bleef Mees altijd optimistisch.


15. Buyten gaets. Twee burleske reisbrieven van Aernout van Overbeke.

Editie Marijke Barend-van Haeften en Arie Jan Gelderblom. 1998, 125 blz., ingenaaid, geïllustreerd, isbn 90-6550-153-5, €13,–.

Buyten gaats, Twee burleske reisbrieven van Aernout van Overbeke In twee brieven – een voor vrienden, een voor vriendinnen – beschrijft Aernout van Overbeke een reis per VOC-schip naar Indië in 1669. De strekking van beide brieven is dezelfde, maar stijl en inhoud zijn aangepast aan de sekse van de geadresseerde. Ze getuigen van een uitzonderlijk schrijftalent. Van Overbeke is persoonlijk en spitsvondig en verschaft intieme informatie over het leven aan boord. Hij beheerst een ingenieuze, met literaire toespelingen doorweven soort van humor, die behalve als tekstueel en communicatief spel ook functioneert als medicijn tegen neerslachtigheid.


16. Hermanus Verbeeck, Memoriaal ofte mijn levensraijsinghe.

Editie Jeroen Blaak. 1999, 232 blz., ingenaaid, geïllustreerd, isbn 90-6550-163-0, €22,–.

Hermanus Verbeeck, Memoriaal ofte mijn levensraijsinghe In zijn op rijm gestelde Memoriael beschrijft Hermanus Verbeeck (1621‑1681) de tegenslagen waarmee hij in zijn leven te kampen had. Het koste hem grote moeite zijn hoofd boven water te houden en hij probeerde op verschillende manieren inkomsten te verwerven. Ook tobde hij met zijn gezondheid. Hij schreef nog meer dichtwerken, maar deze werden nooit uitgegeven. Het Memoriael, één van de oudste Nederlandse autobiografieën, bevat veel interessante gegevens over het gezins‑ en familieleven van een zeventiende‑eeuwse ambachtsman en biedt zicht op de geloofsbeleving van een eenvoudige, katholieke leek.


17. ‘Hoe zal het met mij aflopen’.

Het studentendagboek 1833-1835 van Jan Bastiaan Molewater. Editie Henk Eijssens. 1999, 112 blz., ingenaaid, geïllustreerd, isbn 90-6550-164-9, €13,–.

Hoe zal het met mij aflopen? Het studentendagboek van Jan Bastiaan Molewater Gedurende zijn studententijd hield de latere Rotterdamse ziekenhuisdirecteur Jan Bastiaan Molewater (1813-1864) enige maanden een dagboek bij. Hij gaf daarin een belangwekkende beschrijving van zaken die een Leids medicijnenstudent in de jaren dertig van de negentiende eeuw bezighielden: colleges, boeken (vakliteratuur en romans), de soms ontluisterende medische praktijken, hoogleraren en zijn eigen seksuele problemen en die van medestudenten. Molwaters dagboek is doorspekt met zelfreflectie. Hij schreef het in de hoop dat het hem in een van zijn vele sombere buiten zou kunnen opvrolijken.


18. Carel de Vos van Steenwijk, Een grand tour door de nieuwe republiek: journaal van een reis door Amerika, 1783-1784.

Uitgave verzorgd door Wayne te Brake; met medewerking van Jeroen Blaak en Katherine M. Grant. 1999, 192 blz., ingenaaid, geïllustreerd, isbn 90-6550-172-x, €20,–.

Carel de Vos van Steenwijk, Een grand tour door de nieuwe republiek: journaal van een reis door Amerika, 1783-1784 Terwijl zijn leeftijdsgenoten uit de elite als voorbereiding op hun loopbaan een 'grand tour' maakten langs de culturele en politieke hoofdsteden van Europa, stak de 24-jarige Carel baron de Vos van Steenwijk de Atlantische oceaan over in het kleine gevolg P.J. van Berckel, de eerste ambassadeur in Amerika. Na afloop van de plechtigheden reisde hij er rond. Zijn uitgebreide en nauwgezette waarnemingen van zowel de buitengewone als de alledaagse kenmerken van het Amerikaanse sociale en politieke leven, maken zijn reisverslag tot een schatkamer van etnografische details over de Verenigde Staten.


19. The diary of Elizabeth Richards (1798-1825).

From the Wexford Rebellion in Ireland to Family Life in the Netherlands. Edited by Marie de Jong-IJsselstein; with an Introduction on the Wexford Rebellion (1798) by Kevin Whelan. 1999, 171 blz., ingenaaid, geïllustreerd, isbn 90-6550-169-x, €17,–.

The diary of Elizabeth Richards (1798-1825) The diary that Elizabeth Richards kept between 1798 and 1825 is one of the relatively few diaries by women in this period. It is partly Irish and partly Dutch. Through Elizabeth's eyes, the reader witnesses the great rebellion in Ireland in 1798, Elizabeth's relationship with her Dutch husband Count Frederick Willem van Limburg Stirum, the development of her ten children, her financial worries, illness within her family, and social life. Elizabeth treated her diary as a confidant to which she could entrust her deepest feelings. This diary is thus an excellent example of an early nineteenth-century journal intime.


20. David Baute, Cort relaas sedert den jare 1609.

De avonturen van een Zeeuwse koopman in Spanje tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Uitgegeven door Robert Kuiper, inleiding door Rudolf Dekker en Robert Kuiper, m.m.v. Hein Kluiver en Joos Vermeulen. 2000, 96 blz., ingenaaid, geïllustreerd, isbn 90-6550-171-1, €13,–.

Cort relaas sedert den jare 1609 In 1609 vertrok de Zeeuwse koopman David Baute naar Zuid-Spanje. Na afloop van het Twaalfjarig Bestand raakte hij in de problemen. Hij werd gearresteerd op verdenking van smokkel van zilver, goud en juwelen en handel met de vijand, de Nederlandse rebellen. Na veel verwikkelingen slaagde Baute erin met een schip vol verboden handelswaar naar Antwerpen te ontsnappen. Hij vestigde zich in Middelburg, trouwde, kreeg negen kinderen en bleef betrokken bij de handel. Zijn memoires zijn vooral interessant vanwege de avonturen die hij beschrijft, maar bevatten ook informatie over zijn latere gezinsleven.


21. ‘Niet zo erg Hollands’.

Dagboek van een reis naar Nederland 1790-1791 door Nina d'Aubigny. Editie en vertaling H. Metzelaar en E.R. d'Engelbronner. 2001, 187 blz., ingenaaid, geïllustreerd, isbn 90-6550-174-6, €18,–.

Niet zo erg Hollands, Dagboek van een reis naar Nederland 1790-1791 door Nina d'Aubigny Van juli 1790 tot mei 1791 logeerden de uit Kassel afkomstige Nina d’Abigny (1770-1847) en haar zus Susette bij hun oom en tante aan de Keizersgracht. Uit haar (Franstalige) blijkt, dat ze veel tijd besteedde aan muziek, spelletjes, visites, bezienswaardigheden, wandelingen en aanbidders. Haar observaties zijn scherp en goed geformuleerd. Vaak verbaasde zij zich over Nederland en zijn bewoners, vooral over de hartstocht waarmee patriotten en orangisten elkaar te lijf gingen. Nina's dagboek geeft een authentiek beeld van het leven van de welgestelde burgerij aan het einde van de achttiende eeuw.


22. Clara Cornelia van Eijck, Mijne waarde vrindin. Een Gents journaal (1790-1791).

Ingeleid en van commentaar voorzien door Joost Rosendaal. 2000, 235 blz., ingenaaid, geïllustreerd, isbn 90-6550-175-4, €20,–.

Clara cornelia van Eijck, Mijn waarde vrindin. Na de omwenteling van september 1878 vluchtte Clara Cornelia van Eijck met haar man Pieter Marret, lid van de Utrechtse vroedschap, naar Gent. Uit haar dagboek komt Clara naar voren als een zelfbewuste vrouw, in gevecht met zichzelf, op zoek naar geluk en verzoening met haar lot. Ze haatte de sociale verplichtingen die bij haar stand hoorden en de rol die zij als vrouw moest vervullen. Het liefst bracht zij de dag lezend en schrijvend door. Haar persoonlijke ontboezemingen en gedetailleerde beschrijvingen in een revolutionaire enscenering maken het lezen van het dagboek tot een haast filmische ervaring.


23. Arnout Hellemans Hooft, Een naekt beeldt op een marmore matras seer schoon.

Het dagboek van een 'grand tour' (1649-1651). Editie E.M. Grabowsky en P.J. Verkruijsse. 2001, 231 blz., ingenaaid, geïllustreerd, isbn 90-6550-181-9, €21,–.

Arnout Hellemans Hooft, Een naekt beeldt op een marmore matras seer schoon. Het dagboek van een 'grand tour (1649-1651) Zoals zoveel van zijn tijdgenoten ging ook Aernout Hellemans Hooft (1629‑1680), de zoon van P.C. Hooft, op 'grand tour', van 31 augustus 1649 tot 10 november 1951. In het gezelschap van onder andere de bekende dichter Reyer Anslo reisde hij door Duitsland naar Italië, en via Zwitserland en Frankrijk terug naar Amsterdam. Aernout had opvallend veel belangstelling voor zaken die met wapens en fortificatie te maken hadden en voor allerlei aspecten van het katholicisme. Zijn reisdagboek bevat rake observaties over mensen, zeden, historische gebeurtenissen en bezienswaardigheden.


24. Vader & zoons. / Father & sons Jacob de Vos Wzn.

(1774-1844) en de getekende dagboekjes voor zijn kinderen / Jacob de Vos Wzn. (1774-1844) and the journals he drew for his children. Editie Eveline Koolhaas-Grosfeld. 2001, 264 blz., gebonden, geïllustreerd (in kleur), isbn 90-6550-182-7, €28,–.

Vader en zoons. In acht getekende dagboekjes, vervaardigd tussen 1803 en 1809, vereeuwigde Jacob de Vos Willemsz. het opgroeien van zijn vier zoontjes. We zien kinderen die met hun ouders touwtje springen, met vader doktertje spelen, op stoelen en tafels klauteren. Bepaald niet het soort tafereeltjes dat in de serieuze, gedrukte kinderboeken uit die tijd staat afgebeeld!

 

 

25. Boudewijn Donker Curtius, Afscheid van de wereld
De autobiografie van Boudewijn Donker Curtius (1746-1832). Ed. Maarten van Boven. 2010, 160 blz., ingenaaid, geïllustreerd, isbn 9789087041229 , €17, -.
autobiografie Donker Curtius

Boudewijn Donker Curtius was een bekend jurist en politicus in de Bataafs-Franse tijd. Hij begon zijn loopbaan als advocaat te Den Bosch, maar zou uiteindelijk in de landelijke politiek en de rechtspraak terechtkomen. Boudewijn Donker Curtius had verscheidene beroemde zonen, waarvan de liberale voorman en minister Dirk Donker Curtius de bekendste is. In zijn hier uitgegeven autobiografie schrijft Boudewijn met humor en veel gevoel voor het detail over zijn jeugdjaren in Helmond en zijn kostschooljaren in Den Bosch. Zijn verslag over zijn studententijd in Leiden is een unieke beschrijving van het reilen en zeilen van de Academie, de hoogleraren en de colleges. Dat geldt ook voor de patriottentijd in Den Bosch, de verovering van die stad door de Fransen in 1794, de landspolitiek, zijn ervaring als hoogste rechter met Lodewijk Napoleon, Lebrun, de Franse prefecten en de regering in Parijs tijdens de Franse inlijving.

 

26. Frederike van Uildriks, Dagboek
De liefde en de vrijheid, natuurlijk! Dagboek van Frederike van Uildriks (1854-1919). Geannoteerd en ingeleid door Mineke Bosch, 2010, 439 blz., ingenaaid, geïllustreerd, ISBN 9789087041786, €36, -
Uildruks dagboek

Frederike van Uildriks, tijdgenote van Aletta Jacobs, ontwikkelde zich van een welopgevoede dochter uit de Groningse elite tot een vrijgevochten natuuronderzoeker en publicist van vele boeken, columns, recensies en opiniërende artikelen. Na een onvervulde liefde voor de latere hoogleraar Jacques Oppenheim, neef van Aletta, ging zij een ‘vrij huwelijk’ aan met de Friese multatuliaan, socialist en natuurkundeleraar dr. Vitus Bruinsma. In haar nieuwe leven in Gorredijk en later Lochem stonden het populair-wetenschappelijk schrijven, de natuur en de lichaamscultuur centraal. Dit indringende egodocument, waarin Van Uildriks gedurende meer dan dertig jaar haar leven optekende, biedt een intiem inkijkje in de wording van een zelfbewuste jonge vrouw, maar werpt ook een persoonlijk licht op grote negentiende-eeuwse veranderingen in de sociale en politieke verhoudingen, en op de samenhang tussen verschijnselen als feminisme, socialisme en vrijdenkerij, de liefde en biologisch reveil.

 

27. Adriaan van der Willigen, Autobiografie
De levensloop van Adriaan van der Willigen (1766-1841). Een autobiografie uit een tijdperk van overgang. Uitgave verzorgd door C.J.M. van der Heijden en J.G.M. Sanders, 2010, 732 blz, ISBN 9789087041793, €45, -
Van der Willigen autobiografie

Soldaat, politicus, theatercriticus en kunstminnaar Adriaan van der Willigen liet vijf dagboeken na waarin hij openhartig vertelt over zijn bewogen leven. Zich afzettend tegen het ouderlijk milieu in Rotterdam sloot hij zich aan bij het Staatse leger. Toen hij niet vond wat hij zocht, omarmde hij de ideeën van de Verlichting. Samen met de ‘Fransche vrijheijdszoonen’ vierde hij te Brussel de omverwerping van het oude politieke systeem. In 1805 vestigde hij zich in Haarlem, waar hij als trouw aanhanger van het Nederlandse koningshuis enigszins verbitterd terugblikte op zijn jeugdidealen. De nieuwsgierige en soms vrijpostige Adriaan schreef zijn levensverhaal met humor en een scherp oog voor detail. We reizen mee op zijn vele tochten en lezen over de meest vreemde onderwerpen, van spookgeschiedenissen en kannibalisme tot een masturberende olifant in Parijs. Zijn brede belangstelling en aansprekende stijl leveren boeiende lectuur op. 

 

28. Brieven van Cornelius de Jong van Rodenburgh
'Weest wel met alle menschen'. De ‘Kaapse brieven’ van Cornelius de Jong van Rodenburgh, editie Carla van Balen en Dick de Mildt, 2012, 640 blz., ingenaaid, geïllustreerd ISBN 978908704282

In 1815 trouwde de oudste dochter van ex-zeekapitein Cornelius de Jong van Rodenburgh, Jeannette, met de Zuid-Afrikaanse jurist Johannes Andreas Truter en vertrok met hem naar zijn vaderland. Tot aan het moment van haar onverwachte terugkeer, dertien jaar later, zouden vader en dochter in honderden brieven corresponderen over het wel en wee van henzelf, hun gezinsleden en vrienden, en over een veelvoud van andere thema’s. De Jongs 'Kaapse brieven' aan zijn dochter en schoonzoon geven een prachtig, soms ontroerend en niet zelden ook humoristisch beeld van de lotgevallen en sociale beslommeringen van een bemiddeld residentieburger in de vroege negentiende eeuw. Tegelijk spreekt uit de brieven van de globetrotter De Jong een brede algemene ontwikkeling en nieuwsgierigheid voor de maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. Daarbij toont De Jong zich steeds een uiterst liefdevol en bezorgd huisvader voor zijn kinderen, in het bijzonder voor zijn oogappel Jeannette.

 

29. Kroniek van Poppo van Burmania
Enege gedenckwerdege geschiedenissen. Kroniek van de Friese militair Poppo van Burmania uit de Tachtigjarige Oorlog. Editie en inleiding W. Bergsma, 230 blz, ingenaaid, geïllustreerd, ISBN 9789087043049

Poppo werd op 2 augustus 1603 'in den oorlogh gebooren' en wel in Oostende, waar zijn vader, jonker Johan van Burmania, als kapitein was gelegerd. Zelf nam hij ook dienst in het Staatse leger. Tientallen jaren trok hij als kapitein met zijn troepen rond in de Nederlanden. In 1674 – hij was toen al 71 – wordt hij nog vermeld als luitenant-kolonel en commandant van de lijfgarde van stadhouder Hendrik Casimir II. In Enege gedenckwerdege geschiedenissen beschrijft Poppo zijn belevenissen en waarnemingen uit de jaren 1622-1674. Als betrokken militair vertelt hij over kruitdampen, belegeringen, heldenmoed, verwondingen, sterfgevallen, wreedheden en militaire tactiek, maar hij vermeldt ook algemene gebeurtenissen zoals besmettelijke ziekten, weersgesteldheden en branden. Veel aandacht besteedt hij aan de vele Oranjes en Nassaus met wie hij in nauw contact stond. Zijn onopgesmukte verhaal brengt de lezer direct in contact met een leven getekend door oorlog.

30. Brieven van de familie Fockens
Seer teder beminde Heer Vader en Vrouw Moeder! Brieven van de Groninger familie Fockens in de Oost, 1748-178. Uitgegeven door G.J. Schutte, 2014, 442 blz., ingenaaid, geïllustreerd, ISBN 9789087044237

Zes leden van het Groningse gezin Fockens trokken in de tweede helft van de achttiende eeuw naar de Oost. Vader Nathan Fockens ging binnen het jaar terug, maar zijn zoons Willem, Jacob en Berend maakten carrière in dienst van de Verenigde Oostindische Compagnie. Willem werd zelfs Edeleer, lid van de Raad van Indië. Voor hun achttienjarige zuster Anna Wendelina, in 1758 naar Nederlands-Indië gekomen, wachtte geen carrière maar het huwelijk. Twee burgemeesterszonen dongen om haar hand. Zij schreef haar moeder amusante brieven over deze vrijages. Helena kwam gehuwd en wel haar broers en zus achterna. Deze uitgave bevat de brieven die de kinderen Fockens in de periode 1748-1783 aan hun ouders in Groningen schreven. Ze staan vol verhalen over de verschrikkingen van de reis, de betekenis van familiebanden en netwerken, het bestieren van een huishouding met slaven. En over geld verdienen.

31. Arnhems dagboek van David Beck
Mijn voornaamste daden en ontmoetingen. Arnhems dagboek 1627-1628. Uitgegeven door Jeroen Blaak, 2014, 240 blz., ingenaaid, geïllustreerd, ISBN 9789087044367 

Het dagboek van David Beck uit 1624, uitgegeven onder de titel Spiegel van mijn leven, is een van de bekendste zeventiende-eeuwse dagboeken. Beck, in 1594 geboren in Keulen, had toen een Franse school in Den Haag. Enige tijd geleden dook nóg een dagboek van hem op, geschreven in de jaren 1627 en 1628, toen hij in Arnhem was aangesteld als Franse schoolmeester. Het Arnhemse dagboek sluit naadloos aan op het al eerder uitgegeven Haagse dagboek, maar is uitgebreider. Beide dagboeken zijn bijzonder. De meeste contemporaine dagboekauteurs noteerden historische gebeurtenissen terwijl Beck iedere dag een goed lopend, afgerond verhaal schreef over zijn eigen doen en laten. Veel voorkomende onderwerpen zijn gesprekken, wandelingen, maaltijden met familie en vrienden, zijn eigen dichtwerk, de muziek die hij speelde en kunst van bevriende ambachtslieden. Ook de liefde komt aan bod. De dagboeken van David Beck vormen een unieke bron voor het sociaal-culturele leven van de vroege zeventiende eeuw.


32. Reisverslag van Jan Alensoon 

Met trekschuit en draagstoel. Jan Alensoons Dag-register van een reijs door Vrankrijk, Italie, Switserland ende Duijtschland in 1723 en 1724. Uitgegeven met inleiding en commentaar door Helen H. Metzelaar, 2014, 404 blz., ingenaaid, geïllustreerd, ISBN 9789087044428

Jan Alensoon (1683-1769) was bijna veertig en een erudiet lid van de Leidse elite toen hij in 1723 uit Leiden vertrok naar Italië. Tijdens zijn reis van iets meer dan een jaar hield hij een uitgebreid en zorgvuldig opgesteld journaal bij. Groot was zijn bewondering voor de Romeinse oudheid en de Italiaanse cultuur en als geleerde gaf hij uitgebreid zijn mening over architectuur en de beeldhouw- en schilderkunst. Onderweg verkeerde hij in het gezelschap van deftige diplomaten en gewichtige raadsheren, maar zijn liefde voor de muziek bracht hem ook in contact met Italiaanse operadiva’s en castraatzangers. Naar hartenlust musiceerde hij op deftige privéconcerten of samen met kloosternonnen. Uit dit reisverslag rijst het beeld op van een ruimdenkende vrijgezel, nieuwsgierig naar andermans gewoontes en gevoelig voor natuurschoon. Zijn verhaal is een boeiende bron van persoonlijke belevenissen, beschrijvingen van klassieke bezienswaardigheden en bijzondere muzikale ervaringen.


33. Autobiografie van Jan Willem Kumpel 
De herinneringen van Jan Willem Kumpel (1757-1826). Het rampspoedige leven van een Amsterdams jurist, publicist en Orangist, editie Hanneke Ronnes, ISBN9789087045487

De Amsterdammer Jan Willem Kumpel (1756-1826) stond al jong in de schijnwerpers als een ambitieus en getalenteerd dichter. Hij genoot de bescherming van de Oranjes en was de boezemvriend van Willem Bilderdijk. Het duurde echter niet lang voordat hij in de uitermate gepolariseerde samenleving, gekenmerkt door de strijd tussen Patriotten en Orangisten, door beide partijen geridiculiseerd werd als een leugenaar en een mislukkeling. Kumpel maakte schulden, provoceerde, dreigde en blunderde; hij verloor zijn vrienden, moest vluchten, kwam terug en belandde tenslotte in de Amsterdamse gijzeling. Een opmerkelijk gegeven is het feit dat hij zelf uitgebreid schreef over zijn val. Geboren in een rijk middenstandsgezin stierf hij zeventig jaar later berooid en gedesillusioneerd in het werkhuis van Amsterdam. Kumpels memoires, voorzien van een inleiding en annotaties, bieden een bijzonder interessant en intiem inkijkje in het verrassende en buitengewoon tragische verloop van zijn leven.