Egodocumenten 1814-1914 deel 2: H - M (repertorium)
1.1. Haar, Bernard ter.
1.2. 1806 (Amsterdam, 13 juni) - 1880 (Velp, 19 november). 1.3. Zoon van Barend ter Haar en Johanna Judith Hamming. Predikant en letterkundige. Vooral bekend als dichter. 2.1. Amsterdam, GA Amsterdam: PA Ter Haar (451), 83. 2.2. 22 x 17; 70 p. 2.3. Onze afkomst van Vaders zijde. 2.4. NL. 3.1. Dagboek. 3.3. 1816-1847. 4.1. 1816-1847. 4.2. Curieus dagjournaal in telegramstijl van Bernard ter Haar. Slordig handschrift. Per jaar geordend. 1842 Op aansporing van Prof. van Heyden de prijsvraag van het Haagsch genootschap: Een leerboek over de geschiedenis der Hervorming [...] te schrijven. Verder aantekeningen over grotere en kleinere gebeurtenissen. 6. Zie ook de inventarisnummers 78-82, Reisverhalen en aantekeningen.
1.1. Haes, C.L. Udo de.
1.2. 1859-1914. 1.3. Onder meer assistent-resident van Lombok. 2.1. Leiden, Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde: H 867. 2.2. Herinneringen van een Oud-Oost-Indisch Ambtenaar. 2.3. Typoscript; 28 x 22; 95 p. 2.4. NL. 3.1. Herinneringen 3.2. Voor zichzelf en voor zijn vrouw. 3.3. 1903. 4.1. 1914 (voor). 4.2. Laat uw zoons toch niet ongetrouwd naar Indië gaan, ouders! De verleiding is er zo groot. Maar laat hen een vrouw kiezen, zooals de mijne, dat geeft steun! Zoon vrouw redt hen van zedelijke ondergang. Beschrijft de reis naar en het verblijf in Indië. Gaat over zijn werk als controleur en het Indische leven.
1.1. Haes, D. Udo de.
1.3. Zoon van C.L. Udo de Haes. 2.1. Leiden, Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde: H 868. 2.2. Typoscript; 28 x 22; 22 p. 2.3. Kinderherinneringen op Lombok 1904-1906. 2.4. NL. 3.1. Herinneringen. 3.3. 1963 4.1. 1904-1906. 4.2. Herinnering aan zijn jeugd. Voor een deel feitelijk en informatief en voor een deel beschouwend: over de verschillen tussen het magische van het Oosten en de mystisch-Christelijke ontwikkeling in het westen.
1.1. Hall, Elisabeth Christina van.
1.2. 1837 (Amsterdam, 23 februari) - 1900 (Utrecht, 12 december). 1.3. Dochter van prof. mr. dr. Jacob van Hall en Maria Theresia Marcella. Tweede echtgenote (1864) van mr. Louis Willem Alexander Besier van Hall (1829-1904), voorzitter Muntcollege en lid van de gemeenteraad te Utrecht. 2.1. Deventer, Stadsarchief Deventer: FA Besier (32), 315. 2.2. 12,5 x 7; 50 p. 2.3. E.C. van Hall, Arnhem, 13 Augustus 1853. 2.4. NL. 3.1. Dagboek. 3.3. 1852-1853. 4.1. 1852-1853. 4.2. Gedurende ongeveer een jaar bijgehouden dagboek van een veertien- à vijftienjarig meisje. Het is niet helemaal duidelijk of het de periode 1852-1853 of 1853-1854 betreft.. Ook met enkele kindertekeningen en kinderkrabbels. Over school, catechisatie, uitstapjes en een enkele leeservaring. Nog al prettig op school tot 12 uur [...] om 2 uur weer naar school enkel kerkelijke geschiedenis uitgelezen tot vier uur, na den eten les geleerd onder de soiree Les femmes savantes gelezen. Aardig, maar niet erg uitgebreid dagboek.
1.1. Hallmann, Leopoldine.
1.2. 1849 (Boppard, 5 juni) - 1939 (Baambrugge, 19 april).
1.3. Dochter van dr. Eduard Hallmann, hoogleraar, en Julie Leopoldine
Barkow. Echtgenote van G.A.A. Middelberg.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): FA Middelberg (2.21.232) 20.
2.2. Twee delen; 21 x 17 en 23 x 14; 96 p.
2.3. Leopoldine Hallmann Tagebuch begonnen am ersten Juli 1866.
2.4. DU.
3.1. Dagboek.
3.3. 1866 (juli) - 1866 (oktober).
4.1. 1866 (juli) - 1866 (oktober).
4.2. Dagboek is begonnen op zeventienjarige leeftijd. '3 Dienstag Mamma's
Geburtstag, gluckliches tag.' Voornamelijk beschrijvingen van dagelijkse
gebeurtenissen. Echter niet geheel leesbaar.
6. Moeilijk leesbaar Duits handschrift; In archiefnummer 20 bevindt zich
een 'Lebenbeschreibung', eveneens nauwelijks te ontcijferen, waarschijnlijk
ook van Leopoldine. Bij het dagboek ook enkele historische opstellen.
Zie Middelberg en Barkow.
1.1.Hamel, Anton Gerard van.
1.2. (1886-1945).
1.3. Zoon van Gerard Anton van Hamel (1842-1917), hoogleraar strafrecht wijsbegeerte
Universiteit van Amsterdam, later lid van de Tweede Kamer voor de Liberale
Unie, en Maria 's Jacob. Specialist in de Oud-Germaanse en Keltische
taal- en letterkunde. Vanaf 1923 hoogleraar te Utrecht. Broer van prof.
mr. Joost Adriaan van Hamel.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): PA J.A. van Hamel (1880-1964) (2.21.081)
298.
2.2. 20 x 17; 130 p.
2.3. Ik koop dit boek den 23en october 1909 bij Tusschen broek in de Galerij
te Amsterdam.
3.1. Dagboek.
3.2. 'Mijn plan is hierin de voornaamste uitwendige, maar vooral inwendige
gebeurtenissen - d.w.z. gedachten en gevoelens van mijn leven aan te
teekenen'.
4.1. 1909-1931.
4.2. Zeer onregelmatig bijgehouden intiem dagboek: verliefdheden, angst
te worden gestrikt voor een huwelijk, contacten die te intiem dreigen te worden
etc. Ook over zijn ambitie om professor te worden en beschouwingen over verschillende
plaatsen in Europa naar aanleiding van een bezoek aan deze plaatsen. De aantekeningen
worden afgewisseld met citaten uit de gedichten van anderen en gedichten van
zichzelf. Na 1916 bestaat het dagboek alleen nog maar uit gedichten. Het dagboek
bestaat hierdoor grotendeels uit gedichten.
1.1. Hamel, Joost Adriaan van.
1.2. 1880 (Amsterdam, 8 oktober) - 1964 (Baarn, 18 oktober).
1.3. Zoon van Gerard Anton van Hamel (1842-1917), hoogleraar strafrecht wijsbegeerte
Universiteit van Amsterdam, later lid van de Tweede Kamer voor de Liberale
Unie, en Maria 's Jacob. Broer van Anton Gerard van Hamel. Meester in
de rechten. Volgt in 1910 zijn vader op aan de Universiteit van Amsterdam
als hoogleraar in het strafrecht en de strafvordering. Vanaf 1917 was
hij lid van de Tweede Kamer. Tevens publicist. Onder andere hoofdredacteur
van De Amsterdammer.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): PA J.A. van Hamel (1880-1964) (2.21.081)
355.
2.2. 20 x 16, 40 p.
2.3. Aanteekeningen betrekkelijk mijn lidmaatschap van de Tweede Kamer zittingen
1911-1912.
3.1. Dagboek.
4.1. 1911-1912.
4.2. Beknopte van dag tot dag bijgehouden aantekeningen over de debatten
in de Tweede Kamer en zijn eigen bijdrage hieraan.
1.1. Hamelsveld, Willem IJsbrand van.
1.2. 1771 (Durgerdam, 17 augustus) - 1835 (Den Haag, 12 februari).
1.3. Zoon van IJsbrand van Hamelsveld (1743-1812), predikant, en Susanna
Flandreau. Studeerde rechten te Utrecht en Leiden. Patriot, evenals zijn
vader. Werd advocaat te Amsterdam. In 1794 secretaris van het Comité Revolutionair,
reisde voor overleg met de Fransen naar Den Bosch.
2.1. Amsterdam, Gemeentearchief: bibliotheek, F. Hamelsveld, W.IJ. van.
2.2. 23 x 18; ca.140 p.
2.3. Dit boek geef ik den titel van het Boek der herinnering en des aandenken
1834.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. 'dat mijne kinderen, dit lezend, aan hunne vader moge denken die hun
lief had, en nut trekken in hun leven met de lessen, welke hij hun gaf en
nog uit zijn voorbeeld leeren, dat het den mensch dan wel gaat als gij God
vreest [...].'
3.3. 1834.
4.1. 1771 (17 augustus) - 1834.
4.2. Beschrijving van het leven van de auteur. Jeugd, opleiding, politieke
activiteiten, een reis naar Dordrecht en Den Bosch in verband hiermee, loopbaan,
huwelijk, sterven van vader.
1.1. Hamminck Schepel, Maria Frederika Cornelia (Mimi).
1.2. 1839 (Venlo, 15 december) - 1930 (Den Haag, 25 september).
1.5. Dochter van C.P. Hamminck Schepel en Maria Volck. Geliefde
en vanaf 1874 echtgenote van Multatuli. Na zijn dood bezorgde zij o.a. zijn
brieven.
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): Multatuli 886 A, 908.
2.2. Twee delen; 21 x 17 en 20 x 16; 106 p.
2.3. Zaterdag 29 juni 1872. Voor 14 daag heeft D in 't museum van oudheden
alhier kennisgemaakt met Dr. Riecke.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. 1872 (29 juni) - 1873 (27 september).
4.1. 1872 (29 juni) - 1873 (27 september).
4.2. Aantekenigen (om de paar dagen) van het dagelijks leven van het echtpaar
Dekker in Wiesbaden . Zeer gericht op het doen en laten van Eduard Douwes
Dekker (Multatuli): zijn gezondheid, werkzaamheden, humeur, financiële
perikelen.
1.1. Hamminck Schepel, Maria Frederika Cornelia (Mimi).
1.2. 1839 (Venlo, 15 december) - 1930 (Den Haag, 25 september).
1.5. Dochter van C.P. Hamminck Schepel en Maria Volck. Geliefde
en vanaf 1874 echtgenote van Multatuli. Na zijn dood bezorgde zij o.a. zijn
brieven.
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): Multatuli 1420.
2.2. 20 x 14; 36 p.
2.3. Ik heb daarzoo een korten brief aan den majoor Bernhold geschreeven,
myn lief kind.
2.4. NL.
3.1. Aantekeningen.
3.2. Geschreven voor haar geadopteerde zoon Wouter 'Later zal 't voor 't
kind belangrijk zyn een relaas te hebben van dezen tyd. Dat zal hem meer bevredigen
dan wanneer hem dan een verhaal wordt gedaan van de omstandigheden. Je hebt
het recht op de waarheid zoover ik die ken.'
3.3. 1878 (22 november) - 1878 (7 december); 1886 (11 januari).
4.1. 1877 (december) - 1886 (11 januari).
4.2. In een periode dat Multatuli neerslachtig was besloot Mimi om een kind
te adopteren om zo 'wat vroolykheid' in huis te brengen. Via een advertentie
werd haar een jongen ter adoptie aangeboden die vervolgens door het echtpaar
in huis werd genomen. De omstandigheden waaronder dit gebeurde waren duister
(het betrof een onecht kind van een rijke weduwe) en gingen met veel geheimzinnigheid
gepaard. Mimi reconstrueert in deze aantekeningen de gang van zaken voor haar
zoon en vertelt hem zo veel mogelijk bijzonderheden over zijn natuurlijke
ouders.
6. De Multatuli collectie in de UB Amsterdam bevat vele documenten betreffende
Mimi en Wouter, waaronder o.m.: Hamminck-Schepel, M.F.C. Aantekeningen over
kinderjaren van haar adoptiefzoon; 5 p.; aangetroffen in: map: jaar 1882 (niet
gevonden bij aanvraag).
1.1. Hamming, Louis.
1.3. Marineman.
2.1. Den Haag, Instituut voor Maritieme Historie: losse stukken, 1108.
2.2. 25 x 21; 89 p.
2.3. Reeds meermalen werden 'marineherinneringen' te boek gesteld [...].
2.4. NL.
3.1. Persoonlijke Herinneringen.
3.3. 1942-1946.
4.1. 1882-1915.
4.2. Beschrijft zijn opleiding en vervolgens zijn loopbaan bij de marine.
Met tal van details en anekdotes. Vol reisbeschrijvingen en maritieme
wetenswaardigheden. 'In den winter van 1906 werd ik voor oefening aangewezen
om gedurende een week als commandant van vier kanonneerboten manoeuvreeroefeningen
te houden in de Zuiderzee.'
6. Er is ook een getypte kopie aanwezig.
1.1. Hannema, Dieuwke Johannes.
1.2. 1844 (Engwierum, 21 januari) - 1870 (Hantum, 8 december).
1.3 Dochter van Johannes Hannema (1811-1855) en Jattje Idsardi (1811-1869),
boeren te Engwierdum, later te Hantum.
2.1. Leeuwarden, Fryske Akademy.
2.2. Getypt afschrift; 19 p.
2.3. 21 maart.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1870.
4.1. 1870.
4.2. Gaat over haar laatste levensjaar. De auteur lijdt aan tuberculose.
1.1. Hanou, Jan Hendrik.
1.3. Scheepsarts.
2.1. Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek A IV 2 140.
2.2. 26 x 21; 21 f.
2.3. De Schipbreuk van het Nederlandsche Barkschip genaamd Jan Hendrik.
2.4. NL.
3.1. Herinneringen/ooggetuigenverslag.
4.1. 1845 (26 april) - 1845?
4.2. Herinneringen aan de (in eerste instantie voorspoedige) reis van de
auteur aan boord van de Jan Hendrik. De reis eindigt in schipbreuk en de overlevenden
verblijven ruim twee weken zonder drinkwater op St. Paulusrots voor ze door
een Engels schip gered worden. De gebeurtenis inspireerde Bernard ter Haar
tot het schrijven van het gedicht 'De St. Paulusrots'.
1.1. Haremaker, Jan.
1.2. 1843 (Medemblik, 22 mei) - 1893 (Den Haag, 9 februari).
1.3. Zoon van Dirk Haremaker en Catharina Loots. Zeeofficier.
2.1. Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek J 437.
2.2. 33 x 20; 114 p.
2.3. Aanteekeningen van Jan Haremaker.
3.1. Autobiografie/memoires.
4.1. Ca. 1850-1890.
4.2. Beschrijft voornamelijk de professionele bezigheden van Haremaker als
marineofficier. Wilde al jong gaan varen. Volgt 'op de school van de heer
Smelik' vakken die hij nodig heeft. Wordt in Willemsoord opgeleid tot adelborst.
1862-1863: aan boord van de Prins Maurits naar Oost-Indië; 1864: met
hetzelfde schip in het Middellandse Zeegebied; 1864: met de Adolf hertog Van
Nassau naar Oost-Indië (schrijft een gedicht op de aankomst op Java),
neemt hier deel aan verschillende expedities; 1868: op non-actief: 1869-1870:
dient in de Frans-Duitse oorlog; 1871-1873: per koopvaardijschip naar Oost-Indië,
waar hij opnieuw deelneemt aan expedities (blokkade van Atjeh); 1874-1875:
op non-actief, treedt in het huwelijk en gaat op huwelijksreis naar Parijs;
1874-1880: dient op verschillende schepen in Oost-Indië (o.m. kruistochten
in de Molukken); 1880: keert terug naar Nederland.
1.1. Hardenbroek, Johan Frederik Carel van.
1.2. 1807 (Huis Nederhagen (omgeving Arnhem), 3 juili) - 1871.
1.3. Zoon van Govert Johan Adolf van Hardenbroek (?-1830) en Justina van
Spaen (1780-1853). Eigenaar van het landgoed Biljoen.
2.1. Arnhem, Gelders Archief: FA Van Spaen (0487), 256.
2.2. 33 x 21; 8 p.
2.3. Ce [...] le 26 Janvrier de l'année 1829 pendant une matinée
[...] que le temps froid & humide engageant tout le monde a rester a la
maison, me [...] aussi dans ma chambre, que je pris la resolution d'ecrire
tout ce qui me soit arrivé de plus remarquable pendant ma vie.
2.4. FR.
3.1. Autobiografie.
3.2. Geïnspireerd door de kou en door de Confessions van Jean
Jacques Rousseau.
3.3. 1829 (januari).
4.1. 1807-1829.
4.2. Introspectieve autobiografische aantekeningen over zijn karakter, gevoelens,
doelstellingen en zijn vorming als kind. Het manuscript breekt abrupt af.
1.1. Hart, J.F de.
1.3. Marineman.
2.1. Den Haag, Instituut voor Maritieme Historie: losse stukken 209.
2.2. 23 x 21; 26 p.
2.3. Korte Beschrijving van mijn 40 jarige loopbaan bij de Kon. Ned. Marine.
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.3. 1941 ?
4.1. 1881 (1 september) - 1921 (1 december).
4.2. 'Wanneer men het voorrecht heeft een hoogen leeftijd te hebben bereikt,
dan komt onwillekeurig de gedachte wel eens bij zich op, 'wanneer' en 'hoe'
sommige episodes in zijn lange leven hebben voorgedaan.' Een feitelijk en
informatief verslag van zijn opleiding en carrière bij de Marine, met
enkele anekdotes.
1.1. Harts, Klaas.
1.2. 1865 (Leeuwarden, 17 oktober) - 1934 (Leeuwarden, 12 juni).
1.3. Directeur Rijkskweekschool te Leeuwarden. Bestuurslid Friese Volkspartij.
2.1. Leeuwarden, Tresoar: 347 (verzameling handschriften), 320.
2.2. Fotokopie; 143 p.
2.3. Boek mijner herinneringen.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1933.
4.1. 1865-1933.
4.2. Over opleiding en politiek. Verder over zijn werk als onderwijzer te
Midlum en andere plaatsen.
1.1. Hasselt, Anne Karel Philip Frederik Robbert van.
1.2. 1839 (Empe, 8 augustus) - 1908 (Empe, 10 oktober).
1.3. Zoon van mr. Johan François Barthold van Hasselt en diens tweede
echtgenote Margaretha Livina Hoeufft. Echtgenoot (1870) van Anna Aleida Houwink.
Civiel-ingenieur. Hoofdingenieur der H.IJ.S.M. Directeur Hollandse Maatschappij
der Wetenschappen te Haarlem.
2.1. Zutphen, Stadsarchief Zutphen: FA van Hasselt, 805.
2.2. 23 x 15; 26 p.
2.3. Album houdende privé-aantekeningen en kranteknipsels.
2.4. NL.
3.1. Dagboekaantekeningen.
3.3. 1874-1890.
4.1. 1874-1890.
4.2. Beperkte aantekeningen, die met literatuurcitaten beginnen en overgaan
in dagboekaantekeningen. Niet zeer uitgebreid. Vooral verjaardagen worden
gememoreerd: '26 Augustus 1881'. Heden is het de dag waarop mijn onvergetelijke
Margo verjaarde, die dag was vroeger de dag onzer grootste vreugde voor mij
en onze kinderen. Welke een verandering.' Het dagboek gaat over in krantenknipsels
over de familie van Hasselt.
1.1. Hasselt, Johan Barthold Frans van.
1.2. 1871 (Rotterdam, 24 oktober) - 1950 (Voorst, 3 januari).
1.3. Zoon van Anne Karel Philip Frederik Robbert van Hasselt en Anna Aleida
Houwink. Echtgenoot (1896) van Francina Johanna Tegelberg, (1872-1940). Studeerde
rechten te Leiden (1890-1894) en promoveerde aldaar. Lid firma Ruys & Co te
Rotterdam, 1902-1928. Eigenaar en bewoner van huize Empe te Voorst. 2.1. Zutphen,
Stadsarchief Zutphen: FA van Hasselt, 1905.
2.2. 20 x 16,5; 160 p.
2.3. De lezing van een ongeregeld dagboek uit het eerste deel der vorige
eeuw, gehouden door de Grootmoeder mijner moeder [A.A. Kniphout] heeft mij
op het idee gebracht dit dagboek aan te leggen al betwijfel ik of er
vaak veel interessants in zal komen.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. Dagboek is begonnen na de lezing van het dagboek van zijn overgrootmoeder
(A.A. Kniphout).
3.3. 1909-1948.
4.1. 1909-1948.
4.2. Informatief dagboek van een vader, die niet over zijn zakelijke
bezigheden schrijft, maar vooral over zijn gezin en familie. Begint met een
beschrijving van zijn kinderen. Volgt hun groei en hun problemen
nauwkeurig: '17 dec 1911, Allerlei klein gesukkel, Rob ligt al 10 dagen
te bed met Angina en koorts en Trudi is ook nog niet wat zij wezen moest.'
Ook over de verdere familie 'De stemming bij mijne schoonouders
was verre van opgewekt, omdat mijn jongste zwager Gerard gaat scheiden. Zijn
vrouw heeft genoeg van hem en wil persé van hem af. Waarover de arme
jongen meer dan ongelukkig is.' Veel oorlogsnieuws (Eerste en Tweede Wereldoorlog).
In de latere jaren worden de aantekeningen korter.
1.1. Hasselt, Johan François Barthold van.
1.2. 1877 (Rotterdam, 17 augustus) - 1949.
1.3. Zoon van Willem Hendrik van Hasselt en Jeanne Jaqueline Cornelie
Dixon. Studeerde technologie te Delft. Promotie 1910. Directeur Chemische
Industrie Van Hasselt te Amersfoort.
2.1. Zutphen, Stadsarchief Zutphen: FA van Hasselt, 1175.
2.2. 24 x 16; 20 p.
2.3. Herinneringen uit mijn leven.
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.3. 1940.
4.1. 1871-1949.
4.2. Jeugdherinneringen uit Rotterdam, 'Wat lag alles toen gemoedelijk vlak
bij elkaar.' Ook over het overlijden van zijn vader: 'Toen voelde ik in dat
stille gelaat de verpletterende realiteit van den dood het onherroepelijke.'
Verder beschrijft hij zijn opleiding en de werkzaamheden van de familie
en zijn vader, het verblijf op Empe (bij Zuthpen), vakanties etc. Korte maar
informatieve memoires.
6. Zie Van Hasselt.
1.1. Havelaar, Jacob Petrus.
1.2. 1760‑1846.
1.3. Rijke koopman. Vanaf 1791 commissaris van de Rotterdamse schouwburg,
van 1813‑1846 secretaris van het Coornhert‑fonds, lange tijd Rotterdams
gemeenteraadslid. Vanaf 1838 eigenaar van het huis Hostetten te Ellecom. Vanaf
1795 voor de tweede maal gehuwd, met Louise Jacomina Landmeter (1776‑1832).
2.1. Rotterdam, GA Rotterdam (handschriftenafdeling IV): 1991 05‑06.
2.2. 26 x 22; 20 p.
2.3. Mijne overdenkingen.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. 'Wanneer deze myne overdenkingen, na myn overlyden, in handen van myne
kinderen zullen komen, dan zal de getuigenis die ik afleg, van alle die my
Vader noemen, aan hun een groot genoegen geven.‑ en die is ‑ dat
hun gedrag, aan my, nimmer een zucht of een traan heeft gekost'. Ten behoeve
van zijn kinderen heeft hij zes afschriften vervaardigd.
3.3. 1832.
4.1. 1760‑1832.
4.2. Compact verslag van zijn persoonlijke vorming, o.a. zijn veranderende
houding t.a.v. het geloof, een terugblik op de Amerikaanse Vrijheidsoorlog,
de Franse en de Bataafse revolutie en herinneringen aan de lunches bij zijn
schoonvader Van der Pol op diens buitenplaats Schooneberg. Daar ontmoette hij
een aantal vooraanstaande patriotten (o.a. De Gijzelaar, Zeeberg en Van Berkel).
6. Deze autobiografie maakt onderdeel uit van de verzameling 'Stukken
van de familie Havelaar 1831‑1916' waarin o.a. een groot aantal foto's
van familieleden, onder meer van Jacob Petrus Havelaar op latere leeftijd,
en een schriftje van deze auteur met aantekeningen over zijn geloofsbeleving
en de veranderingen daarin gedurende zijn leven.
1.1. Heemskerk, J. Azn.
1.2. 1818 (Amsterdam, 30 juli) - 1897 (Den Haag 9 oktober).
1.3. Zoon van Abraham Heemskerk en Joanna Jacoba Heemskerk. Staatsman, diverse
malen minister-president.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): Stukken J.Heemskerk Azn. (2.21.084)
12-16.
2.2. Vijf cahiers; 21 x 17; 183 p.
2.3. Autobiographica I.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie/dagboek.
3.3. 1874-1883.
4.1. 1818-1883.
4.2. De eerste delen zijn autobiografisch, '1855 Januari 15 geboren,
mijn zoon Jan Martinus genaamd, naar mijnen eersten nagedachtenis aan mijn
grootvader Martinus Stuart. Februari 11. dat kind overleden, [...] begraven
in de Nieuwe kerk.' Later veel over zijn werk in de landspolitiek. Na 1883
overgaand in dagboekaantekeningen. 'april 5. Bezoek van de Willebois, die
mr. Fregony heeft gepolst, maar onwillig bevonden.' In het algemeen redelijk
leesbare, doch niet al te nette aantekeningen. Deze autobiografische aantekeningen
waren gedeeltelijk bedoeld voor de levensberichten van de Handelingen
van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde en zijn daar in verschenen
in 1874.
1.1. Heemskerk, Vilma van.
1.3. Echtgenote van ene Van Zadelhoff.
2.1. Leiden, Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde: 844.
2.2. Typoscript; 28 x 21; 76 p.
2.3. Om en bij de kleine anglo - Indische Jeugdherinneringen.
2.4. NL.
3.1. Herinneringen.
3.3. 1964 (voor).
4.1. Ca. 1910-1920.
4.2. Goed geschreven jeugdherinneringen met tal van details over het Indische
leven. Moeilijk precies te dateren en te plaatsen. 'Hoewel Papa een Indische
moeder had leek hij toch meer op een volbloed, de totok. Hij was in Indië geboren
en heel jong naar Holland gezonden [...].Moeder had [esprit] vermoedelijk
van het franse bloed, dat haar vanwege haar grootvader van vaders zijde in
de anderen stroomde. Van haar moeders kant was zij van hollandse en chinese
origine, terwijl Papa's grootmoeder van moeders zijde een madoerese adellijke
was.' Zij vertelt ook veel Indische verhalen.
6. Het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde bezit een aantal
handschriften met 'Indische' herinneringen, ingezonden voor een prijsvraag
van de Kunstkring Tong-tong in 1964. Enkele van deze herinneringen
betreffen de periode na 1914.
1.1. Heemstra, Willem Hendrik van.
1.2. 1779 (Oenkerk, 18 oktober) - 1826 (Leeuwarden, 30 december).
1.3. Zoon van Schelte van Heemstra en Wiskje Cornelisdr. van Scheltema (?-1795).
AEchtgenoot (1803) van Johanna Balthazarina van Idsinga (1783-1850). Oranjegezind.
Vluchtte in 1797 met zijn vader over de Duitse grens. Diende bij de Engelsen
tijdens de veldtocht in Noord-Holland en met de Hollandse brigade in Ierland.
Werd in 1809 commissaris der verponding te Kollum, in 1813 maire van Oudwoude.
Leidde eind 1813-1814 een korps vrijwilligers tegen de Fransen te Koevorden
en Delfzijl. Verliet de dienst, werd lid van de Provinciale Staten van Friesland
en grietman van Kollumerland, ten slotte lid van de Tweede Kamer.
2.1. Leeuwarden, RA Friesland: FA Van Heemstra.
2.2. 27,5 x 18,5; 68 p.
2.3. Levensgeschiedenis van Willem Hendrik van Heemstra, geboren te Oenkerk,
den 18 oktober 1779, gestorven te Leeuwarden den 30 december 1826. [...] De
voornaamste lotgevallen van mijn leven.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. Geschreven voor zijn kinderen.
4.1. 1779 (18 oktober) - 1824 (6 mei).
4.2. Verslag van de jeugd van de auteur, schoolopleiding, politieke gezindheid,
activiteiten en lotgevallen als militair, bestuurlijke loopbaan, huwelijk.
1.1. Heide, Klaas van der.
1.2. 1888 (Mŭnein, 26 november) - 1981 (Damwâld, 12 juli).
1.3. Boer.
2.1. Leeuwarden, Fryske Akademy.
2.2. Fotokopie van typoscript; 27 p.
2.3. Toen moeder en Uulkje en ik onlangs eens een gesprek kregen over wat
vroeger, zo voor en na, in ons leven te Sybrandahuis is voorgevallen,
zei Uulkje: heit moest er eens wat aantekeningen maken.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1888-1978.
4.1. 1888-1978.
4.2. Over het werk en leven op de boerderij rond 1900.
6. Het originele handschrift is in privé-bezit.
1.1. Heiden Reinestein, Louis van.
1.2. 1809 (Zuidlaren, 11 juli) - 1882 (Zuidlaren, 2 november).
1.3. Jurist, promotie te Groningen. Kantonrechter te Assen. Burgemeester
te Zuidlaren. Lid van de Tweede Kamer, kamerheer des Konings. Commissaris
des Konings te Groningen. Graaf. Trok met de flaneurcompagnie van de Groningse
en Franekse hogescholen met de tiendaagse veldtocht mee.
2.1. Assen, RA Drenthe: FA van Heiden Reinestein (0185), 1012.
2.2. 37 x 12; 80 p.
2.3. Journaal en Aantekening boek van ontvangen en uitgeschoten gelden
in de jaren 1835.
2.4. NL; FR.
3.1. Aantekenboek; Dagboek.
3.3. 1835.
4.1. 1835.
4.2. In tegenstelling tot wat de titel doet vermoeden worden in dit aantekenboek
vooral dagelijkse bezigheden genoteerd. De eerste pagina is in het Nederlands,
de rest is in het Frans. 'J'ai été seul a l'église et
passé la soiré ches Bavink'
1.1. Heinen, Marie.
1.2. 1881 (Amsterdam, 3 november) - 1948 (Den Haag, 24 november).
1.3. Bezocht kostschool in Zwitserland; tot 1908 werkzaam bij bedrijven in
Zwitserland; vervulde diverse openbare functies zoals het lidmaatschap van
de Hoge Raad van Arbeid en van het Internationale Arbeidsbureau te Genève;
adjunct-directrice en directrice 1937-1947 van het Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid
(NBV); medeoprichtster en bestuurslid van de Vereniging van Academisch gevormde
Christenvrouwen (VACV); in 1912 medeoprichtster van de Nederlandse Vereniging
van Huisvrouwen; vanaf 1920 lid van het internationaal comité voor vrouwenarbeid
van de Nationale Vrouwenraad van Nederland; publiceerde in het kader van haar
functies bij het NBV vele publikaties en enquêtes betreffende arbeid
en vrouwen, onder andere de 'Vrouwenjaarboekjes' 1909-1920.
2.1. Amsterdam, IIAV: archief Marie Heinen, 1-2.
2.2. Typoscript, 33 x 23; 9 p.
2.3. Ik was oudste van een groot gezin.
3.1. Autobiografische aantekeningen.
3.2. Tekst van een toespraak.
3.3. 1940 en z.j.
4.1. 1881 ca. 1940
4.2. Korte beschrijving van jeugdherinneringen, schooltijd, leven op de kostschool
in Zwitserland, werkzaamheden in een zijdewinkel en later op een handelskantoor,
waar ze de correspondentie met Spanje deed. Over werkzaamheden voor NBV.
1.1. Heldring, Jacoba.
1.2. 1892 (Middelburg, 23 mei) - 1980?.
1.3. Dochter van Jan Lodewijk Heldring (1852-1923), predikant, en Geertruida
Margaretha Jacoba van Eeghen (1854-1911). Echtgenote (1916) van William Brede
Kristensen (1867-1953), hoogleraar godsdienstgeschiedenis te Leiden.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): FA Heldring (2.21.205.22) 430.
2.2. 27 x 20; 61 p.
2.3. Eerste helft jeugdherinneringen van J.K.H. 1892-1916.
2.4. NL.
3.1. Autobiografische aantekeningen.
3.3. 1960-1965.
4.1. 1892-1916.
4.2. Herinneringen aan haar jeugd in Rotterdam en Amsterdam (Herengracht
388). 'Na de voorkamer volgde de sombere binnenkamer grenzend aan de
binnenplaats, met piano, bureau, kasten met boeken. Daar heb ik een van
de gelukkigste ogenblikken van mijn leven beleefd: ik had een muziekkastje
te gebruiken gekregen en mij daarachter verschanst, zo dat ik er mij geheel
afgezonderd, als in mijn eigen huis voelde. Deze heerlijke sensatie om afgezonderd
van alle mensen te zitten heeft mij zo'n gevoel van geluk en vrijheid gegeven
dat ik het nooit vergeten heb. In latere jaren heb ik getracht dat gevoel
terug te vinden, maar tevergeefs.' Beschrijft huiselijke gebeurtenissen
en incidenten van wisselend belang. 'In de 2e helft van de 19e eeuw waren
op de Middelbare school de voornaamste vakken Frans en Duits. Zo leerde papa
op 't Gymnasium in Zetten (rond 1862) geen Engels, uitstekend Duits, een beetje
Frans en Wiskunde, naast Latijn en Grieks.' Interessante beschrijving van
het leven aan een gracht van een bemiddelde familie.
1.1. Heldring, Ottho Gerhard
1.2. 1804 (Zevenaar, 17 mei) - 1876 (Marienbad (Bohemen), 11 juli).
1.3. Zoon van Ottho Gerhard Heldring, predikant, en Louise Geertruida Janssen.
Echtgenoot van Anna Elisabeth Deuffer Wiel (1807-1873). Predikant, Reveilvoorman,
liberaal. Veelzijdig publicist, Stichter van verschillende instellingen,
waaronder de Heldringgestichten, het Utrechtse zendelingengenootschap en de
kweekschool voor christelijke onderwijzeressen.
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): Reveil 05: A 44.
2.2. 19 x 12; 105 p. (beschadigd).
2.3. Toen ik op myn vyftigste verjaardag den Riji beklom en van daar al klimmend
steeds heerlyker en lieflyker gezigt daar beneden in de diepte aanschouwde
[&].
2.4. NL.
3.1. Autobiografie (verminkt en fragmentarisch).
4.1. Ca. 1804 - ?
4.2. Dit manuscript verschilt volledig van de door de zoon van Heldring uitgegeven
autobiografie (O.G. Heldring. Leven en arbeid. Leiden 1881), wel
inhoudelijke overeenkomsten. Sommige herinneringen komen niet in de uitgave
voor (zoals de doofstomheid van zijn broers), andere herinneringen zijn in
de uitgave veel uitgebreider.
6. Het in de catalogus van de Reveilcollectie beschreven dagboek van O.G.
Heldring (signatuur U 5) is bij aanvraag niet gevonden.
1.1. Heldring, Ottho Gerhard.
1.2. 1762 (Buren, 23 november) - 1841 (Zevenaar, 23 mei).
1.3. Zoon van Ottho Gerhard Heldring (1698-1764), militair, en Arendina van
Vhelen (1721-1798). Echtgenoot (1796) van Louisa Gertruda Janssen (1764-1840).
Predikant te Zevenaar.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): collectie Heldring, 64.
2.2. 20,5 x 13,5; 48 p.
2.3. (Omslag) Aandenken voor mijne overgeblevene familie; (p.1) Aandenken
voor mijne kinderen van hunne overledenen den 9 mei 1839.
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.3. 1839-1840 (6 maart).
4.1. 1762-1840 (6 maart).
4.2. Herinneringen aan het leven, maar vooral het overlijden van ouders,
zuster, kinderen en aangetrouwde familieleden. Met veel aandacht voor de dochter
Louise (1802-1839), wier dood op 2 april 1839 kennelijk aanleiding tot dit
schrijven is geweest. Gevolgd door een herinnering aan zijn echtgenote, na
haar overlijden opgetekend op 6 maart 1840.
6. Hetzelfde inventarisnummer bevat een katern herinneringen gewijd aan dochter
Louise, en een gedeeltelijke transcriptie van bovengenoemde tekst. In
nummer 275 nog meer herinneringen aan het overlijden van zijn zuster en zijn
beide dochters.
1.1. Hemsing van der Scheer, Dubbeld.
1.2. 1791 (Coevorden, 28 januari) - 1859 (Coevorden, 12 februari).
1.3. Zoon van Jacobus van der Scheer, uitgever en ontvanger van belastingen,
en Roelina Hemsing. Echtgenoot van Sophia Speckman (1787-1859). Werd uitgever
en boekverkoper te Coevorden. Sinds 1832 raadslid te Coevorden. Heemkundige,
folklorist, en schrijver in de volkstaal. Lid van het gezelschap de Drie Podagristen.
2.1. Assen, Rijksarchief Drenthe: PA Van der Scheer 5, 6, 8.
2.2. Drie delen; 14,5 x 9, 22,5 x 17, 24,5 x 20; 280 p.
2.3. Zak-boekje van D.H.van der Scheer garde d'honneur van het 3e regiment
5 escadron 5 comp. op zijne reis van Groningen naar Tours.
3.1. Dagboek; reisjournaal; memoires.
4.1. 1813 (30 januari) - 1814 (9 mei); 1813 (30 juni) - 1814 (25 april);
1813 (juni) - 1814 (29 april).
4.2. Deel 1: verslag van wederwaardigheden als garde d'honneur, reis van
Groningen naar Frankrijk en Duitsland, verblijf te Metz, terugtocht tot Zwolle;
deel 2: verslag van een reis als garde d'honneur door België, Frankrijk
en Duitsland, bezichtiging van Parijs; deel 3: wederwaardigheden als garde
d'honneur.
1.1. Hes, Luitje.
1.2. 1893 (Aduard, 8 juli) - 1977?.
1.3. Landbouwer. Secretaris-boekhouder van de Onderl. Brandweer Nordhorn. Echtgenoot
(1942) van Derktje Reinkingh, dochter van Wigher Aikema Reinkingh.
2.1. Groningen, Groninger Archieven: FA Reinkingh (871) 27-29.
2.2. Drie delen; 32 x 24; 228 p.
2.3. Uit het leven van Luitje Hes.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie; Herinneringen.
3.3. ?- 1977.
4.1. 1893-1977.
4.2. Autobiografie van een ontwikkelde landbouwer. Fraai handschrift. De
vele opgenomen foto's (306) maken het tot een apart egodocument. Precieze
en feitelijke beschrijving van jeugd en latere leven. 'Trouw ging ik elke
week van 8-9 uur 's avonds naar de catechisatie, waar ds. Bange ons de leer
van de kerk in vraag en antwoord uiteenzette. Na deze bijeenkomst gingen de
meeste catechisanten het dorp in om kattekwaad uit te halen. [...] Zo onderhand
gaat het jaar 1912 zich melden, met o.a. een loting voor de militaire dienst,
ik trok het geluksnummer dertien en bij thuiskomst was ik lekker zat,
vanwege een wandeling door de beide dorpen, met een bezoek aan de voornaamste
café's van Zuid- en Noordhorn.' Daarna verslag van de militaire dienst
en mobilisatie 1914-1919. Thuiskomst en wennen aan het leven op de boerderij.
In de tekst zitten ook verhalen van anderen.
6. Inventarisnummer 20 bevat een fraaie genealogie (250 p.) met veel persoonlijke
opmerkingen, foto's en illustraties de familie Reinkingh betreffende (foto-index
in inventarisnummer 30).
1.1. Heshusius, Jacob.
1.2. 1774 (Batenburg, 17 oktober) - 1873.
1.3. Zoon van Carel Benjamin Heshusius. Militair, ontvanger der directe belastingen
(Vierlingsbeek, Overloon, Sambeek en Oploo), adjunct maire, burgemeester en
secretaris, vrederechter te Boxmeer.
2.1. Tilburg, bibliotheek Katholieke Universiteit Brabant: Hs. [B 153].
2.2. Afschrift; 32.5 x 21; 36 p.
2.3. Levensbeschrijving.
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.2. Op verzoek van zijn omgeving.
3.3. 1864.
4.1. 1774-1864.
4.2. Beschrijving van zijn leven als militair (trad in 1788 toe tot het leger;
veldtochten in België en Frankrijk) en zijn ambtelijke carrière.
Hij staat o.m. uitgebreid stil bij de pogingen van inwoners van Boxmeer hem
om te kopen. Het handschrift bevat ook een afschrift van een passage
uit zijn dagboek (1792). Gaat niet in op zijn kindertijd: 'zal dien tijd mijner
kindsche jaren met eene stap voorbij snellen om niet met kinderlijke
zotheden te beginnen, die nimmer welgevallig kunnen wezen.'
6. Het afschrift is gemaakt door Cornelius Rudolphus Hermans.
1.1. Heusden, Willem C. van.
1.2. 1836- 1917 (4 januari).
1.3. Zoon van mr. Cornelis Johannes van Heusden, president van het provinciaal
gerechtshof in Den Bosch en publicist, en Helena Theodora Sterk. Echtgenoot
(1863) van Cornelia Louisa de Geus (1840-1912). Van 1859 tot 1881 boekhandelaar
en van 1859 tot 1905 uitgever in Den Bosch.
2.1. Den Bosch, RA Noord-Brabant: FA Van Heusden, 149.
2.2. 18 x 11,5; 61 p.
2.3. Mijne jeugd. Grootvader van Haeften woonde in Den Bosch met zijn talrijk
gezin in de Hinthamerstraat [...].
3.1. Autobiografie.
3.3. 1916
4.1. 1836-1916
4.2. Tamelijk gedetailleerd verslag van met name de jeugd van de auteur.
Over het door hem genoten onderwijs 'op de Volksschool te Oisterwijk
bij meester Barrau, waar onderwezen werd volgens de leerwyze van de Prinsen
door het in koor opzeggen van Spa-aa, Slee-ee enz. De benauwde lucht in de
school van meegebrachte boterhammen, appelen, kleeren enz. door het talrijk
en zeer gemengd volkje was walgend'. Gebeurtenissen thuis, uitstapjes, speelgoed,
logeerpartijen, de kermis, zijn eerste reis per trein, familiebezoek, eerste
zwemles, huizen en straten in Den Bosch, intocht van Willem II, het ongeluk
met de stoomboot Jan van Arkel II etc. Deze autobiografie geeft veel informatie
over het dagelijks leven in het midden van de negentiende eeuw. Ook over zijn
werkzaamheden als boekhandelaar ('Op verzoek van dames in crinolines
moest de winkeldeur verbreed worden').
1.1. Heusken, Henricus Conradus Johannes (Henry).
1.2. 1832 (Amsterdam, 20 januari) - 1861 (16 januari).
1.3. Zoon van Johannes Franciscus Heusken, koopman. Nam na zijn verblijf
op een kostschool te Breda het familiebedrijf over, maar slaagde er niet in
dit succesvol voort te zetten, waarna hij in 1853 naar Amerika emigreerde.
In 1855 vertrok hij als secretaris en tolk van de Amerikaanse consul-generaal
in Japan, Harry Townsend, naar Japan waar hij uiteindelijk vermoord werd.
2.1. Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam: bibliotheek, A IV 352.
2.2. 27 x 20; 396 p.
2.3. Reis-herinneringen door Henry C.J. Heusken 1855.
2.4. NL (origineel in FR).
3.1. Dagboek.
3.3. 1855 (25 oktober) - 1858 (20 oktober); nb. het origineel loopt tot 1861
(8 januari).
4.1. 1855 (25 oktober) - 1858 (20 oktober); nb. het origineel loopt tot 1861
(8 januari).
4.2. Persoonlijk dagboek over Heuskens jaren in Japan. Doel van Harris'
verblijf in Japan was de openstelling van de Japanse havens te bewerkstelligen.
Hieromtrent werd in 1858 (29 juli) een traktaat gesloten. De antiwesterse
gevoelens in Japan leidden tot politieke moorden, o.a. op Heusken.
6. Het exemplaar is een onvolledig afschrift (en vertaling) van het Franstalige
origineel ('Mémoires de voyage') dat zich vermoedelijk bevindt in de
bibliotheek van de University of California in Los Angeles.
1.1. Heyden, Karel van der.
1.2. 1826 (Batavia, 12 januari) - 1900 (Bronbeek).
1.3. Zoon van Jean van der Heyden en Wilhelmina Siebing. Militair. Op vijftienjarige
leeftijd bij het KNIL. Vocht in vele veldtochten tegen Bali en Atjeh. Werd
in 1878 gouverneur van Atjeh, in 1880 luitenant-generaal en ten slotte
commandant van Bronbeek.
2.1. Leiden, Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde: H814
E.
2.2. Getypt afschrift; 34 x 22; 72 p.
2.3. Dagboek Barabai [Borneo] 1861.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1861 (1 januari) - 1861 (31 december).
4.1. 1861 (1 januari) - 1861 (31 december).
4.2. Dagboek van een militair commandant, die met het civiel bestuur
te Barabai belast is. Half militair, half politiewerk 'van patrouille teruggekeert
medebrengende het hoofd van Aboeng die de omtrekkende kolonne op het dwaalspoor
gebragt en van de gepasseerde kampongs ieder eene vrouw als waarborg dat myne
gegevene bevelen opgevolgd zoude worden.'
1.1. Heyning, Johannes Cornelis.
1.2. 1849 (Zijpe, 20 maart) - 1915 (Den Haag, 27 februari) .
1.3. Zoon van Johannes Cornelis Heyning (1808-1866), medicus, en Jannetje
Server (1812-1866). Hoofdingenieur Waterstaat en openbare werken in Nederlands-Indië.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): Heyning (2.21.281.41), 20.
2.2. Zes delen; 22 x 17; 540 p.
2.3. Dagboek van J.C. Heyning. Maart 1 Teruggekomen van Sourabaia met
trein van half elf.
2.4. NL.
3.1. Dagboek
3.3. 1893-1902.
4.1. 1893-1902.
4.2. Veel zakelijke verslagen van werkzaamheden en afspraken. 'Mei 1895,
1. Op bureau geldelijke administratie bijgewerkt. Kwartaal verantwoording
verzonden. Kas nageteld, dezelve klopt. [...] April 1898, 9. Vanmorgen
Guldenaar aangespoord spoed te maken met ontwerpen t42, en voorzieningen startdammen
in L1.'
1.1. Hinloopen, Maria Geertruida.
1.2. 1892-1971.
1.3. Echtgenote van ene Dierdorp. Schreef in 1924 onder pseudoniem columns
in De Groene Amsterdammer met de titel 'Een eenvoudige (Amsterdamsche) huismoeder.'
2.1. Amsterdam, IIAV: collectie egodocumenten.
2.2. Fotokopie; 14 p.
3.1. Herinneringen.
4.1. Ca. 1910-1930.
4.2. Herinneringen geschreven te Amsterdam op tweeënzeventigjarige leeftijd,
betreffende haar verlovingstijd, de Eerste Wereldoorlog, haar werk als hoedenmaakster
en haar kinderen.
1.1. Hinsbergen, Jurrien.
1.2. 1806 (Nijmegen, 1 april) - 1876 (Nijmegen, 8 april).
1.3. Zoon van Paulus Johannes van Hinsbergen en Allegonda Bongaards. Opgeleid
als onderwijzer, als vrijwilliger naar Indië, vocht in de tiendaagse
veldtocht. Daarna agent van ondernemingen. Eerste huwelijk met Johanna Carolina
Diderica Monroy. Tweede huwelijk met Philippina Johanna Cornelia Kloosterman.
Kleinzoon was archivaris te Utrecht.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): Aanwinsten 1845-1779 (2.22.01) 333.
2.2. 21 x 17; 128 p.
2.3. Dagboek van Jurrien van Hensbergen over de tocht naar Java tijdens de
opstand aldaar in 1830.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. Op verzoek van zijn ouders.
3.3. 1827-1830.
4.1. 1827-1830.
4.2. Beschrijving van zijn verblijf op Java. 'Ik was een jongeling van 21
jaar toen ik als militair teekende bij de Expeditionaire Afdeling voor den
tijd van 2 jaren in de Oost Indiën op het eiland Java door te brengen.
[...] In de maand januari 1828 rukte men uit met de huzaren en de kannoniers
met de stukken. Men kruist wel 18 palen van D'Joie[?] het gebergte rond
om de vijand op te zoeken doch zij namen overal bij onze aankomst de vlucht
en zo trokken wij weder terug.'
6. Soms wordt de naam gespeld als Heinsbergen of Hensbergen.
1.1. Hoboken, Marie Catherine Everardine van.
1.2. 1834 (Rotterdam, 7 november) ‑ 1894 (Rotterdam, 10 januari).
1.3. Dochter van Anthony van Hoboken, reder, Heer van Rhoon, Pendrecht
en Baarland (1807‑1872), en Maria Catharina Everardina Havelaar (1812‑1834).
Echtgenote (1856) van Balthasar Constantijn Diederik Hanegraaf (1812‑1889),
zoon van Cornelis en Magdalena Sara Leonora de Vrieze, lid van de firma
F. & W. van Dam, makelaars in assurantiën te Rotterdam.
2.1. Rotterdam, GA Rotterdam (handschriftenafdeling I): 587.
2.2. 32 x 15; 32 p.
2.3. Tell me gentle traveller, thou Who hast wandered far and wide [...].
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1854 (13 september) ‑ 1856.
4.1. 1854 (13 september) ‑ 1856.
4.2. Met name aantekeningen over gemaakte reisjes, onder meer met de stoomboot
naar Antwerpen Bonn en Mainz. Meer over de sociale contacten op reis dan over
de bezochte plaatsen. Vanaf p. 30 (8 oktober 1856) over haar huwelijk en de
huwelijksreis. Geen intiem dagboek.
1.1. Hoek, Louise Cornelia van den.
1.2. 1867 (Middelburg, 16 augustus) - ?
1.3. Dochter van een advocaat. Echtgenote van August Lodewijk Jacobus (1866-?),
zoon van een dominee.
2.1. Middelburg, Zeeuwse Bibliotheek: HS 5396.
2.2. 21 x 16; ca. 30 p.
2.3. Levensgeschiedenis van de ouders van Jet geschreven door haar moeder.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. Voor haar dochter maar vooral om het overlijden van haar echtgenoot
te kunnen verwerken.
3.3. 1944 (13 februari).
4.1. 1866 - ca. 1886.
4.2. Jeugdherinneringen (ook die van haar echtgenoot). Geschreven in
de derde persoon. Korte beschrijving van beider vroege jeugd. Bijvoorbeeld
over haar gang naar de fröbelschool op vijfjarige leeftijd: 'en toen
kwam al het zenuwachtige van het meisje voor den dag. Zij werd gehaald en
gebracht, maar zij was steeds ongerust, dat de dienstbode haar eens zou
vergeten.' Uitvoerige beschrijving vanaf het moment dat ze haar
echtgenoot leerde kennen.
6. In het manuscript bevinden zich een aantal losse brieven van Jet, de dochter
van de auteur waarin zij haar moeder stimuleert het 'herinneringsschrift'
te schrijven. Hiertoe heeft zij zelfs een aantal lijstjes met aandachtspunten
gemaakt, bedoeld om haar moeders herinnering op te frissen: 'Ik schrijf
zoo eens losweg 25 dingen op, die erin voor moeten komen: 1 de St. Nicolaassurprises
[...]. 4. stapel borden laten vallen als het etenstijd is en de visite blijft
te lang.' De punten lijken te refereren aan een latere periode. Het gevonden
cahier bevat echter alleen jeugdherinneringen.
1.1. Hoekendijk, Christiaan Johannes.
1.2. 1873 (Kralingen, 29 oktober) - 1948 (Baarn, 27 september).
1.3. Zoon van Willem Hoekendijk (1829-1875) en Lavina Boshoven (1833-1910).
Zendeling in Indië. Aanhanger van Johannes de Heer. Later te Rotterdam
en Bussem. Prediker.
2.1. Utrecht, UB: Hs. 16.G.13.
2.2. Bladen uit mijn levensboek.
2.3. Typoscript ; 30 x 22 ; 243 p.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1941.
4.1. 1873-1941.
4.2. Uitvoerige en goed geschreven autobiografie van een evangelist
en zendeling. Goede beschrijving van zijn jeugd in een 'heel gewoon' Rotterdams
gezin. Zijn vader stierf vroeg en over zijn moeder: 'Ik twijfel er echter
geen ogenblik aan, dat ik haar straks zal wederzien voor den troon van God.'
Later over zijn verblijf in de inrichting 'Meer en Bosch' te Heemstede
en zijn opleiding tot zendeling. Daarna het leven en de evangelisatiecampagnes
te Java. Zeer vroom en blijmoedig geheel, met veel details over Indië en
zijn latere leven in Nederland.
5.1. Een bewerkte,
6. Het archief bevat ook een versie in manuscript (acht cahiers) die ten
grondslag heeft gelegen aan de getypte versie.
1.1. Hoekstra, Klaas.
1.2. 1788 (Den Helder, 25 januari) - 1857 (Harlingen).
1.3. Zoon van Sytse Hoekstra, doopsgezind predikant, en Neeltje Jacobs Baske.
Bracht het grootste deel van zijn jeugd door op Texel, waarheen zijn vader
in 1790 beroepen werd. Ging op walvisvangst, was commandeur. Trouwde met Jantje
Hillenius. Zijn gezin woonde te Harlingen.
2.1. Harlingen, Museum Hannemahuis: Bibliotheek 805 C/166.
2.2. 19,5 x 12; 37 p.
2.3. Aantekeninge van K.Hoekstra. Uit het geheuge.
3.1. Autobiografie.
4.1. 1788 (25 januari) - 1827 (24 augustus).
4.2. Aantekeningen over de jeugd van de auteur op Texel, de komst van de
Fransen aldaar, de landing van de Engelsen in 1799, zijn vader, het overlijden
van zijn broer, walvisvaart naar Groenland en de Noordkaap, een schipbreuk
in 1826 en stichtelijke overpeinzingen. Hier en daar ontbreken pagina's.
6. Een getypt afschrift: Bibliotheek 805 c/166.
1.1. Hoekstra, Mindert Evert.
1.2. 1825 (Jirnsum, 15 december) - 1879 (Jirnsum, 10 mei).
1.3. Boterkoopman.
2.1. Leeuwarden, Tresoar, 348 (Copieen van elders), 6280.
2.2. Fotokopie; 146 p.
2.3. Dagboek van Mindert Everts.
2.4. DU; EN; FR.
3.1. Dagboek.
3.3. 1841-1871.
4.1. 1841-1871.
4.2. Onder andere over landbouw, de boterhandel en de terechtstelling
van R.P. van Dijk (1846).
6. Origineel: Leeuwarden, Gemeentearchief: FA Hoekstra, 1.
1.1. Hofstede de Groot, P.
1.2. 1802-1886.
1.3. Zoon van Cornelis Petrus de Groot en Anna Geertruida Hofstede. Theoloog.
Redacteur van het tijdschrift Waarheid in liefde. Hoogleraar theologie
te Groningen.
2.1. Den Haag, Centraal Bureau voor Genealogie: FA Hofstede de Groot (00125),
doos 32.
2.2. 22 x 16; 23 p.
2.3. Aanteekeningen uit mijn leven.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. Als geheugensteun.
3.3. 1822-1863.
4.1. 1822-1863.
4.2. In het begin zeer regelmatig, later met steeds grotere tussenposen bijgehouden
dagboek. Soms alleen een korte beschouwing aan over het afgelopen jaar. Over
dagelijkse gebeurtenissen, ziektes, theologische standpunten en twisten,
publicaties etc. In de kantlijn staat regelmatig de aantekening dat de
bewuste passage in zijn 'herinneringen' is verwerkt.
1.1. Hofstede de Groot, P.
2.1. Den Haag, Centraal Bureau voor Genealogie: FA Hofstede de Groot (00125),
doos 32.
2.2. 20 x 16; 68 p.
2.3. Herinneringen uit mijn leven.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. 'Op dringend verzoek van mijne kinderen, teeken ik het een en ander
aan van 't geen ik beleefd heb.'
3.3. 1884.
4.1. 1802-1886.
4.2. Over zijn voorgeslacht, vroege jeugdherinneringen, opvoeding en opleiding,
lectuur, contacten met de predikant Jan Scharp, verliefdheden, eigen
publicaties en de receptie ervan, academische carrière en de theologen
die hem hebben beïnvloed, conscriptie, gruwelen in de Napoleontische
tijd, continentaal stelsel, zijn werk als schoolopziener etc. In de kantlijn
staat een aantal malen aangetekend wie van zijn dochters de bewuste bladzijden
heeft geschreven (vermoedelijk heeft hij het aan hen gedicteerd), soms ook
in de kantlijn commentaren van hemzelf.
1.1. Hogendorp, Carel Sirardus Willem van.
1.2. 1788 (Cassimbassar (India), 15 augustus) - 1856 (Utrecht, 29 oktober).
1.3. Zoon van Dirk van Hogendorp (1761-1822) en Elisabeth Margaretha Bartlo.
Echtgenoot (1811) van Cécile Catherine barones Olivier (1790-1867).
Graaf. Kreeg een militaire opleiding in Frankrijk. Studeerde rechten in Leiden.
Volgde een loopbaan in het leger van Napoleon. Werd na de Franse nederlaag
voor Nederlandse dienst geweigerd, en maakte carrière in Nederlands
Indië en was resident van Batavia en Buitenzorg, lid van de Raad van
Nederlands Indië en waarnemend gouverneur-generaal.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): collectie Van Hogendorp aanwinsten 1922,
120.
2.2. Afschrift; 33,5 x 20,5; 24 p.
2.3. Bouwstoffen van een eigen levenschets.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. Ca. 1853.
4.1. 1788 (15 augustus) - 1842 (20 januari).
4.2. Voorstudie voor een autobiografie.
1.1. Hogendorp, Carel Sirardus Willem van.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): collectie Van Hogendorp aanwinsten 1922,
119.
2.2. 27,5 x 21; 116 p.
2.3. Mes souvenirs ou mémoires; commencé le 1er janvier 1855.
2.4. FR.
3.1. Memoires.
3.2. Voor het nageslacht.
3.3. 1855-1856.
4.1. 1788 (15 augustus) - 1856 (17 mei).
4.2. Beschrijving van gebeurtenissen uit zijn persoonlijk leven en ambtelijke
loopbaan.
6. In hetzelfde nummer het klad van de memoires over de periode 1788-1809,
'Mes souvenirs. Brouillon pour moi-même', geschreven in 1855-1856.
1.1. Hogendorp, Gijsbert Karel van.
1.2. 1762 (Rotterdam, 27 oktober) - 1834 (Den Haag, 5 augustus).
1.3. Zoon van Willem van Hogendorp (1735-1784), bestuurder te Rotterdam,
en Carolina Wilhelmina van Haren. Echtgenoot (1789) van Hester Clifford. Volgde
een militaire opleiding te Berlijn, diende kort in het Staatse leger. Maakte
een reis door Amerika. Promoveerde in 1786 te Leiden in de rechten. Stond
aan de zijde van de stadhouder en was van 1795 tot 1813 ambteloos. Zat
toen enige jaren in de handel. Lid van de Tweede Kamer tot 1825.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling), collectie Van Hogendorp aanwinsten 1913,
nr. 50-52.
2.2. Drie delen; ca. 33 x 20,5; ca. 3000 p.
2.3. 19 juillet 1777.
2.4. FR; DU; EN.
3.1. Dagboek; losse aantekeningen.
3.3. 1777 (19 juli) - 1791; 1806 - 1834.
4.1. 1777 (19 juli) - 1791; 1806 - 1834.
4.2. Deels dagboek, deels losse aantekeningen over politieke gebeurtenissen
en persoonlijke zaken.
6. Kennelijk was de auteur van plan zijn memoires te schrijven. In de loop
van 1830 had hij voor dit doel zelf zijn stukken chronologisch geordend in
diverse mappen. Deze mappen bevatten een mengeling van persoonlijke en ambtelijke
stukken. De inv.nrs. 36-39 behelzen de periode 1773-1800, de inv.nrs. 40-48
de periode 1800-1834. Een op 19 maart 1830 geschreven opzet voor het boek
bevindt zich in inv.nr. 36(2). Naast dagboekaantekeningen in beperkte zin
ook van alles dat op de periodes betrekking heeft, zoals mededelingen over
de graanprijzen, aantekeningen uit boeken etc. Inv.nrs. 54-61 bevatten materiaal
over reizen, de nrs. 54-56 over de periode 1783-1798, de nrs. 57-61 over de
periode 1817-1822. Naast reisaantekeningen ook gedrukte stukken, beschouwingen
over landen, aantekeningen over diverse onderwerpen.
1.1. Honig, Cornelis Claasz.
1.2. 1773 (Koog aan de Zaan, 21 oktober) - 1849? (Koog aan de Zaan, 9 april).
1.3. Zoon van Claes Gerritsz Honig (1745-1813) en Macheltje Appel.
Echtgenoot van Aagje Cornelisdr. Breet. Oliefabrikant, koopman, reder walvisvaart,
lid raad.
2.1. Koog aan de Zaan, Gemeentearchief Zaanstad: PA Honig (143), supplement
doos 1.
2.2. Twee delen; 19 x 16 en 31 x 20; 250 p.
2.3. Januarij 1838. Zuydel Koelte, Mooij weer 39gr. Dom. Bruijn. Jacobus
4 vers 13, 15.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1838-1848.
4.1. 1838-1848.
4.2. Dagelijks bijgehouden dagboek, maar zelden langere aantekeningen dan
een regel per dag. Begint steeds met een karakteristiek van het weer. In feite
een weerjournaal, met enkele aanvullende opmerkingen. Dezelfde opzet als het
journaal van Gerrit Honig. Zeer klein handschrift. Aan het einde iets uitvoeriger.
'Junij 1845. Z. west Zuggie 67 gr. Mooij weer. Zaturdag 7 junij verkooping
te Wormerveer in de Herberg den Prins van twee Oliemolens van wijlen Vas G.
als de molen de Vrede' Informatief, maar onpersoonlijk dagboek.
1.1. Honig, Cornelis Cz.
1.2. 1808 (Koog aan de Zaan, 25 juli) - 1870 (Koog aan de Zaan, 9 januari).
1.3. Zoon van Cornelis Claasz. Honig (1773-1849) en Aagje Cornelisdr Breet
(1772-1830). Echtgenoot (1826) van Geertje Honigh (1808-1872). Fabrikant van
olie, lijnmeel en koek.
2.1. Koog aan de Zaan, Gemeentearchief Zaanstad: PA Honig (143), aanvullig
4, 1-6.
2.2. 32 x 20,5; 420 p.
2.3. Junij 1845, 26 's morgens niet na ds. Nolens.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1845-1870.
4.1. 1845-1870.
4.2. Langdurig bijgehouden dagboek. Vrijwel elke dag korte verlagen van activiteiten
en gebeurtenissen, meestal beginnend met een observatie over het weer. In
zeer klein, regelmatig handschrift geschreven. Heeft het karakter van
een weerjournaal dat uitgegroeid is tot dagboek. 'November 1857, 36-52,
G. Koeltje, Mooij Weer, mijn vrouw weder wel. ik terug op. Knap verrijst.
Candidaat Coier preekte. C.Smit hier te eten.' In januari 1870 neemt zoon
Jacobus het dagboek over. Zie aldaar.
1.1. Honig, Klaas Cz.
1.2. 1805 (Koog aan de Zaan, 15 juni) - 1887 (Koog aan de Zaan, 11 juli).
1.3. Zoon van Cornelis Klaasz. Honig (1773-1849) en Aagje Cornelisdr. Breet
(1772-1830). Echtgenoot (1837) van Antje Kaat (1817-1865). Lid van de
firma Claas Honig & Zoon, kooplieden in en fabrikanen van olie.
2.1. Koog aan de Zaan, Gemeentearchief Zaanstad: PA Honig (143), supplement
doos 1.
2.2. Drie delen; 20 x 16 en 22 x 18; 400 p.
2.3. October 1848, 29 C.48 Fr. Gr. Z.Z.W. regen. Dom. Muller Lucas 17 V.
11 tot 19.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1848-1878.
4.1. 1848-1878.
4.2. Langlopend weerjournaal met incidenteel aantekeningen over andere
zaken, zoals de onderwerpen van de preken van de dominee: 'February 1855,
18 Fr. 4 C.Togt ZW. yzig Dom Muller Lucas 22 v 60 tot 62, Hendrik alleen van
ons te kerk 't was mij tekoud.' De eerste twee delen zijn geschreven in de
almanak Beemster Wapen.
1.1. Honig, Klaas Cornelis Mzn.
1.2. 1871 (Koog aan de Zaan, 18 april) - 1941 (Amsterdam, 3 mei).
1.3. Zoon van Meindert Honig (1846-1908) en Neeltje Smit (1847-1894). Echtgenoot
(1899) van Maria Agatha Laan. Directeur N.V. Stijfselfabriek De Bijenkorf
e.a., lid gemeenteraad, wethouder.
2.1. Koog aan de Zaan, Gemeentearchief Zaanstad: PA Honig (143), supplement
doos IX.
2.2. 30 x 21; 76 p.
2.3. Familie en Zakenherinneringen van K.C. Honig Mzn.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. Al schrijvende gevoel ik echter, dat het toch voor het nageslacht wel
interessant kan zijn, wellicht nog te meer, omdat wij ons thans in een tijd
van evoluties en revoluties bevinden, waardoor het leven van ons geslacht
Honig zou kunnen veranderen.
3.3. 1917; 1940.
4.1. 1871-1917.
4.2. Herinneringen van deze Honigtelg aan zijn familie, huwelijk en
kinderen. Informatief en soms persoonlijk van aard. Beschrijving van de Zaan
en het gegoede zakenmilieu. Aan het einde een aantal pagina's met overgeschreven
aantekeningen uit agenda's.
1.1. Honig, Gerrit.
1.2. 1817 (Koog aan de Zaan, 8 september) - 1843 (Koog aan de Zaan, 9 april).
1.3. Zoon van Cornelis Claasz. Honig (1773-1845) en Aagje Cornelisdr Breet
(1772-1830). Echtgenoot van Guurtje Kop (1816-1842). Koopman en Oliefabrikant.
2.1. Koog aan de Zaan, Gemeentearchief Zaanstad: PA Honig (143), supplement
doos 1.
2.2. 32 x 23; 72 p.
2.3. 1837 Augustus, Mooi weer Middag 67 graade.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1837-1843.
4.1. 1837-1843.
4.2. Dagelijks bijgehouden dagboek, maar zelden aantekeningen van meer dan
een regel per dag. Begint steeds met een karakteristiek van het weer. Aantekeningen
over dagelijkse gebeurtenissen, preken en reisjes. 'april 1841, 6, Zeer
mooi weer ik met mijn broer Cornelis per wagen na Amsterdam.'
1.1. Honig, Jacobus.
1.2. 1843 (Koog aan de Zaan, 5 april) - 1919 (Zaandam 12 september).
1.3. Zoon van Cornelis Honig (1808-1870) en Geertje Honigh (1808-1872). Echtgenoot
van Henderika Keg (1848-1924). Koopman en oliefabrikant.
2.1. Koog aan de Zaan, Gemeentearchief Zaanstad: PA Honig (143): aanvullig
6, 1-3.
2.2. 32 x 20,5; ca. 1400 p.
2.3. Januarij 1870. Wij moesten receptie houden daar het Vaders verlangen
was, doch Ik kwam niet voor des avonds op.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1870-1925.
4.1. 1870-1925.
4.2. Voortzetting van het dagboek van zijn vader (zie elders in deze lijst),
aanvankelijk volgens hetzelfde stramien: weerkundige observaties aangevuld
met verslagen van gebeurtenissen en bezigheden. 'Augustus 1881, 1 Goed
weer koeltje WW. ik naar Amsterdam alwaar koolzaad en Raapolie ten gevolge
van deficit in de oogst vooral door de Fransche markt een melige stemming
teweeg gebracht werd.' Later minder nadruk op het weer en uitvoeriger verslagen.
'Maart, 22 1919 Zaterdag is mijn oudste oomzegger Cornelis Honig
Pz. oud 63 jaar te Heilo overleden. Vreeselijke revolutie in Rusland, Duitschland,
Hongarije blijft steeds heersen.' Het laatste deel bestaat uit opstellen,
aantekeningen en overpeinzingen.
1.1. Hol, Arie in 't.
1.2. 1847 (Veur, 13 mei 1847) - 1940 (Schiedam, 21 oktober).
1.3. Zoon van een scheepmakerknecht die eerst in Leiden en later in
Schiedam bij de firma Lindeman werkzaam was. Het grootste deel van zijn leven
was Arie in 't Hol scheepsjongen op de grote vaart.
2.1. Schiedam, Gemeentearchief Schiedam: HS 660.
2.2. 20 x 16,5; 146 p. (en een stapeltje losse aantekeningen).
2.3. Daar onderteekende Arie in 't Hol op heden verpleegde in het Huis Oude
van Dagen en daar op rust ben ben ik zoo vrij om u alle wat mede te deelen
omtrent mijn hooge leeftijd wat ik zoo wat tot op heden zoo wat heeft mede
gemaak en beleefd en goed kan herinneren.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. 'De ondergetekende wenschte dan ook iets mede te deelen en wat ik ook
heb ondervonden en wat op waarheid berust en daar ik gaarne iets leest omtrent
het zwerversleven en ook tevens ontmoetingen zijn zij wel eens heel verschillend
en daar ik zelf een groote liefhebber ben van die verhalen [...].'
3.3. 1936-1937.
4.1. 1847-1937.
4.2. Over zijn jeugdjaren en belevenissen tijdens zijn leven als scheepsjongen
op de grote en een tijdlang ook op de wilde vaart.
6. Het inventarisnummer bevat tevens een handgeschreven toelichting
door iemand anders en een korte samenvatting. Op de omslag van het eerste
deel staat: '1936 voor de Directrice, Arie in 't Hol geboren 13 mei 1847 te
Leiden, bij overlijden eerste deel mej. Kroes'.
1.1. Hooft, Henriette Petronella 't.
1.2. 1878 (Haarlem, 6 mei) - ?
1.3. Dochter van Mr. Willem Adolph 't Hooft en Jacoba Visser. Echtgenote
(1903) van mr. Johan de Vries van Doesburgh (1863-1951), officier van Justitie
te Zierikzee (1909), Leeuwarden (1912) en Den Haag (1918).
2.1. Haarlem, RA Noord-Holland: FA Semeijns de Vries van Doesburgh (142),
386.
2.2. 27 x 21; 200 p.
2.3. Herinneringen. Wie komt ooit tot het dagboek schrijven in het gewone
dagelijkse leven.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1903-1917.
4.1. 1903-1917.
4.2. Bijgehouden in een mooi gebonden schrijfboek met als opschrift 'Chronik
der Familie'. Het dagboek begint met herinneringen aan haar huwelijksdag
in 1903. Op de eerste pagina een foto van de auteur. Uitvoerig verslag van
dagelijkse en minder dagelijkse belevenissen. Maar ook herinneringen aan haar
familie en haar jeugd. 'Dat gevoel 't is altijd zo geweest gaf ons zoo zeker
't zal altijd zoo blijven. Ach hoe weinig kunnen wij menschen kinderen daarvan
zeggen [...] de herinnering is het eeuwig paradijs waaruit niets meer ons
kan verdrijven.'
6. Zie De Vries-Van Doesburgh.
1.1. Hoogland, Sjouke Johannes.
1.2. 1866 (St. Anne, 7 september) - 1945 (Leeuwarden, 24 januari).
1.3. Boer te Nieuwebildtdijk, St.Annaparochie..
2.1. Leeuwarden, Tresoar: archief 318-19 (familie Hoogland), 24-56.
2.2. Drieëndertig delen, circa 990 p.
2.3. Dagboek voor S.J. Hoogland
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1889-1901; 1904-1906; 1908-1922; 1924-1925.
4.1. 1889-1901; 1904-1906; 1908-1922; 1924-1925.
4.2. Korte Aantekeningen over het weer, bezoeken..
1.1. Hoop, David van der.
1.2. 1805 (Zuidbroek, 9 juli) - 1847 (Hoogezand, 22 december).
1.3. Zoon van mr. Abraham Johan van der Hoop (1775-1826) en Arnoldina
Aleida Maria Thomassen à Thuessink (1776-1859). Echtgenoot (1836) van
Anna Catharina Woldringh (1811-1886). Jurist, kantonrechter te Hoogezand.
2.1. Den Haag, Centraal Bureau voor Genealogie: FA van der Hoop (00163),
doos 21.
2.2. 18 x 12; 50 p.
2.3. Journaal van D. van der Hoop.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1826.
4.1. 1826.
4.2. Journaal van zijn verblijf in onder meer Lausanne, 'om zeven uuren ging
ik naar het postkantoor waar ik het genoegen had goede tijding van huis te
ontvangen.'
1.1. Hoop, Jan Gerard van der.
1.2. 1843 (Hoogezand, 23 december) - 1900 (Groningen, 9 maart).
1.3. Zoon van mr. David van der Hoop (1805-1847) en A.C. Woldringh (1811-1886),
kleinzoon van A.J. van der Hoop. Echtgenoot (1885) van Caroline Louise
Dorothée Charlotte Gallée (1849-1893). Jurist. Ambtenaar
van het Openbaar Ministerie Groningen (vanaf 1886) en griffier van het kantongerecht
aldaar. 2.1. Den Haag, Centraal Bureau voor Genealogie: FA Van der Hoop (FA
00163), doos 21 (nr. 8).
2.2. 21 x 17; 60 p.
2.3. Mijn dagboek.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. 'Reeds lang heb ik [...] het plan opgevat in een dagboek mijne dagelijksche
indrukken op te teekenen. Eindelijk maak ik hiermede een begin, nu ik mijn
twee en twintigste levensjaar ben ingetreden [...].'
3.3. 1865 (23 december) - 1866 (1 april).
4.2. Introspectief dagboek - 'ik ben toch een wonderlijk mensch' - met tevens
veel informatie over zijn dagelijks leven: boeken die hij leest, kerkgang,
beluisterde redevoeringen (o.a. Opzoomer), bezoeken, contacten,
Nutsavonden. Aan het eind worden de aantekeningen steeds beknopter en middenin
het schrift houden ze op. Mogelijk is het overlijden van zijn broer in deze
periode hieraan debet. Op 24 maart tekent hij hierover aan: 'lachten wij soms
al om zijn naive, soms belaghelijke denkbeelden, wij allen hielden toch
veel van hem, hij was zoo kinderlijk, zoo oprecht, zoo vriendelijk en hartelijk.'
1.1. Hoorn, Hendrik Jacob van.
1.2. 1818 (Amsterdam, 18 december) - 1865 (Singapore, 15 november).
1.3. Zoon van Pieter Theodorus van Hoorn (1774-1842) en Elisabeth M.
Smissaert (1777-1852). Agent Nederlandse Handel Maatschappij te Singapore.
2.1. Amsterdam, GA Amsterdam: FA van Hoorn (518), 185.
2.2. 20 x 16; 134 p.
2.3. True my old friend thou are right.
2.4. EN; NL.
3.1. Autobiografie/reisverhaal.
3.2. 'I firmy believe that the life of every person, may he be never so insignificant,
if recorded with truth and sincerity, can be of use to the wise and moral
observer of human nature.'
3.3. 1841-1843.
4.1. 1818-1843.
4.2. Autobiografisch verhaal, dat begint met een bespiegeling over het nut
van het schrijven van zo'n verhaal. 'It [this autobiography] shall become
my darling, the child of my brain, my experience, for which I shall have more
than a parental fondness, to which I shall turn for consolation in melancholy
hours.' Beschrijft daarna in enkele tientallen pagina's zijn leven tot 1840
en vervolgt met een journaal van een reis naar Java in 1843.
1.1. Hoorn, Hendrik Jacob van.
2.1. Amsterdam, GA Amsterdam: FA van Hoorn (518), 186.
2.2. 21 x 17; 16 p.
2.3. Sedert den 28 January is mijn dagboek een gesloten boek voor mij geweest
[...].
2.4. NL; EN.
3.1. Dagboek.
3.3. 1846-1847.
4.1. 1846-1847.
4.2. Kort beschouwend dagboek. Ondanks de zeer beperkte omvang de moeite
waard door de gedachten die Hendrik hier uit. And is this all can you do
no more than giving out the grief and sorrow of this human life.'
1.1. Hora Siccema, Harco Theodorus.
1.2. 1842 (Den Haag, 9 augustus) - 1921 (Den Haag 1 oktober).
1.3. Zoon van Otto Willem Hora Siccema (1805-1879). Lid gemeenteraad
Den Haag. Raadsadviseur van Willem III voor Waterstaat en Spoorwegen.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling) : collectie Hora Siccema (2.21.037.05)
90D-90F.
2.2. Souvenirs. Mon père nous conseille, à ma sSur et à ma
de prendre de bonne heure l'habitude de noter de temps à autre les événements
dont nous sommes témoins, ou dont le souvenirs pourait un jour nous être
agréable ou utile.
2.3. Drie delen; 20 x 16; 150 p.
2.4. FR; NL.
3.1. Dagboek; herinneringen.
3.3. 1854 (januari) - 1863 (24 januari).
4.1. 1854 (januari) - 1863 (24 januari).
4.2. Het dagboek bestaat uit drie schriften, waarvan het eerste in het Frans
is geschreven en de andere twee in het Nederlands. Verhaalt over familieaangelegenheden
en onder meer over zijn tijd in militaire dienst. 'Toen ik 14 dagen in dienst
was geweest kreeg ik op een goeye morgen de koorts en werd een van de 350
man die ons regiment aan de koorts in het hospitaal lagen.'
1.1. Hora Siccema, Otto Willem.
1.2. 1805 (Groningen, 5 januari) - 1879 (Den Haag, 10 oktober).
1.3. Zoon van Harco Hilarius Hora Siccema (1770-1827) en Amelia Coralina
Falck (1779-1852). Echtgenoot van Petronella Ama Mary Catharina van Capellen
(1814-1848). Ambtenaar op diverse departementen, president Algemene
Rekenkamer.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): collectie Hora Siccema (2.21.037.05)
55.
2.2. 33 x 20; 80 p.
2.3. Herinneringen 1833-1838
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1833-1838.
4.1. 1833-1838.
4.2. Vrijwel dagelijkse aantekeningen over zijn persoonlijke en zakelijke
wederwaardigheden. '1 jan. 1835. Het denkbeeld om dagelijks op te teekenen,
wat men merkwaardigs gehoord of gezien, bijgewoond of ondervonden mag hebben
heeft mij altijd zeer toegelachen. Er ontstaat daardoor een memorandum dat
voor latere jaren niet van belang ontbloot is - behalve nog dat daardoor eenig
resultaat verkregen wordt van het dagelijkse leven.
1.1. Hora Siccema, Otto Willem.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): collectie Hora Siccema (2.21.037.05)
55A-55B B.
2.2. Vrijdag 11 april 1856. Wellicht zijn er weinigen [...] landgenooten,
die gedurende een vijftig jarig leven, zich zoozeer het verwijt hebben behoeven
te doen, 't welk ik mij nog dagelijks doe, van zoo vele uren zoo geheel nutteloos
te laten voorbijvliegen.
2.3. Achtentwintig delen; 20 x 16; 1400 p.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1856 (1 april) - 1879 (1 oktober).
4.1. 1856 (1 april) - 1879 (1 oktober).
4.2. Dagboek over familieaangelegenheden en zakelijke gebeurtenissen. Niet
dagelijks bijgehouden, maar langere stukken om de zoveel tijd. Soms ook
beschouwend. Ook over politieke ontwikkelingen.
'Meerdervoort 1 januari 1860, Mijne lieve dochter Jetty bood mij nog
dezen morgen, als nieuwjaargeschenk, een allerliefst gebonden boekje
aan- reeds gedeeltelijk volgeschreven met stichtelijke gedichten in verschillende
talen. Met innig welgevallen zag ik daarin een nieuw blijk van de gelukkige
richting van haar jeugdig gemoed.'
6. Zie ook inventarisnummer 97: dagboek betreffende zijn financiële
uitgaven 1836, 1841-1846. Bevat ook een aantal pagina's met dagboeknotities,
naast lijstjes met uitgaven.
1.1. Hora Siccema, Otto Willem.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): collectie Hora Siccema (2.21.037.05)
56B.
2.2. Maart 1851. Harco vroeg mij voor enige tijd, dat ik mijne levensgeschiedenis
voor hem zoude schrijven.
2.3. 24 x 20; 280 p.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. Voor zijn zoon geschreven.
3.3. 1846-1859.
4.1. 1805-1859.
4.2. Levensbeschrijving geschreven op verzoek van zijn zoon Harko. 'Mij viel
het onwaardeerbaar geluk te beurt brave en verstandige ouders te bezitten
en lang te behouden. Mijne Moeder was mijn Mentor, mijn vader mijn vriend.'
Ook bespiegelingen over het geloof ('Zonder Godsdienst is er geen waar geluk
denkbaar') en zijn echtgenote en de opvoeding van zijn kinderen (over de kostschoolopvoeding
van dochter Jetje).
1.1. Hora Siccema, Otto Willem.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): collectie Hora Siccema (2.21.037.05)
53.
2.2. 33 x 21; 266 p.
2.3. Toen ik den 5e Januari dezes jaars mijn 70e jaar bereikte, kon
ik met mijn kinderen en kleinkinderen geen vreugdefeest vieren.
2.4. NL
3.1. Autobiografie.
3.3. 1875.
4.1. 1805-1840.
4.2. Autobiografie tot 1840 over zijn persoonlijke en openbare leven. 'Mij
in den jaren 1847 te Pau bevindende vond ik daar ener mijnen Franschen dienstmeisjes,
Pauline Rive, in het bezit van een Duitschen Almanak: zij stond mij die gaarne
af: het was het jaar 1805. De Russische tijdrekening en die der Fransche revolutie
kwamen daarin voor; zoo zag ik dat de 5 january 1805, mijn geboortedag op
een zaterdag gevallen was: 24 Dec. 1804 bij de Russen en 15 Nivôn, an
XIII bij de Franschen.'
1.1. Hora Siccama, Willem.
1.2. 1763 (Groningen, 6 september) - 1844 (Groningen, 1 juni).
1.3. Zoon van Johan Hora Siccama en Egberta Louisa Beckeringh. Echtgenoot
(1786) van Johanna Christina Eytelwein (1762-1837). Promoveerde in 1786 te
Groningen in de rechten. Maire en burgemeester van Groningen, lid Provinciale
Staten van Groningen.
2.1. Den Haag, Centraal Bureau voor Genealogie: KNGGW FA Hora Siccama doos
5.
2.2. 34 x 21; 247 p.
2.3. Bijvoegselen gemaakt door Willem Hora Siccama op de registers van de
geslachten Hora Siccama en Eytelwein en andere daarmede vermaagschapte geslachten
opgemaakt in den jare 1824 door zijnen zoon Johan Frans Hora Siccama.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. Opgesteld voor het familieboek.
4.1. 1763 (6 september) ‑ 1838.
4.2. Beschrijving van jeugd en ambten, vooral in de stad Groningen, en zijn
andere activiteiten aldaar. Tevens een levensbeschrijving van zijn echtgenote.
1.1. Hotz, A.
1.2.
1.3.
2.1. Leiden, UB: Hs BPL 2736-2741.
2.2. Zes delen; 25 x 20; ca. 1250 p.
2.3. Besloot maar weer een meer uitgebreid dagboek te houden.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1913-1925.
4.1. 1913-1925.
4.2. Zeer omvangrijk dagboek in zes delen, geschreven in Engelse gedrukte
'diaries' (een soort kruising tussen almanak en agenda). Iedere dag heeft
een pagina. Hotz houdt zich aan die indeling. Uit de jaren 1914, 1918 en 1920-1924
zijn er geen aantekeningen. Er staan ook bezoekerslijsten in en observaties
over het weer. Veel beschrijvingen van zijn dagelijkse bezigheden, ook over
zijn fysieke toestand, '1/2 [9] ontbeten. Nog altijd wat migraine. Post brengt
alleen een brief van Anita over zaak Popper-Müller.'Daarnaast ook politieke
meningen '11 april 1916, Er is geen hoop. De lieden aan het der regering deugen
niet. Totaal en tamelijk, maar zonder geboorte, wat kan men ook verwachten
van een gewezen postbeambte.' De tussenliggende delen ontbreken klaarblijkelijk.
Meest na 1914. Niet al te makkelijk leesbaar handschrift.
1.1. Houwink, Anna Aleida.
1.2. 1848 (Heerenveen, 4 september) - 1929 (Empe, 14 maart).
1.3. Dochter van Roelof Houwink, arts, en Metje Spree. Echtgenote (1870)
van Anne Karel Philip Frederik Robbert van Hasselt.
2.1. Zutphen, Stadsarchief Zutphen: FA van Hasselt, 783.
2.2. 21 x 16; 250 p.
2.3. Familie boekje 1903. Dit boek is voor Margot, zij kan er wel uit voorlezen
wat zij wil en zij mag er over beschikken. Mijn zoons mogen dat alles ook
wel lezen.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1903-1928.
4.1. 1903-1928.
4.2. Dit dagboek is begonnen als familieboekje, maar uitgegroeid tot dagboek
van de laatste vijfentwintig jaar van haar leven. Het is niet dagelijks bijgehouden,
maar toch vrij compleet. Verhaalt van haar wederwaardigheden, afgewisseld
met persoonlijke bespiegelingen, ook over de dood van haar man Rob van Hasselt:
'Den 10den om half een is hij gestorven, mijn lieve Rob'. Ook over haar
kinderen en kleinkinderen en de Eerste Wereldoorlog.
6. Zie Van Hasselt.
1.1. Houwink, Anna Aleida.
2.1. Zutphen, Stadsarchief Zutphen: FA van Hasselt, 830.
2.2. 21 x 17; 125 p.
2.3. Herrinneringen van A.A. van Hasselt-Houwink. 'Ik denk aan een heel lang
geleden tijd, den tijd toen ik heel klein was.'
2.4. NL.
3.1. Herinneringen.
3.3. 1927.
4.1. 1848-1900.
4.2. Herinneringen aan haar jeugd, schoolgaan, 'Met heel lange gezichten
kwamen alle examinatoren mij vertellen dat ik geslaagd was. Dat had Verwijs
hun opgestookt, hij was wel een plaaggeest. Ik was wel heel blij, ik had ze
wel allen willen omhelzen. Dit vertelde ik later eens aan Verwijs en hij zei
dat hij 't heel jammer vond dat ik het niet gedaan had', haar engagement met
Van Hasselt en het opgroeien van haar eigen kinderen. Goed geschreven, met
tal van aardige details die een mooi beeld geven van de jeugd van deze doktersdochter.
6. Een fotokopie van deze herinneringen bevindt zich in het IIAV te Amsterdam
(collectie egodocumenten).
1.1. Hovy C.W.
1.2. 1847 (Beverwijk, 27 juni) - na 1920.
1.3. Echtgenote van Isaac Esser, zoon van Isaac Esser.
2.1. Amsterdam, Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme:
89 plaatsingslijst familie Esser, 74.
2.2. 21 x 14; 43 p.
2.3. Iets over mijn leven.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. 'Op verzoek van mijn lieven Jo wil ik enkele punten uit mijn leven opschrijven.'
3.3. 1918.
4.1. 1847-1918.
4.2. 'Ik schreef over mijn onbelangrijk persoontje alleen zoveel omdat Papa
er zo'n plezier in had.' Aardige en gedetailleerde autobiografie die
een beeld geeft van haar leven en de kennismaking met haar man. 'Ik moest
b.v. altijd mijne zondagskinderen door een poortje in den tuin binnenlaten
[...] en toevallig (!) zag ik dan soms het witte hooge voorhoofd met
zwarte krullen in den tuin naast ons.' Later over het leven als vrouw van
een leraar Engels aan het Stedelijk Gymnasium te Haarlem.
6. Zie Esser.
1.1. Huber, Johannes Lambertus.
1.2. 1750 (Leeuwarden, 8 augustus) 1826 (Blessem, 30 mei).
1.3. Zoon van mr. Ulrich Herman Huber en Catrina Berghuis. Echtgenoot (1773)
van Metje Turnhout. Van 1769 tot 1780 konvooimeester te Makkum. Patriot. Bekleedde
diverse politieke functies, o.a. lid van de Staten Generaal en van de Nationale
Vergadering. Vanaf 1803 vervulde hij in verschillende plaatsen in Friesland
functies als vrederechter en grietman.
2.1. Den Haag, Centraal Bureau voor Genealogie: GHS 80 C30/P Hub/depot.
2.2. 19,5 x 16; 170 p.
2.3. Kort levensberigt van J.L. Huber, door hem zelf opgesteld en aan zijne
kinderen en kindskinderen nagelaten om daarvan zoodanig gebruik te maken,
als zij noodig zullen oordelen.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
4.1. 1750-1826.
4.2. Beschrijving van zijn leven, o.a. over zijn vlucht naar de Zuidelijke
Nederlanden rond 1787 en over de Bataafse omwenteling.
6. Een ander exemplaar in Leeuwarden, Tresoar Hs 7454). Afwijkend in formaat
en omvang.
1.1. Hubrecht, Paul François.
1.2. 1880 (Leiden, 8 juli) - 1929 (Den Haag, 18 februari).
1.3. Zoon van prof.dr. Ambrosius Arnold Hubrecht (1853-1915) en Johanna Maria
Molewater (1853-1937). Echtgenoot van 1) Anna Petronella van Oordt (1884-1981)
en 2) Carry Alide Breitenstein (1892-1974). Geoloog. Directeur Mij. tot
Exploitatie der suikerondernemingen en cultuurondernemingen te Nederlands-Indië.
2.1. Leiden, Gemeentearchief Leiden: FA Hubrecht (529), 924.
2.2. 22 x 14; 92 p.
2.3. Heidelberg 26 april-1 mei; Zaterdag 26 April te 5 ½ uren vertrek
naar Keulen.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1902 (26 april) - 1902 (18 juli).
4.1. 1902 (26 april) - 1902 (18 juli).
4.2. Dit dagboek is bijgehouden tijdens zijn studie geologie in Heidelberg
(gedurende een zomersemester). Geeft een goed en gedetailleerd beeld van het
academische leven te Heidelberg. 'Ik [ging] met de zoon des huizes nog een
kijkje nemen in de AntrittsKneipe [...]. Het zeer plechtige officieele was
al voorbij en er waren veel oudere leden, zoodat dit geen absoluut zuivere
indruk geven kan van een dergelijke bijeenkomst. Zij kenmerkte zich door
buitengewone gemoedelijkheid en veel goed Bier in flinke glazen.' Ook
beschrijvingen van enkele uitstapjes.
6. Zie ook de archiefnummers 925-927, 931: agenda's waar enkele aantekeningen
in staan, meestal zeer korte beschrijvingen van bestemmingen. De archiefnummers
933 en 934 bevatten aantekenboekjes van P.F. Hubrecht. Dit zijn opschrijfboekjes
met losse notities.
1.1. Hubrecht, Paul François.
2.1. Leiden, Gemeentearchief Leiden: FA Hubrecht (529), 950-974.
2.2. Vijfentwintig delen; 16 x 10; ca. 3000 p.
2.3. Aantekeningen; Tocht langs de keizerin Augusta rivier.
2.4. NL.
3.1. Dagboekaantekeningen.
3.3. 1910-1921.
4.1. 1910-1921.
4.2. Dagboekaantekeningen van vooral wetenschappelijke aard en veelal over
expedities naar de binnenlanden van Nieuw-Guinea. Met schetsen, kaarten, tabellen
en andere illustraties. Bestaat voor het grootste deel uit verslagen.
Het dagboek loop door als Hubrecht in 1914 in Nederland is. Hij schrijft dan
in zogenaamde 'diary'-agenda's. Gedeeltelijk overlappen deze aantekeningen
de wetenschappelijke verslagen. Daarin staan meer huiselijke zaken: 'Maandag
23 november 1914, 's morgens de geheelen morgen boodschappen gedaan, weerzo
's middags. 's avonds te 9 u naar Den Haag.' Daarna in de jaren 20 weer verslagen
van wetenschappelijke expedities. Redelijk leesbaar, maar zeer uitgebreid.
1.1. Hubrecht, Paul François.
2.1. Leiden, Gemeentearchief Leiden: FA Hubrecht (529): Aanvulling II. Doos
19.
2.2. Taai ben ik bovenmate. Dat heb ik op gelukkige wijze wederom in de nu
juist afgelopen 14 dagen gemerkt.
2.3. Twee pakken; 34 x 21; 440 p.
2.4. NL.
3.1. Dagboekjournalen.
3.3. 1910-1913.
4.1. 1910-1913.
4.2. Getypte journalen in folioformaat, ontstaan uit brieven. Beschrijft
zijn wetenschappelijke expedities naar de binnenlanden van Nieuw Guinea.
Komt gedeeltelijk overeen met de dagboeken en verslagen in handschrift, maar
soms uitgebreider. '16 maart 1912. We hadden de paketboot heden niet verwacht,
daar ze gewoonlyk niet meer na 10 uur komt. Met een gevoel van weemoed zien
we haar te 12 uur binnenstomen daar nu het fatale moment van afscheid van
Hollandia weldra aangebroken is.' Boeiende verslagen van wetenschappelijke
expedities naar onontgonnen gebieden van Nederlands Nieuw-Guinea uit het begin
van de twintigste eeuw. Niet alleen in specifiek wetenschappelijk opzicht,
maar ook voor de mentale en culturele gesteldheid van toenmalige onderzoekers.
1.1. Hubrecht, Pieter Glaudius.
1.2. 1805 (Leiden, 19 januari) - 1874 (Den Haag, 20 september).
1.3. Zoon van mr. Paul François Hubrecht (1778-1846) en Maria van
Lelyveld (1776-1809). Jurist. Burgemeester en secretaris Leiderdorp, lid gemeenteraad
Leiden, plaatsvervangend kantonrechter Leiden.
2.1. Leiden, Gemeentearchief Leiden: FA Hubrecht (529), 457-458.
2.2. Twee delen; 19 x 16 en 16 x 10; 150 p.
2.3. Dagboek van P.G. Hubrecht. begonnen den 1ste Augustus 1822.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1822; 1829-1831.
4.1. 1822; 1829-1831.
4.2. Het geheel is een mengelmoes van overdenkingen (vooral rond zijn verjaardag)
en beschrijvingen van zijn dagen. Het dagboek wordt niet dagelijks bijgehouden.
Begint met een aantal beschrijvingen van zijn dagelijkse belevenissen: 'Donderdag
22 Aug. '22. Deze dag stond ik om zes uren op, werkte voor het ontbijt wat
in de tuin na het ontbijt ging ik naar mijn kamer las wat in Pestel schreef
wat en om twaalf uren ging ik snoek vangen.' Vervolgens veel aantekeningen
over preken en religieuze bespiegelingen: 'God sterke mij daarin en geve mij
kracht om alle kwade gedachten, lusten en begeerten te nederslaan.'
1.1. Hudig, Ferrand Whaley.
1.2. 1734‑1797.
1.3. Koopman. Ferrand Whaley Hudig begon op 13 april 1756 zijn eigen bedrijf
onder de firmanaam Ferrand Whaley Hudig, waarbij hij handel dreef op West-Indië en
met name op Suriname. Hij was, evenals zijn vader, directeur van de Levantse
handel. Ook was hij enige jaren schepen van Cool en president‑commissaris
van het Zeegerecht.
2.1. Rotterdam, GA Rotterdam: FA Hudig (412), 51‑56.
2.2. Diverse formaten; ca. 8000 p.
2.4. EN.; NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1765‑1795 (met hiaten).
4.1. 1765‑1795 (met hiaten).
4.2. Dagelijkse activiteiten, visites, ontmoetingen. Bevat ook briefjes,
bijvoorbeeld aan de meid met haar taken voor die dag. Ferrand Whaley Hudig
schreef de dagboeken in een moeilijk leesbaar schrift, half Engels en half
Nederlands, met geheimtekens voor gebeurtenissen en personen. Het dagboek
uit 1765 bevat een gedeeltelijke verklaring van de geheimtekens. Stukken uit
het dagboek die niet oorbaar geacht werden, zijn vernietigd. Met toelichting
op de dagboeken van Jan Hudig (1840‑1927).
6. De dagboeken zijn, op het dagboek uit 1765 na, genummerd 101‑178;
de nummers 140‑142 en 159 ontbreken.
1.1. Hudig, Jan.
1.2. 1769‑1858.
1.3. Koopman. Firmant van de firma Ferrand Whaley & Jan Hudig. Speelde
een belangrijke rol in het Rotterdamse openbare leven. Lid van de Municipale
Raad (1811‑1813) en van de Kamer van Koophandel en Fabrieken (1824‑1851)
en ouderling bij de Engels Presbyteriaanse Gemeente. Mede door hem kwam in
1806 de Rotterdamsche Assurantie Compagnie tot stand, waarvan hij ook commissaris
was. Van 1818-1858 was hij via de firma John Hudig (& sons) agent voor
Lloyd's scheepsverzekeringsmaatschappij te Rotterdam. In 1851 trok hij
zich grotendeels uit de zaken terug.
2.1. Rotterdam, GA Rotterdam: FA Hudig (412), 117‑119.
2.2. Drie delen; 13 x 4; ca. 300 p.
2.3. 1853 12 januarij ontfangen brief van C.D. Popken van de Zodiac Dato
Paramaribo 5 decemb. 1852 bezoek gehad van Capt. J.J. Hansen [...].
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1853 (12 januari) ‑ 1858 (6 januari).
4.1. 1853 (12 januari) ‑ 1858 (6 januari).
4.2. Korte aantekeningen van dagelijkse activiteiten, binnengekomen
brieven, bezochte vergaderingen, afgelegde bezoeken etc. Het dagboek bevat
veel namen 'heden visite gehad van de heer Kneppelhout'. Ook aandacht
voor zijn zaken (verkoop van schip, rechtszaken) en financiële aangelegenheden
(ontvangen huur, binnen gekomen en betaalde rekeningen). Ook over gebeurtenissen
(brand, ontploffing). Geen persoonlijke beschouwingen.. Lijkt als geheugensteuntje
te hebben gediend.
6. Het archief bevat ook een aantekenboek in drie delen over de periode 1847‑1853
(inventarisnummers 114‑116) waarin hij aantekeningen maakte van belangrijke
gebeurtenissen.
1.1. Hudig, Jan.
1.2. 1840‑1927.
1.3. Achterkleinzoon van Ferrand Whaley Hudig.
2.1. Rotterdam, GA Rotterdam, FA Hudig (412), 353.
2.2. Getypt (in tweevoud); 28 x 20; 65 p.
2.3. Herinneringen. My is van zoo betrouwbare zyde verzekerd dat ik op 24
november 1840 geboren ben, dat ik dit feit voor waar aan neem.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1918.
4.1. 1840‑1927.
4.2. Over eerste authentieke herinneringen, genoten onderwijs, lezen, bewoonde
huizen in Rotterdam, carrière, gebeurtenissen in de familie, gezondheidsperikelen,
zeereis naar Batavia en verblijf te Batavia.
6. Er is ook een exemplaar op het KITLV H.872.
1.1. Hudson, Abraham.
1.3. (Vlaams?) koopman.
2.1. Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek I 356, I 357.
2.2. Twee delen; 29 x 18,5; 86 p. en 56 p.
2.3. Choernaal aan boodt van het schept. de Josephina, Anno 1828. Vaan Rio
de Jannerro naar Antwerpen, Behoren aan Abm Hudson. Amsterdam. I 357: Charlan
van A. Hudsobn. Au bord de Josefhina van Antwerpen en gedesteneerd naar Rio
de Janirro 1829.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1828 (18 september) - 1830 (23 april).
4.1. 1828 (18 september) - 1830 (23 april).
4.2. Dagboek van een koopman, bijgehouden tijdens twee reizen naar Zuid-Amerika
en een tussentijds verblijf in Nederland en Vlaanderen, met name over de inkoop
van zeer diverse goederen (in Amsterdam en Antwerpen) en de verscheping naar
Zuid-Amerika, de verkoop van die goederen aldaar en de aankoop van retourvrachten.
Het schip was vermoedelijk in bezit van Hudson. Hij schrijft in een moeilijk
(Vlaams?) taalgebruik en het manuscript is moeilijk leesbaar door waterschade.
Het eerste en het tweede deel van het dagboek overlappen elkaar gedeeltelijk.
Het tweede deel stopt zeer abrupt (in Rio de Janeiro) met '23 Woensdag'.
1.1. Huffel, B. van.
1.3. Echtegnote van A. van den Ende.
2.1. Leiden, Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde: H 853.
2.2. Fotokopie; 28 x 22; 44 p.
2.3. Jeugdherinneringen uit Tempo Doeloe.
2.4. NL.
3.1. Autobiografische herinneringen.
3.3. 1964.
4.1. ?-1909.
4.2. Herinneringen aan haar kinderjaren op Borneo. Vol aardige details over
het leven van Nederlanders op Borneo in de eerste decennia van de twintigste
eeuw. Verhuizingen, feesten, verhouding met de bevolking, school en dergelijke.
'Die school met haar 4 lokalen, het grote voorerf, beschaduwd door talrijke
djoharbomen, alles staat me nog duidelijk voor de geest.'
1.1. Huidekoper, Anna Cecilia.
1.2. 1848 (Amsterdam, 4 september) - 1927 (Amsterdam, 13 april).
1.3. Dochter van Albert Huidekoper (1807-1854) en Aletta Jacoba
Rahusen (1814-1870). Echtgenote (1878) van Hendricus Coenradus Steenbergen
(1827-1899), arts.
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): F d 22.
2.2. Typoscript; 27 x 20,5; 55 p.
2.3. Kinderherinneringen van Anna Cecilia Steenbergen, geboren Huidekoper,
geb. 4 sept. 1848, overl. 13 april 1927 in brieven aan haar kleinkinderen
van mei 1923 tot april 1925.
2.4. NL.
3.1. Herinneringen in briefvorm.
3.3. 1923 (mei) - 1925 (april).
4.1. Ca. 1846 - ca. 1861.
4.2. Zeer gedetailleerde herinneringen aan de jeugdjaren van de auteur in
de hogere Amsterdamse burgerij, met uitgebreide beschrijvingen van de het
gezin, verwante families (o.a. Van Eeghen), personeel, opvoeding, leesgedrag
('Vader Cats, Camphuizen waren lievelingsdichters [...] en de werken van Jung
Stilling, vooral zyne levensherinneringen werden verslonden'), een kuurverblijf
in Homburg, feesten etc. De zomers werden doorgebracht in buitenhuizen (o.a.
aan de Vecht) en de winters in Amsterdam (Keizersgracht).
6. Een tweede exemplaar in Leeuwarden, Tresoar.
1.1. Hull, Willem van den.
1.2. 1778 (Haarlem, 16 september) - 1858 (Haarlem, 7 juli).
1.3. Zoon van Willem van den Hull (1749-?), brievenbesteller te Haarlem,
en Wilhelmina de Bell (1744-?). Onderwijzer, onder meer te Haarlem, was daar
vervolgens enkele jaren voorzanger in de Waalse kerk, hield daarna een kostschool.
2.1. Haarlem, Teylers Museum.
2.2. 25 x 20; 635 p.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1841-1842.
4.1. 1778 (16 september) - ca. 1840.
4.2. Verslag van zijn leven vanaf de geboorte, ouders, broers, ooms en tantes,
opvoeding, scholing, onderwijzerschap, verliefdheden. Met een aanvulling
van latere datum.
1.1. Hurau, Carel Stephanus.
1.2. 1755 (Den Haag, 11 augustus) - 1831 (Den Haag, 9 februari).
1.3. Zoon van Carel Hurau (1724-1807), goud- en zilversmid, en Adriana Bogaardt
(1721-1801). Echtgenoot (1785) van Adriana Broekman (1756-1831). Goudsmid,
gevestigd in de Schoolstraat in Den Haag. Oranjegezind, actief als diaken
van de hervormde kerk. Had letterkundige belangstelling. Verhandelingen
van zijn hand werden diverse malen bekroond.
2.1. Den Haag, Gemeentearchief: bibliotheek, Ee 3 (1-47).
2.2. Zevenenveertig delen; diverse formaten; ca. 4000 p.
2.3. Nieuw verkorene ouderlingen waren [...]. De beroemde geleerde jood Mozes
Mendelszoon overleed te Berlin.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1785-1830.
4.1. 1785-1830.
4.2. Aantekeningen (tot 1796 in almanakken) van kerkelijk nieuws, gebeurtenissen
in Den Haag en elders, het weer, incidenteel eigen activiteiten. Alle delen
zijn voorzien van een register.
6. Mogelijk is een deel van de aantekeningen van de hand van de vader van
de auteur.
1.1. Huyssen van Kattendyke, Willem Johannes Cornelis van.
1.2. 1816 (2 januari) - 1866 (6 februari).
1.3. Zeeofficier: opleiding te Medemblik; 1851 luitenant ter zee 1e klasse;
1858 luitenant-kapitein ter zee; 1861-1866 minister van marine. Diende van
1857-1859 in Japan.
2.1. Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek, B II 312.
2.2. 33,5 x 20,5; 228 p.
2.3. Journaal gehouden gedurende het verblijf op Desima in Japan door W.J.C.
Ridder Huijssen van Kattendyke Luitenant ter Zee 1e klasse [...] van oktober
1857-1859.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. In de uitgave ('Voorberigt'): 'Ik bepaalde mij tot het opteekenen van
mijn wedervaren en van de indrukken, die ik opdeed, alleen om mijn geheugen
te gemoet te komen.'
3.3. 1857 (oktober) - 1859 (oktober).
4.1. 1856 (juli) - 1859 (oktober).
4.2. In 1856 schonk de Nederlandse koning het opleidingsschip ss Japan aan
Japan. Een deel van het personeel dat dit geschenk naar Japan voer, bleef
daar om de Japanners onderwijs in o.a. de zeevaartkunde te geven. Huyssen
van Kattendyke gaf leiding aan deze mensen en maakte aantekeningen over
de periode dat hij in Japan verbleef. Zijn dagboek is zakelijker van toon
dan dat van een van de instructeurs, H. Wichers, en heeft enigszins het karakter
van een scheepsjournaal.
1.1. Idenburg, Alexander Frederik.
1.2. 1861 (Rotterdam, 23 juli) - 1935 (Den Haag, 28 februari).
1.3. Zoon van Petrus Johannes Idenburg, arts, en Rosine Alexandrine
Frederik van der Hedge Spies. Opleiding Koninklijke Militaire Akademie. In
1901 lid Tweede Kamer voor de ARP; in 1902 minister van Koloniën, in
1905 gouverneur van Suriname; later weer minister en van 1909-1916 gouverneur
generaal Nederlands-Indië.
2.1. Amsterdam, Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme:
129 (Inventaris Idenburg), B.XXXIV - 4.
2.2. 34 x 21; 212 p.
2.3. Autobiografie.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. 'Het doel van deze aanteekeningen is niet het geven van een goed sluitende
levensgeschiedenis, [...] Dat doel is om in het licht te stellen hoe wonderlijk
tot in kleinigheden God ons leven heeft geleid.'
3.3. 1915?
4.1. 1882-1914.
4.2. Zeer uitvoerige en godvruchtige autobiografie. Weinig intiem, maar wel
persoonlijk. Begint met zijn aanstelling als militair in Nederlands-Indië.
'Te Willem I logeerden wij bij de familie van Oorschot, van wie wij gedurende
ons verblijf aldaar buitengewoon veel hartelijkheid ondervonden.' Vooral
veel informatie over de periode van voor zijn benoeming tot minister.
1.1. Ivens, Wilhelm.
1.2. 1849 (Efferen (Pruisen), 14 juni) - 1941 (Nijmegen, 29 augustus).
1.3. Echtgenoot van 1) Maria Gerarda van Leeuwen en 2) Dorothea Muskens.
Fotograaf te Nijmegen. Lid van de gemeenteraad.
2.1. Nijmegen, Gemeentearchief Nijmegen: collectie Kokke (stukken Ivens),
41-42.
2.2. 20 x 16; 75 p.
2.3. Voetstappen van den tijd in Nijmegen; Nijmeegse Aantekeningen.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1907-1919.
4.1. 1907-1919 (1927).
4.2. Dagboek met veel knipsels over Nijmeegse zaken en voorvallen. 'Kunnen
deze persoonlijke aantekeningen ooit voor publicatie mochten gebruikt worden,
dan moet daar worden uitgelicht alles wat onaangenaam van met name genoemde
personen mocht beschreven zijn.'
6. Zie de inventaris van het Gemeentearchief Nijmegen: plaatsingslijsten
band V, p. 47.
1.1. Jackson, Robert Alexander.
1.2. 1812 (Gorinchem, 7 april) -1901 (Utrecht, 15 februari).
1.3. Zoon van Thomas MacJackson en Elisabeth Pringle. Uit een familie van
Schotse militairen. Militair, Luitenant-generaal, zitting in het Hoog Militair
Gerechtshof, Adjudant Willem III en Wilhelmina. Eerste huwelijk (1846) met
Gertruda Wilhelmina Twiss (1818-1853). Tweede huwelijk (1855) met Caroline
Phebe Bert (1826-1902).
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): R. A. Jackson (2.21.234), 10.
2.2. 33 x 20; 22 p.
2.3. Voor Robert Jackson van zijn vader.
2.4. NL.
3.1. Autobiografische aantekeningen.
3.2. 'Ik wil dit verdriet [het verloren gaan van de papieren van zijn vader]
[...] aan mijn kinderen besparen, ik maak daarom bij deze aantekeningen, mijn
familie betreffende.'
3.3. 1878.
4.1. (1788) 1809-1878.
4.2. Hij behandelt de wederwaardigheden van zijn militaire carrière,
zijn zakelijke contacten met het koningshuis. 'Ik werd [...] 30 April 1832
2 Luitenant effectief op een jaarlijks tractement van van F. 1200,-.'
Tweede deel handelt over zijn persoonlijke leven. 'Tijdens mijn verblijf
aan de applicatieschool te Breda trouwde ik den 26 augustus
1846 met uw moeder jonkvr Gertrude Twiss geboren den 18 mei 1818 te Oirschot.[...]
Uw moeder was een lieve, zeer beschaafde waardige vrouw, wij hadden elkander
waarlijk lief.'
6. In het archief bevindt zich correspondentie van Willem III en koningin
Emma.
1.1. Jacobi, Johannes.
2.1. Rotterdam, GA Rotterdam (handschriftenafdeling I): 647.
2.2. 18 x 15; ca. 43 p.
2.3. January, aanmerkingen over het weder. [p.2:] in January (17) 't Gras
in t' Overmaasche, groen + van nieuw af opgesproten.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1834.
4.1. 1834.
4.2. Vrij onpersoonlijke aantekeningen die zijn geschreven in Van Zwaanen's
en Thompson's Almanak van 1834. Veel over het weer, de windrichting
etc., gemaakte wandelingen, nieuwtjes uit de krant en gebeurtenissen in
Rotterdam. Informatie over zijn dagindeling en het lezen van kranten.
1.1. Jacobse, Adriaan.
1.3. Metgezel op de expeditie van Alexandrinne Tinne. Eén van de matrozen
die haar op haar laatste reis vergezelden.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): aanwinsten 1925 (2.21.008.01) 240.
2.2. 30 x 20; 60p.
2.3. Ons vertrek van Mourzouk.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 5 juni 1869 - 31 juli 1869.
4.1. 5 juni 1869 - 31 juli 1869.
4.2. Verslag van de laatste twee maanden van de laatste reis van Alexandrinne
Tinne. '31 juli des morgens vroeg kwamen de kamelen en werd dadelijk
opgeladen en alles ging heel goed en ten 7 uure zijn wij vertrokken de Touaregs
hadden niets gezegd van de bagage ze hadden maar opgeladen er kwam nog een
Touareg die eene mooie witte kameel wilde verkopen, maar hij vraagt teveel
geld.' Geen beschrijving van de dag waarop zij werden vermoord.
1.1. Jagt, Max Butler van der.
1.2. 1873 (Boston, 22 september) - 1960.
1.3. Zoon van Jan Albertus van de Jagt, administrateur in Indië, en
Josephine Helene Heaton. Loopbaan Binnenlands Bestuur Indië, gouverneur
van Soerakarta. Hij was een fervent tegenstander van de 'ethische richting'.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): M.B. van der Jagt (2.21.205.26), 1-30.
2.2. Dertig delen; 22 x 21; ca. 4000 p.
2.3. Zal ik de pen opnemen. Of zal ik haar niet opnemen.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. Aanvankelijk bijgehouden om de eenzaamheid te verdrijven.
3.3. 1902-1948.
4.1. 1902-1948.
4.2. Uitvoerig dagboek met gedichten en zelf verzonnen verhaaltjes, krantenknipsels
en foto's. De delen negentien tot en met dertig zijn geschreven na 1914. Enkele
persoonlijke passages lijken weggeknipt te zijn. 'Ik schreef deze stukjes
als pas beginnend ambtenaar, eenzaam in het binnenland, eenzaam vooral 's
avonds. [..] 3 februari 1913. Er zit iets roerends in de wijze waarop de meisjes
zich hier aan ons overgeven, een vogel gelijk in de klauwen van het roofdier.
Ik had Cootje opgemerkt in kala, was achter haar gaan zitten met collega D.
achter haar en nog een vriendin en twee avonden later hadden beiden zich overgegeven.
[...] haar keurig fijne blanke lichaam, zoo tenger en toch zoo gevuld, heeft
zij mij geschonken, geheel aan mijner beschikking gesteld, En Betje uit
Rotterdam...'
1.1. Jamin, C.D.J.
1.2. 1876 (1 september) ‑ na 1934.
1.3. Zoon van de industrieel Cornelis Jamin (1850‑1907) en Maria Martina
van der Lagen. Echtgenoot (1903) van Hildegard Luise Weski (?-1906). Zijn
moeder overleed op negentienjarige leeftijd aan tbc. Zijn vader hertrouwde
met Louisa Reuter. C.J.D. Jamin trad na een kostschoolopleiding bij de Jezuïten
in Katwijk en een ingenieursopleiding in dienst bij de firma Jamin, maar
werd al snel ontslagen. Vertrok in 1898 naar Moskou en trad hier als constructeur
in dienst bij de firma Wiegand.. Vanaf 1907 mede-eigenaar van Jamin.
2.1. Rotterdam, GA Rotterdam (handschriftenafdeling I): 658‑673.
2.2. Zestien delen; 23 x 18; ca. 1250 p.
2.3. Memoires, 1 september 1876: Astrologie is een vak, waartoe ik mij
door gebrek aan appreciatie, nooit aangetrokken heb gevoeld.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1933‑1959.
4.1. 1876‑1959.
4.2. Zeer gedetailleerde en persoonlijke autobiografie, met vaak een bittere
en sardonische ondertoon, geïllustreerd met veel foto's. De auteur lijkt
beïnvloed te zijn door de theorieën van Freud. Gedetailleerde herinneringen
aan het huiselijk leven (carrière en karakter van zijn vader, dienstpersoneel
etc.), zijn verblijf op een kostschool (Katwijk: dagelijks leven verhouding
met de broeders, feestdagen, onderwijs etc.), uitjes (toneel), zijn carrière
(invoering nieuwe productietechnieken). Veel over klassenverschillen en hoe
dat werd ervaren (over de seksuele horigheid van de fabrieksmeisjes met
leden van de familie Jamin). Vergelijkt zijn eigen familie met de familie
Kegge van Hildebrand en de Buddenbrooks van Thomas Mann. Deel vijf gaat over
zijn bestaan als ingenieur in Rusland 1898-1904), geïllustreerd met foto's.
Beschrijft o.a. een bezoek aan een bordeel in Rusland en zijn huwelijk met
de Russin Hildegard Luise Weski in 1903. Geeft tot slot ook een analyse van
zijn eigen uit zijn opvoeding voortgekomen diepere motieven.
6. De eerste zeven bladzijden van de eerste band bevatten een inhoudsopgave.
Inventarisnummers 674‑678 bevatten vermoedelijk een bijgewerkte
kopie van de hoofdstukken 4‑10 over de periode 1876‑1913.
1.1. Janse, Leendert Bz.
1.2. Brouwershaven 31-12-1818/?
1.3. Zoon van Barend Janse (1789-1857), timmerman en aannemer, en Maria van
Actel (1792-1871). Echtgenoot van Cornelia van Nederveen (1822-?)). Werd op
elfjarige leeftijd hulpondermeester, later timmermansknecht, vervolgens lector
natuurkunde en stadsarchitect. Vanaf 1848 was hij lid van het Zeeuws
Genootschap.
2.1. Middelburg, Zeeuwse Bibliotheek: HS 3167.
2.2. 30 x 21; 16 p.
2.3. Janse (Leendert BZ). Ik ben geboren te Brouwershaven [...].
2.4. NL.
3.1. Memoires.
4.1. 1818-1884.
4.2. Zeer beknopte, puntsgewijze beschrijving van levensloop van de auteur
(opvoeding, opleiding, carrière, gewonnen prijzen, lijst van publicaties).
Vrijwel geen informatie over zijn persoonlijk leven. Alleen een lijst met
namen en data van zijn kinderen.
1.1. Jansen, Marin Henri.
1.2. 1817 (Antwerpen, 11 september) - 1893 (Den Haag, 10 september).
1.3. Zoon van Hendrik Jansen en Jacqueline Petronella van Maren. Zeeofficier
(schout-bij-nacht titulair 1889); lid Raad van State (1874). Verrichte op
het gebied van de hydrografie, meteorologie, aardrijkskunde en scheepvaart
baanbrekend werk. Introduceerde het meteorologisch journaal aan boord van
Nederlandse schepen, leidde de omwenteling op het gebied van het krijgswezen
op zee en leidde en behartigde de belangen van het poolonderzoek. Medeoprichter
van het Nederlands Aardrijkskundig Genootschap.
2.1. Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek I 090.
2.2. 33 x 20,5; 176 p.
2.3. Nadat de wind reeds eenige dagen het kompas rond gedraaid had [...],
waardoor de hoop van te kunnen zeilen even spoedig verydeld werd als ontstond,
begon het in den avond en nacht van den 21 op 22 november 1851 met stormvlagen
uit het NW te waayen.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1851 (ca. 21 november) - 1852 (ca. 30 mei).
4.1. 1851 (ca. 21 november) - 1852 (ca. 30 mei).
4.2. Persoonlijk dagboek bijgehouden tijdens een reis naar en verblijf in
Zuid- en Noord-Amerika aan boord van het marineschip 'Prins van Oranje'. Jansen
had de 'windkaarten van Maury' bij zich, de grondlegger van de maritieme meteorologie
en stippelde aan de hand hiervan een koers uit die de kapitein echter niet
volgde. Aan boord schrijft Jansen vaak reflectief over het leven van zeelieden,
hij doet verslag van discussies aan boord (bv. over straffen), de machtsverhoudingen,
leeservaringen, het leven aan wal, zijn verleden enz. De stukken die gaan
over bezoeken aan wal zijn voornamelijk beschrijvend met veel gegevens over
bezochte havens en cijfers over export. In Noord-Amerika ontmoet Jansen de
door hem zeer bewonderde F.H. Maury met wie hij samen naar Washington gaat.
Samen stelden ze een uniform journaal voor meteorologische waarnemingen op
zee op.
Het dagboek is door een onbekende voorzien van verbeteringen en commentaar,
o.m. over hoe het Jansen verder verging.
1.1. Jansen, Marin Henry.
2.1. Utrecht, UB: H.G. 142.
2.2. Losse katernen; 34 x 21; 550 folio.
2.3. Eindelijk heb ik mij laten overhalen om aan den jaren lang geuiten wensch
mijner vrienden te voldoen.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. Is het zwakheid van geest die maakt dat ik niet langer weerstand heb
kunnen bieden aan hunnen aandrang en vriendschappelijke belangstelling.
3.3. 1874-1875.
4.1. 1817-1875.
4.2. Uitvoerige autobiografie. 'Nu kan ik mij niet voorstellen dat de levensbeschrijving
van een ongekend gelukkig man belangwekkend kan zijn.' Beschrijving van
alle veranderingen gedurende zijn leven: 'Ik heb toch in mijn leven het eerst
de stoomkracht in de nijverheid zien toepassen, stoomschepen in de vaart zien
komen, spoorwegen zien bouwen, telegraaflijnen en onderzeesche telegraafkabels
zien leggen. Hetgeen alles tezamen genomen de geheele menschelijke maatschappij
en hare grondlagen zal aantasten.' Scherp waarnemer van de negentiende-eeuwse
wereld in en buiten Nederland. Beschrijft zijn jeugd te Antwerpen en
zijn jaren bij de Marine (vanaf zijn veertiende jaar) met veel details. Daarna
zeer uitvoerig over zijn actieve bestaan als marineofficier en onder meer
chef van de Afdeeling Materieel der Marine. Met veel ingesloten documenten
die betrekking hebben op zijn leven.
1.1. Jansen van Rosendaal, Pieter.
1.2. 1897 (Axel, 12 januari) - 1971 (Oostkapelle, 13 november).
1.3. Zoon van Jansen van Rosendaal (1855-?), landbouwknecht (later
keuterboer), en Elisabeth de Koeier (1859-?). Timmermansknecht.
2.1. Middelburg, Zeeuwse Bibliotheek: HS 5407.
2.2. 21 x 15; 22 p.
2.3. Jeugdherinneringen.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. 'Ter herinnering wil ik eens wat opschrijven over mijn inkomst in deze
wereld [...]'. Aan het eind een heilwens voor zijn kinderen.
3.3. 1970 (februari).
4.1. 1897-1922.
4.2. Over historische en familiegebeurtenissen tot aan het huwelijk van de
auteur: 'Het was inmiddels 1922 geworden en in juni 1923 zijn wij getrouwd.
Bij dit gekomen moet ik mijn relaas besluiten. Want moet ik doorgaan met alle
bijzonderheden ook van de afgelopen jaren op te schrijven, dan werd het een
dik boekwerk en het lijkt me wijzer dit laatste aan een echte boekenschrijver
over te laten. Alle bijzondere gebeurtenissen gedurende mijn leven staan me
nog nuchter voor de geest. Verder hoop ik dat al deze opgeschreven herinneringen
voor ieder van jullie hun waarde mogen hebben en behouden. Februari 1970.
Veel zegen toegewenst van jullie vader, Pieter Jansen van Rosendaal.'
1.1. Jansonius, J.G.
1.2. 1870 (Drachten, 30 november) - 1957.
1.3. Zoon van Gebrandus Jansonius, kruidenier, en Aukje Meter. Actief in
de SDAP en propagandist voor de drankbestrijding. In 1918 burgemeester
van Leeuwarderadeel.
2.1. Amsterdam, IISG: archief Jansonius.
2.2. Typoscript op microfilm; 41 p.
2.3. Memoires.
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.2. Voor zijn kinderen en kleinkinderen.
3.3. 1958 (voor).
4.1. 1870-1950.
4.2. Herinneringen aan zijn jeugd, de armoedige achtergrond en zijn vaders
problemen met de drank. 'Mede door Vader's zwakte op dit punt verliep de manifacturenzaak
en moesten we naar een éénkamer woning in de kerkstraat verhuizen.'
Verder vooral over zijn arbeidzaam leven in de socialistische beweging
in de eerste helft van de twintigste eeuw en zijn diverse ambten en functies.
1.1. Jazykow, Adelaide Petrovna.
1.2. 1827-1903.
1.3. Dochter van Peter Jazykow en Elisabeth Iwacheff. Echtgenote van Charles
Malcolm Ernest George van Bylandt, subaltern officier, diplomaat (standplaatsen
Berlijn, St. Petersburg, Stockholm, Londen, Constantinopel), kamerheer
i.b.d., 1818-1893.
2.1. Den Haag, NA (eerste afdeling): Van Bylandt supplement II (1.10.90.02)
176.
2.2. 28 x 22; 26 p.
2.3. Départ de Constantinople. Au mois de Mai 1865, mon mari avait
pris un congé de deux mois et nous avions quitté Constantinople
pour le passer à la Haye.
2.4. FR.
3.1. Herinneringen/memoires.
3.3. 1901.
4.1. 1865-1871.
4.2. Herinneringen aan haar verblijf te Berlijn. 'En 1866, quand les affaires
se brouillaient entre la Prusse et L'Autriche, à la fin d'une
soiré chez mad. d'Oubrit, Bismark prenait un verre de Champagne, lorsqu'il
dans un coupe de panier sur la table, mon mari lui en demande l'explication « Voyez
vous, mon cher comte, il est impossible d'etre grossier avec Karaleys » Karaleys
etait le type d'un gentleman et d'un grand seigneur. [K., Oostenrijker, was
op de soiré aanwezig, en Bismark wilde hem niet beledigen door niet
te toosten].'
1.1. Jelgerhuis, Johannes Rienksz.
1.2. 1770 (Leeuwarden, 24 september) - 1836 (Amsterdam, 6 oktober).
1.3. Zoon van Rienk Jelgerhuis (1729-1806), kunstschilder, en Catharina Hesselina
Greven. Was tweemaal gehuwd, in eerste huwelijk met Philippina van der Boon
(?-1801).Woonde achtereenvolgens te Leeuwarden, Amsterdam, Rotterdam, Delft,
en ten slotte sinds 1803 weer in Amsterdam. Aanvankelijk kunstschilder, later
toneelspeler.
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): XI G 6, XI G 7.
2.2. Twee delen; 20 x 15,5 en 17,5 x 11; 130 p.
2.3. Rollenboek. Gespeelde rollen als acteur te Amsterdam.; 2de Rollenboeken.
Gespeelde rollen. Aantekeningen van de dood van vele acteurs en actrices en
gehoorde zaken.
2.4. NL.
3.1. Aantekeningen.
3.2. 1805 (augustus) - 1817 (mei) (op het schutblad enkele aantekeningen
tot 1834); 1817-1830.
4.1. 1805 (augustus) - 1817 (mei) (op het schutblad enkele aantekeningen
tot 1834); 1817-1830.
4.2. Dagelijkse aantekeningen over door Jelgerhuis gespeelde rollen. Het
eerste deel is opgetekend in een almanak uit 1803, hier en daar met meer algemene
opmerkingen over het toneelleven, zoals het publiek, het rondreizen in de
zomer en bijzonderheden over de arbeidsomstandigheden van acteurs en actrices.
In het tweede deel tekende hij alleen zijn nieuwe rollen aan. De aantekeningen
over toneel zijn uitvoeriger dan in het eerste deel met veel gegevens over
het overlijden van collega's.
1.1. Jong, Arend de.
1.2. 1878 (Wyns, 22 november) - 1957 (Wyns, 28 januari).
2.1. Leeuwarden, Fryske Akademy.
2.2. Fotokopie; 236 p.
2.3. Dagboek van Arend de Jong, oud 10 jaren.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1888-1901.
4.1. 1888-1901.
4.2. Aantekeningen in verschillende handschriften over diverse zaken: boerderij,
familie, de krant.
1.1. Jong, Cornelis de.
1.2. 1762-1828.
1.3. Kapitein ter zee en na 1813 schout-bij-nacht. In 1813 woonachtig te
Vught.
2.1. Tilburg, bibliotheek Katholieke Universiteit Brabant: HS B 92.
2.2. 32 x 19,5; 109 p.
2.3. Geschiedenis van de inval der Kozakken in Noord-Brabant (1813).
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1813 (10 december) - 1814 (30 januari).
4.1. 1813 (10 december) - 1814 (30 januari).
4.2. Zeer gedetailleerd en persoonlijk getint verslag van de inval van de
kozakken in 1813: 'Den avond zou voorts kalm zijn afgeloopen zoo niet, omstreeks
10 of half 11 uren, terwijl wij aan de laatste robbert whist zaten, de keukenmeid
zeer verbaasd was binnen gekomen, roepende met eene benaauwde stem de heer
van Beresteijn naar buiten. Aanstonds viel de schrik op de vrouwen.' Ook veel
informatie over geruchtvorming, sociaal netwerk, dagelijkse activiteiten.
Het dagboek lijkt een in het net geschreven versie van een eerder dagboek.
Het is voorzien van een inleiding door de auteur en bevat tevens noten onder
aan de pagina waarover in de inleiding wordt opgemerkt dat ze naderhand
zijn geplaatst.
1.1. Jong, Inne de.
1.2. 1894 (Nijemirdum, 13 september) - 1975 (Balk, 27 maart).
1.3. Onderwijzer.
2.1. Leeuwarden, Tresoar: 078.333.1.24.
2.2. Fotokopie; 201 p.
2.3. Weromsjen yn tankberens.
2.4. Fries.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1894-1974.
4.1. 1894-1974.
4.2. Verslag van eigen leven.
1.1. Jong, Wilhelmus Mathias de.
1.2. 1792 (Amersfoort, 25 februari) - na 1871.
1.3. Pastoor te Naarden, Laren en Utrecht.
2.1. Nijmegen, Katholiek Documentatie Centrum: Losse Archivalia, 3796.
2.2. 20 x 17; 140 p.
2.3. Aantekeningen.
2.4. NL; FR ; DU.
3.1. Memoires/autobiografie.
3.3. 1871.
4.1. 1792-1871.
4.2. Herinneringen aan zijn opleiding en werk als pastoor te Utrecht. 'In
Utrecht wierd ik opvolger van een ouden vriend, want hij was Pastoor Noots,
deze goeden Herder had veele deugden en goede eigenschappen.' Na de eigenlijke
memoires volgen aantekeningen, gedichten, citaten en overdenkingen van velerlei
aard, die enig inzicht gevend in zijn geestelijke wereld.
1.1. Jonge, Mary Vincentia de.
1.2. 1816-1882.
1.3. Echtgenote van 1) jonkheer Johan Cornelis Schorer (1801-1856), o.a.
lid van Provinciale Staten van Zeeland en 2) Charles Philippe Louis van Kinschot
(?-1862), directeur van de belastingen in Zeeland.
2.1. Middelburg, RA Zeeland: FA Schorer (aanvullingen 157.2) 27.7.
2.2. 19 x 12,5; 142 p. (grootste deel is onbeschreven).
2.3. 1 january. Montpellier. Gevierd als getuigende van veel goede en veel
ondersteuning van God genoten. Verre van huis maar niet verre af van Hem die
ons altijd nabij is.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1848.
4.1. 1848.
4.2. Bijgehouden in een voorgedrukte agenda/dagboek. Omdat de schrijfster
haar dagboek zeer onregelmatig (tussenpozen van maanden zijn gewoon) bijhoudt
is het merendeel van het boek leeg. Na 1 januari is de eerste aantekening
bij voorbeeld pas op 11 april: 'Heden den 9den dag na mijne bevalling
mijn hart is zo innig van dankbaarheid doordrongen dat ik toch iets moet aanteekenen.'
Achterin een verslag van een reis naar Montpellier.
6. In dit archief bevindt zich van de auteur tevens een dichtbundeltje en
reisverslagen. Zie Schorer.
1.1. Jonge van Zwijnsbergen, Anna Maria Emilia de.
1.2. 1817-1884.
1.3. Echtgenote (1837) van jonkheer Arnold Hendrik des Tombe.
2.1. Den Haag, NA (eerste afdeling): FA Van Bylandt-Halt en Van Bylandt-Rheydt
(1.10.15) - 398.
2.2. Vier delen; 16 x 10; 12 x 8; 580 p.
2.3. Voyage 3 mai 1858. Nous sommes partir le lundi a 7 heure du matin de
la Haye.
2.4. FR.
3.1. Dagboek en reisverslagen.
3.3. 1858-1884.
4.1. 1858-1884.
4.2. Drie delen bevatten dagboekaantekeningen en reisverslagen en een deel
bevat per pagina een lijstje met favoriete deugden, schrijvers, helden en
dergelijke. Het dagboek is voornamelijk een verslag van dagelijkse bezigheden
en ervaringen. 'Samedi 22 Henriette est partie ce matin, pauvre Arthur
a beaucoup pleuré en se reseillant avant diner, helas. [...] Mecredi
23. J'ai tres bien dormi la mouté ne m'a pas fait de mal, comme je
le croignais.'
1.1. Jordens, Daniël Jacob Rudolph.
1.2. 1775 (Deventer, 28 juni) ‑ 1860 (Deventer, 28 september).
1.3. Zoon van Gerhard David Jordens (1734‑1803), burgemeester van Deventer,
en Elisabeth Mechteld Louis (1739‑1821). Echtgenoot (1810) van Anna
Maria Metelerkamp (1783‑1836). Studeerde rechten te Leiden. Werd advocaat
en notaris te Deventer. Werd in 1806 secretaris van de commissie van landbouw
in Overijssel. In 1844 benoemd tot schout van Kolmschate (Diepenveen).
2.1. Deventer, Gemeentearchief: FA Jordens, 163.
2.2. 34 x 20,5; 16 p.
2.3. Nota voor mijnen kinderen.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. 'Overtuig dat de denkbeelden van bejaarden voor jongelieden dikwijls
nuttig kunnen zijn, al ware het slechts om hen met de wezendlijke zielsgesteldheid
van afgestorvene betrekkingen bekend te maken, wil ik heden den 30 july 1839
bij 't vertrek van mijnen derden zoon Georg naar boord der Merkuur tot eene
reis naar de West Indiën mijne gewaarwordingen ter hunner herinnering
ter neder schrijven.'
4.1. Ca. 1785‑1850.
4.2. Verslag van kinderjaren van de auteur, ouders, opleiding en loopbaan.
1.1. Jordens, Elisabeth Mechteld.
1.2. 1811 (Deventer, 30 april) - 1892 (Arnhem, 12 januari).
1.3. Dochter van mr. Daniel Jacob Rudolph Jordens en Anna Maria Metelerkamp.
Echtgenote (1836) van Antoni Brants.
2.1. Amsterdam, GA Amsterdam: FA Brants (88), 303.
2.2. Twee delen; 20 x 16; 40 p.
2.3. Dit afgebroken journaal door eene beminnelijke hand in ons gezin moest
in 1859 in aanvang juli hervat worden, toen er onverwacht eene nieuwe instorting
plaatsvond [...] van dien tijd af was het leven van Brants hoogst ziekelijk.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1859-1863.
4.1. 1859-1863.
4.2. Vooral over de ziekte en dood van haar echtgenoot Antoni Brants. Nauwkeurige
beschrijving van het sterven en de laatste woorden van Brants en haar reacties
daarop. 'Meer licht had hij gevraagd en dit meerder licht wordt hem geschonken
bij het ingaan van de eeuwigheid, want zijn laatste strijd was niet zwaar.
[...] Lijden is leven; weinige maanden nog en alles zal voorbij zijn, weken
van onbeschrijfelijke smart en van diep ziele lijden.' Verder algemene beschrijvingen
van de gebeurtenissen in het gezin.
6. Zie Brants.
1.1. Kaldenbach, Johan [Jan] Hendrik.
1.2. 1769 (Zutphen, 27 augustus)- ?
1.3. Echtgenoot (1794) van Johanna Mulleman. Adjudant op het oorlogsschip
de Brutus (1795); eerste luitenant op de Brutus (1797).
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): G N 12.
2.2. De jaren waarin men het best geschikt is om zich aan de ongemakken van
het Zee leven te gewennen [...].
2.3. 25,5 x 22; 28 p.
2.4. NL.
3.3. Aanzet tot memoires?
4.2. Ongedateerd document. Na een inleiding over de karaktereigenschappen
die nodig zijn om een goede zeeman (versus de 'onbeschaafde zeeman') te worden
en een uitweiding over de verdiensten van dit beroep (de troost van een 'stille
nacht op zee', de 'genoegens' van de bezochte landschappen en het vergaren
van mensenkennis) volgt een ooggetuigenverslag van de zeeslag bij Kamperduin
(oktober 1797).
1.1. Kalf, Jan (ook bekend onder de naam Kalff)
1.2. 1873 (Amsterdam, 10 mei) - 1954 (Den Haag, 6 maart).
1.3. Zoon van Martinus Kalff, letterkundige, en Jacoba Marceline Gijswijt.
Directeur van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg. Echtgenoot van 1) (1899)
Magthilde Geertruida Goedkoop en 2) (1919) Marie Kapteijn.
2.1. Leiden, UB: Hs. BPL 2763.
2.2. Losbladig typoscript; 30 x 20; 40 p.
2.3. Als kleine jongen aan de hand van mijn vader heb ik op zondagochtend
door Amsterdam gewandeld.
2.4. NL.
3.1. Autobiografische fragmenten.
4.1. 1885-1903.
4.2. Goed geschreven en zeer informatieve autobiografische fragmenten, met
tal van bekende namen, leeservaringen en herinneringen aan zijn 'Vlegeljaren'.
Veel over de tachtigers. Ook herinneringen aan 'donker Amsterdam'. 'Bordeelen
waren er toen in de Pijp - geloof ik - nauwelijks, maar er woonden veel studenten
en veel vrouwen met liefdehonger.'
1.1. Kam, Jan Benjamin.
1.2. 1860 (Piershil, 27 november) - 1932 (Helmond, 6 juni).
1.3. Zoon van Jan Gerrit Kam (1833-1917), dominee, en Cornelia Maria Broers
(1836-1908). Echtgenoot (1889) van Maria Krüseman (1862-1950). Civiel
en bouwkundig ingenieur. Directeur Koninklijke Nederlandse Machinefabriek
te Helmond. Lid gemeenteraad.
2.1. Amsterdam, GA Amsterdam: FA Kam (287), 244.
2.2. Twee cahiers; 23 x 16; 60 p.
2.3. 25 oct. 1883. Ik heb reeds weken achtereen er over gedacht een
dagboek aan te leggen. Ik wil er heden mede beginnen.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1883-1886.
4.1. 1883-1886.
4.2. Vrij kort, maar intiem dagboek. Weinig beschrijvingen van dagelijkse
gebeurtenissen, vooral overpeinzingen en innerlijke observaties. 'Dankbaar
eindig ik weer deze bladzijde, want mijn dagboek heeft my weer van een onaangenaame
stemming bevrijd en ontrokken aan eenzaam gepeins. [...] Bijna geen jongelui
worden er gevonden, althans in de kringen waarin ik mij bewogen heb, of ze
hebben hun jeugdigen dorst wel eens gestild aan de boezem eener vrouw.' Ook
met allerlei aantekeningen en gedichtjes
1.1. Kam, Maria Johanna.
1.2. 1902 (Helmond, 6 februari) - ?
1.3. Dochter van Jan Benjamin Kam (1860-1932) en Maria Krüseman (1862-1950).
Echtgenoot (1924) van Cornelis Biemond (1899-1980), civiel ingenieur, directeur
gemeentelijke waterleiding Amsterdam.
2.1. Amsterdam, GA Amsterdam: FA Kam (287), 270A.
2.2. Typoscript; 21 x 14; 105 p.
2.3. Oma Riet vertelt.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. Omdat wij de overgang hebben meegemaakt van de negentiende eeuw,
die achteraf gezien eigenlijk pas in 1914 was afgelopen, en wij dus deze grote
ommekeer hebben zien komen naar de 20e eeuw met alles wat daaraan vast zit
wil ik trachten daar een beeld van te geven voor mijn kleinkinderen.
3.3. 1974.
4.1. (1860) 1902-1920.
4.2. Aardige, intelligente herinneringen met nadruk op de veranderingen in
het dagelijkse leven. In korte hoofdstukjes worden alle aspecten van die veranderingen
besproken: mode, verkeer, verwarming, telefoon etc. Ook het een en ander over
de levensloop van haar ouders.
1.1. Kans, Marie.
1.2. Ca. 1871-?
1.3. Echtgenote van ene Van Roon, die als knecht diende bij haar vader, en
moeder van N.L. Buitelaar-van Roon.
2.1. Amsterdam, Internationaal Instituut voor Vrouwengeschiedenis: collectie
egodocumenten, 106.
2.2. Fotokopie; 131 p.
2.3. 14 februari 1885, Vandaag ben ik 14 jaar en ben door allen al gefilisteerd.
3.1. Dagboek.
3.2. Bijgehouden op bijzondere momenten, 'eigenlijk is heel dit boek uit
de nood geboren, als ik mijnen gedachten niet uitdrukken kan of wilde.' (1
januari 1907)
3.3. 1885-1916.
4.1. 1885-1916.
4.2. Onregelmatig bijgehouden dagboek, geschreven te Zuidland en Strijen.
Aantekeningen met vrome ondertoon over haar jeugd, werk, huwelijk
en veertien kinderen. Vaak naar aanleiding van bijzondere gebeurtenissen,
bijvoorbeeld haar vertek in 1889 om te gaan dienen of haar verloving later
dat jaar: 'Wil nog eens wat schrijven, want ik ben zoo vol en moet me toch
beheerschen als ik bij menschen ben maar op 't papier hoeft dat niet. Gisteren
ben ik verloofd met vaders hulp.' Het dagboek is voortgezet (1978-1979) door
haar dochter, N.L. Buitelaar-van Roon. Aantekeningen betreffende haar moeilijkheden
tijdens de ziekte en het overlijden van haar echtgenoot.
1.1. Kanter, Philipus de.
1.2. 1876 (Haarlem, 8 januari) - 1962 (Delft, 10 januari).
1.3. Zoon van W.J.H. de Kanter, kapitein ter zee. Luitenant ter Zee.
2.1. Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek 97-186.
2.2. Fotokopie; 21 x 14,5; 89 p.
2.3. Dagboek Zr Ms fregat Johan Willem Friso.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1895 (10 Januari) - 1896 (26 mei).
4.1. 1895 (10 Januari) - 1896 (26 mei).
4.2. Persoonlijk en levendig geschreven dagboek over een als adelborst
gemaakte reis van Vlissingen naar Batavia (via Zuid-Amerika). Schrijft voornamelijk
over de bezienswaardigheden onderweg, maar ook met autobiografische stukken
(o.m. over zijn jeugd). Het dagboek eindigt plotseling, nog voor het einde
van de reis (10 oktober 1896).
1.1. Kappel, Anna Maria.
1.2. 1875 (Purmerend, 17 maart) - 1967.
1.3. Dochter van Chr. Kappel en Trijntje Krijgsman. Echtgenoot van 1) Richard
Stronck, 'Musikdirektor' in Barm (Duitsland) en 2) A.C. Gebhard, ingenieur.
Klassiek zangeres, 'nachtegaal van Purmerend'. Zong onder Mengelberg en Furtwängler.
2.1. Purmerend, Streekarchief Waterland: archief Anna Kappel.
2.2. 21 x 16; 20 p.
2.3. Autobiografie Anna Stronck Kappel in korte trekken.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1949.
4.1. 1875-1949.
4.2. Kort maar indringend levensverhaal van deze in haar tijd bekende zangeres.
'Als ik als jongste van zeven kinderen in Purmerend werd geboren, had mijn
vader een groothandel in groenten en fruit.'
1.1. Karsten, Jan Wiedeman.
1.2. 1775 (Leeuwarden, 2 november) - 1825 (Den Haag, 30 januari).
1.3. Ingenieur bij de waterstaat.
2.1. Leeuwarden, Gemeentearchief: geen signatuur.
2.2. 30 p.
2.3. Eigene Levensbeschrijving van Ingenieur Jan Wiedeman Karsten.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1820.
4.1. 1775-1820.
4.2. Over zijn familie, het onderwijs, de Franse Tijd, zijn tijd als militair
en uitvoerig over zijn carrière als ingenieur.
1.1. Keettell, Hendrik.
1.2. 1761-1845.
1.3. Apotheker in Utrecht.
2.1. Utrecht, UB: collectie handschriften, 1298.
2.2. Zes delen; 11 x 10,5; 1981 p.
2.3. Dagverhaal der voornaamste gebeurtenissen binnen Utrecht te reekenen
van den aanvang des Franschen oorlogs tot aan de verheffing van Willem de
Zesden Prins van Oranje tot koning der Nederlanden geschreven uit Utrecht.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. Gericht tot de lezer.
3.3. (1787-) 1793 (1 januari) - 1816 (31 augustus).
4.1. (1787-) 1793 (1 januari) - 1816 (31 augustus).
6. Geschreven op (poeder?)papiertjes.
1.1. Kemper, Elisabeth (Betsy).
1.2. 1799-1871.
1.3. Dochter van Johan Melchior Kemper (1776-1824) en Christina de Vries.
(1772-1856).
2.1. Amsterdam, IISG: FA. De Bosch Kemper, 11.1.
2.2. 28 x 21; 27 p.
2.3. Autobiografische Schets.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1852 (februari) - 1854 (december).
4.1. 1846-1852.
4.2. Korte beschrijving van een verliefdheid op afstand: 'juist weet ik dit
niet meer, daar ik altijd meer mijn best heb gedaan om te vergeeten, dan om
te onthouden.' Met een epiloog uit 1854. Geen echte autobiografie.
1.1. Kemper, Elisabeth (Betsy).
1.2. 1799-1871.
1.3. Dochter van Johan Melchior Kemper (1776-1824) en Christina de Vries.
(1772-1856).
2.1. Amsterdam, IISG: FA De Bosch Kemper, 11.2.
2.2. 15 x 10; 70 p.
2.3. Onze zomer in 1868.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. Dikwijls heb ik spijt gehad van mijnen jeugd af aan geen dagboek te
hebben gehouden. Hoe menig verstandige wijze les mijner ouders had ik kunnen
opteekenen.
3.3. 1868.
4.1. 1868.
4.2. Dagboekje dat is bijgehouden in de zomer van 1868. Begint met een overpeinzing
waarom ze er niet eerder toegekomen is een dagboek bij te houden. Daarna een
verslag van de zomer, met veel terugblikken. Ook over haar ouders en broers.
Verlucht met een enkele tekening.
1.1. Keuchenius, Willem Adriaan.
1.2. 1796 (Schiedam, 29 april) - 1851 (Veur, Huize Zuyderburg, 30 oktober).
1.3. Zoon van Wilhelmus Mattheus Keuchenius (1740-1812), lid van het Provinciaal
bestuur van Zuid-Holland, en Adriana van Warmond (1755-1818). Twee keer gehuwd,
in eerste huwelijk in 1818 met Maria Christina de Man (1798-1826). Vertrok
in 1803 met zijn ouders en zuster naar Batavia, nadat zijn vader was aangesteld
als opperkoopman en raad van Indië. Volgde een loopbaan bij het Indische
bestuur, deels onder de Engelsen. Werd in 1844 resident van Rembang. Keerde
eind 1849 naar Nederland terug.
2.1. Den Haag, Koninklijke Bibliotheek: 423 E 47.
2.2. Drie delen; ca. 32 x 20; 253 f.
2.3. Korte beschrijving van en aanteekeningen der voornaamste gebeurtenissen
in de levensloop van Willem Adriaan Keuchenius.
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.2. Geschreven voor de uit Batavia naar Nederland vertrokken zoons van de
auteur, als waarschuwing 'voor de gevaarlijke strikken die voor den mensch
op deze waereld gespannen zijn'.
3.3. Ca. 1842.
4.1. 1803-1842.
4.2. Verslag van de reis van de auteur naar Oost-Indië, met een omweg
via Noorwegen en Kopenhagen. Aantekeningen van volkenkundige aard betreffende
Java, politieke ontwikkelingen, loopbaan van de auteur, sterven van zijn ouders,
zijn huwelijk, gelegenheidsverzen. Met een aantal stukken betreffende
de loopbaan van de auteur (1809-1849).
1.1. Kikkert, Hendrik.
1.2. 1798 (Leiden, 24 september) - 1863 (5 september).
1.3. Zoon van Pieter Kikkert (1775-1855), boekhouder, en Catharina Heyblom
(?-1840). Echtgenoot (1822) van Cornelia Dorsman (1800-1875). Reder en groothandelaar
in haring en vis, gemeenteontvanger van Vlaardingen, stadsarmmeester,
vice-consul van Spanje, medeoprichter van de sociëteitszaal 'Harmonie',
lid van het College van de IJslandsche Visscherij, oprichter van de Spaarbank.
2.1. Vlaardingen, Gemeentearchief Vlaardingen: HS 897.
2.2. Typoscript; 30 x 21; 72 p.
2.3. Dagboek van Hendrik Kikkert.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1830 (31 december) - 1837 (12 februari).
4.1. 1830 (31 december) - 1837 (12 februari).
4.2. Intiem dagboek. O.a. over de Belgische Opstand en de economische problemen
die daaruit voortvloeiden, zijn dagelijkse bezigheden, zijn handel, beschouwingen
over het dagboekschrijven en over het verstrijken van de tijd, zijn lectuur,
de ziekte van zijn vrouw, het overlijden van een van zijn kinderen: 'Ik
heb daar zoo zijne oogjes toegedrukt, hij is gestorven - zijne brave
moeder is, afgetobt - ingesluimerd.'
1.1. Kingma, Marten Jans.
1.2. 1833 (Makkum, 7 april) - 1914 (Lemelerveld, 11 mei).
1.3. Slager en boterfabrikant.
2.1. Leeuwarden, Tresoar: FA Kingma (98), 1482.
2.2. 18x20; 12 p.
2.3. Mijn verste herinnering is dat ik in eene krib sliep.
2.4. NL.
3.1. Herinneringen.
4.1. 1835-1845.
4.2. Herinneringen aan zijn jeugd.
1.1. Kleinmann, Anna.
1.2. 1831 (Grand-Fontaine (Vogezen), 18 juli) -?
1.3. Echtgenote (1854) van Gideon Jeremias de Clercq (1828-1896), schoondochter
van Willem de Clercq. Dochter van Albert Herman Adolphe Kleinmann en Elisabeth
Mollet.
2.1. Amsterdam, UB: Reveil 03: 4.1.5 25-26.
2.2. Twee delen; 21 x 17 en 19,5 x 14; 122 p.
2.3. Amsterdam mardi 26 Septémbre 1854. J'étais paisiblement
assise à coure dans la grande salle chez Tante Louise. Gidéon
arrive et s'écrie : « Petite, depêche-toi d'aller
faire toilette ; dans une heure tu seras ma fiancée! ».
2.4. FR.
3.1. Dagboek.
3.3. 1854 (26 september) - 1855 (16 april).
4.1. 1854 (26 september) - 1855 (16 april).
4.2. Dagboek bijgehouden in de verlovingstijd met G.J. de Clercq, de huwelijksreis
en het eerste huwelijksjaar.
6. Zie De Clercq.
1.1. Kleintjes, Leonardus Theodorus.
1.2. 1846 (Hoorn, 27 maart) - 1929 (München, 19 augustus).
1.3. Werd in 1863 door zijn voogd (zijn broer) naar China gestuurd. In 1865
waarnemend kanselier bij de Nederlandse delegatie in Japan, vanaf 1866-1870
kanselier aldaar.
2.1.Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek A VII 2 169.
2.2. Typoscript (afschrift); 21,5 x 17; 34 p.
2.3. Aanteekeningen gehouden op mijne reis van Yokohama naar Osaka.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1867 (15 april) - 1867 (15 mei).
4.1. 1867 (15 april) - 1867 (15 mei).
4.2. Dagboek bijgehouden tijdens een reis met de consul-generaal van Japan,
Dirk de Graeff van Polsbroek van Yokohama naar Osaka, waar zij op audiëntie
gingen bij de Taikoen.
6. Afschrift uit 1945 door J.R. van Osselen naar het origineel (in privé-bezit).
1.1. Klijnsma, A.E.V.
2.1. Groningen, Groninger Archieven: archief 1093 (Veenkoloniaal museum Veendam),
doos 26.
2.2. 21 x 16,5; 100 p.
2.3. April 1856. Wanneer ik dit boek ter hand neem en bedenk hoe vele weken
er reeds zijn voorbij gesneld; zonder dat ik mijn voornemens dagelijks hier
eenige regelen bij te voegen ten uitvoer heb gebragt [...].
3.1. Dagboek.
4.1. 1856-1898.
4.2. Zeer onregelmatig bijgehouden dagboek, tamelijk sentimenteel van karakter,
veel beschouwingen over het dagboekschrijven zelf, of eigenlijk over het niet
in het dagboekschrijven zelf: 'Zo is 1856 en 57 voorbij gegaan terwijl
het laatste jaar ook zijn einde nadert zonder dat ik mij veel met dit mijn
boek bezighield.' Later in het dagboek ook citaten uit de literatuur, wijsheden
en kopieën van brieven.
1.1. Kloosterman, Jan Ritskes.
1.2. 1847 (Twizel, 23 februari) - 1914 (Twizel,17 februari).
1.3. Boer te Twizel. Dichter.
2.1. Leeuwarden, Tresoar: 084.094.
2.2. 10 dln.; 11x16; ca. 1100 p.
2.3. Aantekeningenboekjes.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1863-1914.
4.1. 1863-1914.
4.2. Aantekeningen over het weer, geboorte- en overlijdensberichten,
marktprijzen en dergelijke.
1.1. Kluit, Marie Ephraim Bartholemeus Johannes.
1.2. 1858 (Leiden, 17 augustus) - 1906 (Utrecht, 18 april).
1.3. Luitenant ter zee 1e klasse.
2.1. Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek I 110, 1-4.
2.2. 20 x 17; ca. 400 p.
2.3. Reis-journaal van den zesden tocht van de Willem Barents Gehouden door
den Luitenant ter Zee 2e klasse M.E.B.J. Kluit Gedurende de zomermaanden van
het jaar 1883.
2.5. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1883 (ca. 5 mei) - 1884 (ca. 17 oktober).
4.1. 1883 (ca. 5 mei) - 1884 (ca. 17 oktober).
4.2. Dagboek bijgehouden tijdens de zesde en zevende poolexpeditie van de
Willem Barents (onder commando van J. Dalen). Kluits broer (M. Kluit) was
eveneens aan boord in de functie van plaatsvervangend commandant. Doel van
de reis was het doen van wetenschappelijke waarnemingen en het zoeken naar
twee vastgelopen schepen, de Varna en de Dympha. In het vierde deel ook 'Journaal
gehouden a/b Z.M. van Speijk'(1 p.) en '[reis naar] Oost Indië' (7 p.).
1.1. Knappert, Emilie C.
1.2. 1860 (Schiedam, 15 juni) - 1952 (Santpoort, 22 september).
1.3. Dochter van Adrianus Knappert, jeneverstoker, en Arnolda Antonia Knappert.
Middelbare akte Frans, directrice Leids Volkshuis en later van de school voor
Maatschappelijk Werk te Amsterdam. Redactrice van Leven en Werken.
Aanhangster Woodbrookers en Vrijzinnig-Democratische bond.
2.1. Amsterdam, IISG: archief Knappert.
2.2. Typoscript; 28 x 21; 65 p.
2.3. Herinneringen van E.C. Knappert.
2.4. NL.
3.1. Herinneringen.
3.3. 1950?
4.1. 1860-1920.
4.2. Enigszins afstandelijk beschreven herinneringen aan haar jeugd en latere
werkzaamheden. Met veel intellectuele bespiegelingen. 'Het geheugen van
den geestelijk normalen mensch houdt het goede steviger vast dan het kwade.'
Veel over haar vereniging 'Buitenbedrijf' die tot doel stelde vakantieweken
te organiseren voor de arbeidersjeugd. Geeft een goed beeld van de mentale
wereld van deze ontwikkelde vrouw.
6. In het archief Knappert bevinden zich nog talloze boekjes met aantekeningen,
een paar vellen met een andere versie van haar memoires, reisbeschrijvingen
uit de jaren dertig en een soort dagboekjes uit de Tweede Wereldoorlog. Ook
twee schriften genaamd 'Ons Zondagshuis' waarin een soort dagboekaantekeningen
van catechisanten.
1.1. Kniphout, A.A.
1.2. 1829 (voor) - na 1846.
1.3. Echtgenote van ? Houwink. Moeder van Roelof Houwink, grootmoeder van
Anna Aleida van Hasselt-Houwink (zie aldaar). Verder onbekend.
2.1. Zutphen, Stadsarchief Zutphen: FA van Hasselt, 1649.
2.2. 1829. Na het lezen van het dagboek van Dom. Kakebeen heb ik ook lust
gekregen, zoo het een en ander eens op te tekenen [...].
2.3. Twee delen; 20 x 17; 240 p.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. '[...] het een en ander eens op te tekenen, om hetzelfve eens na te
kunnen zien, dat anders het geheugen zoo spoedig ontsnapt; een eigenlijk dagboek
te houden, daar ontbreekt mij de tijd voor.'
3.3. 1829-1846.
4.1. 1829-1846.
4.2. Enigszins vroom dagboek uit de eerste helft van de negentiende eeuw.
'3 augst 1829 Hoe heb ik de vorige maand geleeft? Wederom klagen over onverschilligheid
omtrent mijn God en Heiland, ik zoude zo gaarne onder al mijn bezigheden het
oog op hun hebben en hoe dikwijls trekken kleinigheden mij af.' Redelijk uitvoerige
aantekeningen over haar dagelijkse bezigheden en bespiegelingen, reisjes,
kinderen, man en vele andere zaken. Regelmatig 'de wil van Hem, die ons
lot bestierd' aanhalende.
6. Zie Houwink.
1.1. Knuttel, Joannis Adrianus Nelinus.
1.2. 1878 (Delft, 14 mei) - 1965 (Leiden, 5 februari).
1.3. Zoon van Gerhardus Knuttel, scheikundig ingenieur, en Marie Therèse
Anne Wilhelmine Schagen van Leeuwen. Neerlandicus, redacteur WNT, lid van
de SDAP en later van het CPH. Gemeenteraadslid Leiden. Leraar Nederlands
aan het Gymnasium Erasmianum, ontslagen wegens een verliefheid op een veertienjarige
leerlinge.
2.1. Amsterdam, IISG: archief Knuttel, 8.
2.2. Microfilm; 41 p.
2.3. Dagboek.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. Geschreven in de hoop dat het object van zijn verliefdheid het
ooit zou lezen.
3.3. 1903-1905 (1906).
4.1. 1903-1905 (1906).
4.2. Dagboek over zijn verliefdheid op een veertienjarige leerlinge
(dit was reden voor zijn ontslag als leraar Nederlands). 'Ik heb me heilig
voorgenomen, in dit boek al wat ik voel volkomen eerlijk neer te schrijven,'
Dagboekje is aan zijn geliefde gericht in de vorm van brieven, waarin haar
reacties en elke ontmoeting worden vermeld. Goed geschreven, zeer romantisch.
'Hoe is het mogelijk dat je zo lief bent, lief?' Bijgaand talloze gedichten,
meest sonnetten.
1.1. Koenen, Hendrik Jacob.
1.2. 1809 (Amsterdam, 11 januari) - 1874 (Haarlem, 13 september)
1.3. Echtgenoot van Dionysa Catharina van Halteren (1805-1868). Historicus,
letterkundige, auteur. Lid gemeenteraad Amsterdam (1842). Wethouder Amsterdam
(1847-1851). Lid Provinciale Staten van Noord-Holland (1850). Curator Atheneum
Illustre Amsterdam.
2.1. Amsterdam, UB collectie hs.: Reveil A: 60.
2.2. 20,5 x 12,5 en 17 x 11; ca. 1950 p.
2.3. Dagelyksche Aanteekeningen Ao. 1827-1832
2.4. NL; FR.
3.1. Dagboek.
3.3. 1827 (11 januari) - 1865 (maart).
4.1. 1827 (11 januari) - 1865 (maart).
4.2. Dagboek begonnen als student te Leiden (in gemoedscrisis?). Het wordt
aanvankelijk onregelmatig bijgehouden met aantekeningen die divers in stijl
zijn (d.w.z. heftige gevoelsuitbarstingen 'Ach! Wat is dit leven! Wat de wereld!',
beschouwingen bv. over de ware christen, logboekachtige aantekeningen à la
'Lettre écrit à M. de Clercq'). Na verloop van tijd steeds meer
een kroniek van het dagelijks leven (voor onderwerpen zie beschrijving van
autobiografie). In de periode 1833-1851 geen aantekeningen (die blijkens de
autobiografie wel bestaan moeten hebben). In tijden van crisis (Koenen maakte
enkele zware depressies door) is het dagboek meer introspectief.
6. UB Amsterdam: Reveil 01: 0567 is een kalenderboekje van Koenen 'Aantekeningen
ven gedenk en verjaardagen' waarin hij ook historische gebeurtenissen noteerde.
1.1. Koenen, Hendrik Jacob.
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): Reveil A: 13-14.
2.2. Twee delen en een afschrift van het eerste deel; 34 x 21; ca. 360 p.
(en bijlagen).
2.3. Schets eener Autobiographie.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. 'tot eer van mijnen God.'
3.3. 1843 (juni) - 1867.
4.1. 1809-1867.
4.2. In 1843 begonnen autobiografie (eerste stuk schrijft hij dus in retrospectief
over de periode tot 1843), daarna jaarlijks bijgewerkt met jaaroverzichten.
Over zijn jeugd, genoten onderwijs (thuis en op een instituut). Het leven
op het instituut is zwaar omdat Koenen niet kan opschieten met de andere jongens
('er waren ook ondeugende jongens, die in 't geheim onzedelyk wanbedryf aan
zichzelf pleegden') en veel gepest wordt. Koenen meent niet veel opgestoken
te hebben van het genoten onderwijs en noemt zichzelf autodidact (m.n. Grieks).
ook in zijn studententijd wordt hij veel gepest, onder meer vanwege de betrekkingen
van de familie Koenen met I. da Costa (uitgebreide beschrijving van kennismaking
en vriendschap met Da Costa). Schrijft uitgebreid over zijn literaire ontwikkeling
(belangrijke leerservaringen: Bilderijk, Da Costa), vriendschap met auteurs
(Beets), literatuurcolleges, zijn eigen poëzie. Onderhoudt vriendschappen
met belangrijke Reveilfiguren, zoals W. de Clercq. Informatie over zijn wetenschappelijke
werken (Geschiedenis der Joden), redactionele werkzaamheden (Stemmen
en beschouwingen), zijn werkzaamheden in de gemeenteraad van Amsterdam,
zijn vele bestuurlijke functies (o.m. curator van Atheneum Illustre); lidmaatschap
van diverse genootschappen (Felix Meritis; Charitas); congressen, leesbibliotheek,
reisbeschrijvingen (o.m. om zijn depressies te verlichten).
Koenen heeft in zijn leven enkele periodes gekend waarin hij aan depressies
leed en schrijft hier uitgebreid over. Met name de crisis die hij doormaakte
in 1863 had grote invloed: 'eene geheele verandering in myn lot en leeven'.
6. Zie elders in deze lijst voor het dagboek van Koenen, waarop de autobiografie
mede gebaseerd is. Bij het eerste (klad)deel van de autobiografie 3 bijlagen:
'Aanhangsel over het Zoogenaamde Da Costianisme', 'Fragment van een Dagboek'
en 'ter nagedachtenisse van Vrouwe F.A.C. Koenen [zijn moeder], bij hare begrafenis
in de Nieuwe Kerk te Amsterdam, 6 july 1846.' In het tweede deel een zaak-
en namenregister op de twee delen.
1.1. Koenen, Jacoba Catharina Dionysa.
1.2. 1874 (Amsterdam, 29 oktober) - ?
1.3. Dochter van mr. Daniël Koenen en Ignatia van Notten. Echtgenote
van Andrew de Graaf (1867-1945).
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): Reveil 01: 1582.
2.2. 21,5 x 14,5; 22 p.
2.3. 1 schaatsenryden na drie proefnummers het eerste werkelyke blad van
de Telegraaf. O wat was dat mooi.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1893 (1 januari) 1895 (24 november).
4.1. 1893 (1 januari) 1895 (24 november).
4.2. Zeer oppervlakkig dagboek van een jonge vrouw. De zeer korte aantekeningen
bevatten vaak niet meer dan informatie over het weer en/of enkele steekwoorden
over activiteiten (vooral sociale activiteiten: dineetjes, visites e.d.),
vaak gevolgd door uitroepen als 'heerlijk!', 'zalig!'e.d.
6. Zie De Graaf.
1.1. Kohlbrugge, Herman Frederik.
1.2. 1803 (Amsterdam) - 1875 (Elberfeld).
1.3. Echtgenoot van 1) Cato Engelbert en 2) Ursuline Philippine van Verschuer.
Predikant die door de hervormde kerk als onzuiver in de leer werd beschouwd,
uitweek naar Elberfeld (Duitsland) en daar een eigen Nederlands Gereformeerde
gemeente vestigde. Zeer productief geleerde met een grote kennis van semietische
talen.
2.1. Utrecht, UB: archief Kohlbrugge III A 80.
2.2. Dertig delen; 17 x 10 en 11 x 9; ca. 1200 p.
2.3. Notiz Buch von H.F. Kohlbrugge. Dr. der Theologie aus Utrecht.
2.4. NL; DU.
3.1. Dagboek en aantekeningen.
3.3. 1836; 1848; 1851-1874.
4.1. 1836; 1848; 1851-1874.
4.2. In almanakken geschreven dagboekaantekeningen en andere aantekeningen.
Tussen de reeks boekjes bevindt zich een inleiding van prof. J.H.F. Kohlbrugge,
die de aantekeningen beschrijft: 'De inhoud is van zeer geringe waarde,
wat hij aantekende waren: De texten, waarover hij of zijn hulppredikers
gepreekt hadden, [...] Hilarische gebeurtenissen vooral betreffende de oorlogen
van 1866 en 1870 [...]. Verder noteerde hij vrij geregeld de gasten,
[...] steeds dezelfde namen uit Holland, Boissevain, de Clercq, Westendorp
uit Amsterdam.' In het algemeen lastig leesbare aantekeningen en veel lijstjes
en namen. Wel informatief over zijn sociale netwerk. Ook enkele beschouwende
stukken.
6. Het document maakt deel uit van het zeer uitgebreide archief van Kohlbrugge,
met o.a. uitvoerige correspondenties. Zie ook: nr. III A 56. Verschiedenes:
aantekeningen over zijn drie kinderen.
1.1. Kohlbrugge, Herman Frederik.
2.1. Utrecht, UB: archief Kohlbrugge, Port. 17, 85a, 85b, 85c.
2.2. De Heer H.F. Kohlbrugge, Doctor in de godgeleerdheid sedert 1847, predikant
der Nederlandsen Gereformeerde Gemeente te Eberfeld, Koninkrijk Pruissen,
was sedert 1827 het voorwerp van belangstelling en voorliefde van allen ook
in hoogen kringen, die het met Koning en Vaderland wel meenen.
2.3. 28 x 22; 7 p.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
4.1. 1803-1847.
4.2. In de derde persoon geschreven korte en afstandelijke autobiografische
schets. Het gaat voornamelijk over de gebeurtenissen die tot zijn verwijdering
uit de hervormde kerk leidden. 'Tot zijn grooten grief zag hij toen de
Kerkelijke afscheiding ontstaan en de voor de kerk verderfelijke maatregelen
daartegen. Die afscheiding te helpen of zich aan het hoofd derzelve te
zetten, kon in hem niet opkomen, hij vasthoudende aan het drievoudig snoer:
Kerk, Oranje en Vaderland.'
1.1. Kops (Cops), Jan.
1.2. 1675 (Amsterdam, 6 maart) - 1849 (Utrecht(?), 9 januari).
1.3. Zoon van Jacobus Kops (-1774), winkelier in lakens te Amsterdam, en
Hillegonda Schotvanger (-1772). Echgenoot (1788) van Catharina Daams
(1768-1805). Verhuisde na de dood van zijn vader met zijn stiefmoeder naar
Haarlem en bezocht de Franse en de Latijnse school. Studeerde aan het Doopsgezind
Seminarium in Amsterdam. In 1788 beroepen te Leiden. Richtte na 1792
zijn aandacht op plantkunde en landbouw. Patriot, in 1795 gekozen in de raad
van Leiden. Werd in 1799 commissaris van landbouw. Werd in 1815 benoemd tot
hoogleraar in Utrecht in de landhuishoudkunde en tot hortulanus.
2.1. Utrecht, UB collectie handschriften, hss. 8 en B 28.
2.2. 20,5 x 16,5; 65 p.
2.3. Levensberigt betrekkelijk mijne werkzaamheden voor het publiek en hetgeen
hierop invloed had.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
4.1. 1765-1837.
4.2. Gaat vooral over zijn opleiding, de ontwikkeling van zijn interesses
en zijn loopbaan.
1.1. Koster, Joséphine Th.
2.1. Leiden, Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde: H 862.
2.2. Fotokopie; 32 x 21; 75 p.
2.3. Dagboek van een jong meisje.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1913 (14 mei - 14 juni).
4.1. 1913 (14 mei - 14 juni).
4.2. Kort dagboek van de belevenissen van een meisje in Lembang. Vooral over
spelen, wandelingen, gezinsleven en dergelijke. 'We zetten ons neder om ons
maal te nuttigen, maar, daar we geen gereedschappen hadden, moet Mamma de
koppen van de sprotjes afbijten. De koelies kregen de restjes.' Geïllustreerd
met tekeningetjes en prentbriefkaarten. Het tweede deel is een reisverslag:
'Op reis met de Prins der Nederlanden.' van Priok naar Genua (2 april - 24
april 1914).
1.1. Koster, Marinus Simon.
1.2. 1867 (3 april) - na 1942.
1.3. Zoon van een Utrechtse hoogleraar. Burgemeester te Hilversum en ten
slotte secretaris van het generaal departement van Koloniën.
2.1. Leiden, Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde: H 927.
2.2. 27 x 21; 37 p.
2.3. Herinneringen aan Ned. Indië.
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.3. 1942 (april-mei).
4.1. 1902-1915.
4.2. Memoires van een ambtenaar in Nederlands-Indië. Vertelt gedetailleerd
over onder meer zijn carrière, zijn verlof en de diverse betrekkingen
en de bootreis. 'De meeste medereizigers, met wie ik meer speciaal omgang
had - kennis maakte men destijds nog met alle 1e klas passagiers - zijn
evenals de 'Burgemeester' reeds tot stof wedergekeerd. Zegt weinig
over zijn gezin.
1.1. Kranenborg, Elte.
1.2. 1875 (Groningen) - ?
2.1. Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek Gr 96-370.
2.2. Fotopkopie; 20 x 29; 32 p.
2.3. [p. 1 ontbreekt] al was het dan ook tot den prijs om zijn Vaderland
te verlaten.
2.4. NL.
3.1. Herinneringen.
3.3. Ca. 1917.
4.1. 1887 (december) - ca. 1917.
4.2. Verslag van de periode die de auteur doorbracht in Zuid-Amerika. Op
twaalfjarige leeftijd emigreerde hij met zijn ouders, broers en zussen. De
familie maakte deel uit van een grote groep immigranten die zou gaan werken
op een suikerplantage. De reis daar naartoe was er een vol hindernissen (het
schip waarmee zij vertrokken, de Leerdam, verging). In Zuid-Amerika wachtte
een armoedig en zwaar bestaan. Op weg naar de plantage overleden vele immigranten,
ook de ouders van de auteur. Hij werdt van zijn zussen en broer gescheiden
en zwierf door Argentinië. Na 9 jaar keerde hij terug naar Europa.
6. Het origineel is in privé-bezit.
1.1. Krayenhoff, Cornelis Rudolfus Theodorus.
1.2.1758-1840. Zoon van Cornelis Johannes Krayenhoff (1722-1782), majoor-ingenieur, en Clara
Jacoba de Man. Tweemaal gehuwd, in eerste huwelijk in 1788 met Johanna Geertruida
van der Plaat.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): collectie Krayenhoff, 83.
2.2. 31 x 19,5; 475 p.
2.3. Bio-graphische aanteekeningen betreffende C.R.T. Krayenhoff.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1826-?
4.1. 1758-1839.
4.2. Overzicht van zijn levensgeschiedenis, opgesteld in 1826 en vanaf dan
bijgehouden.
1.1. Krebbers, H.J.
1.2. 1852-1936.
1.3. Schoolmeester te Vorden. Auteur van jeugdboeken die in Vorden spelen.
2.1. Arnhem, Stadsbibliotheek: ms. 164.
2.2. 20 x 16,5; 186 p.
2.3. Gedenkschriften van een dorps-(oud-)schoolmeester.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. Voor publicatie bestemd.
3.3. 1921.
4.1. 1852 - ca. 1920.
4.2. Hoofdstukken handelen onder meer over 'Geboorte en kinderjaren',
'Mijn eerste grote reis', 'Meester Raothman', 'Onze bles', 'Ons schaap' en
'Hoe we voor 't eerst een spoortrein zagen'. Aan het einde van de inhoudsopgave
(p.2) staat; 'Einde van de eerste afdeling', maar er is geen vervolg bekend.
1.1. Krelage, Ernst Heinrich.
1.2. 1786 (Epe bij Bramsche (Hannover), 14 mei) - 1855 (Haarlem, 23
juni).
1.3. Zoon van Johann Franz Kreylage, landbouwer, en Anna Lucia Meyers. Tweemaal
gehuwd, in eerste huwelijk in 1813 met Dorothea Sophia Fresenius (ca.1785-1821).
Woonde tot zijn achttiende jaar in Duitsland. Trok in 1804 als tuinknecht
naar Holland, begon in 1811 in Haarlem een eigen bloem(bollen)kwekerij.
2.1. Haarlem, Gemeentearchief: FA Krelage.
2.2. 32 x 20; 210 p.
2.3. Voorbericht zur meinen Lebensbeschreibung. Diese Lebensbeschreibung
habe ich allein für mein einzigen innig geliebten Sohn Heinrich niedergeschrieben,
dass derselbe wissen soll, wo seins Vaters Stamhaus und sein Stamm, herkommen
[...].
2.4. Du; NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. Geschreven voor zijn zoon Heinrich.
3.3. Ca. 1850.
4.1. 1786 (14 mei) - ca.1850.
4.2. Beschrijving van zijn jeugdjaren in Duitsland, zijn loopbaan als tuinknecht
in de omgeving van Haarlem en als zelfstandig ondernemer, en zijn rol in het
gezins- en het sociale leven.
1.1. Krusinga, Christiaan Francis.
1.2. 1866 (op de Zuidatlantische Oceaan, 9 oktober) - 1928.
1.3. Zoon van Jan Kruisinga, schipper, en Christina Hesina de Joode. Kolonel.
2.1. Den Haag, Instituut voor Maritieme Historie: losse stukken 158829, 830.
2.2. Typoscript; 30 x 21; 300 p.
2.3. Levensbeschrijving van C.F. Kruisinga.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. 'Het is volstrekt niet omdat deze levensloop zoo belangrijk of
avontuurlijk is, dat ik het volgende opschrijf, maar alleen omdat mijn leven
periodes omvat die voor zover mij bekend is nooit of hoogstends een enkele
maal beschreven zijn en dus in de loop der tijden vergeten zouden worden.'
3.3. 1927-1928.
4.1. 1866-1928.
4.2. Zeer uitvoerige levensbeschrijving met veel illustraties. De
uitgetypte versie is bewerkt door zijn zoon. Verhaalt over zijn vele reizen
naar Indië in dienst van de marine. Over de oorlog op Atjeh, de boxeropstand
en de Eerste Wereldoorlog. Zeer veel details en verhalen. Geeft een goed geschreven,
zij het bij vlagen technische, indruk van de Nederlandse koloniale marine
rond 1900. 'Zo als bekend zal zijn was destijds zoowat de geheel kust van
Atjeh geblokkeerd door oorlogschepen.'
6. Kopie in: Verzameling losse stukken 829,830.
1.1. Kuhn, Georg Albert.
1.2. 1869 (Waldenburg (Silezië), 13 februari) - 1942 (Amsterdam, 28
augustus).
1.3. Zoon van Max Kuhn en Charlotte Henschel. Echtgenoot (1912) van
Johanna Elisabeth van den Linden van den Heuvel. Notaris.
2.1. Vlaardingen, Gemeentearchief Vlaardingen: FA Van den Linden van den
Heuvel, 186.
2.2. 20,5 x 17,5; 166 p.
2.3. Donnerstag, Van 20 Mai 1886.
2.4. DU; Steno.
3.1. Dagboek.
3.3. 1886 (20 mei 1886) - 1890 (1 juli); 1936 (1 januari) - 1938 (1 augustus).
4.1. 1886 (20 mei 1886) - 1890 (1 juli); 1936 (1 januari) - 1938 (1 augustus).
4.2. Zeer beknopt en onregelmatig bijgehouden dagboek in een moeilijk
leesbaar handschrift waarvan grote gedeeltes in steno zijn geschreven.
1.1. Kunst, Jacob (Jaap).
1.2. 1891 (2 augustus) - 1960.
1.3. Zoon van twee musici. Echtgenoot van Catharina Jacoba Antoinette (Kate)
van Wely. (Ethno)musicoloog. Verbleef langdurig in Indonesië waar hij
zich aan de muziekgeschiedenis wijdde, vanaf 1930 als ambtenaar voor het systematisch
musicologisch onderzoek in den Indischen Archipel. Curator van het Koloniale
Instituut in Amsterdam. In 1942 werd hij privaatdocent muziekgeschiedenis
aan de Universiteit van Amsterdam en in 1953 werd hij daar tot 'reader' aangesteld.
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): E z 34 a.
2.2. Typoscript; 34 x 22; 49 p. (en bijlagen).
2.3. Proeve van een autobiografie. Voor Kitty, Sjuwke, Jaap en Egbert.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. Voor zijn vrouw en kinderen.
3.3. 1956 (26 februari).
4.1. 1892 - ca. 1956.
4.2. Introspectieve autobiografie die voornamelijk over zijn jeugdige vorming
in emotionele, muzikale en intellectuele zin gaat. Veel aandacht voor de problematische
verhouding met zijn moeder. Uitgebreide (Freudiaanse) beschrijving van emotionele
herinneringen aan zijn jeugd en zijn droomleven ('Freud's bewering dat de
erotiek van de prilste jeugd af een rol in 's mensen leven speelt, kan ik
uit eigen ervaring en herinnering beamen'). Regelmatig beschrijft Kunst paranormale
ervaringen (regressie, telepathie, uittreding). Bij herinneringen aan muziek
heeft hij de betreffende melodieën uitgeschreven. Herinneringen aan diverse
auteurs: Albert Verwey, Carel Scharten en Louis Couperus. Bijlagen: uitgeschreven
bladmuziek.
1.1. Lambert, A.E.J.
1.3. Echtgenote van ene Breuning.
2.1. Leiden, Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde: H 839.
2.2. Typoscript; 33 x 22; 15 p.
2.3. Herinneringen van Prinses Eenoog
2.4. NL.
3.1. Autobiografische herinneringen.
3.3. 1964.
4.1. Ca. 1900-1928.
4.2. Herinneringen aan de periode van de 'Tempo Doeloe'. Ze beschrijft haar
ervaringen thuis en op school. 'Alras bleek de wiskunde mijn sterkste zijde.
Aan geschiedenis en aardrijkskunde had ik bepaald het land. Vakken, waar
geen logica in zat, en waarvoor ik veel te veel uit het hoofd moest leren.
[...] Vooral aan de geschiedenis had ik hevig het land en ik ergerde mij bovenmate
aan de onlogische en vaak domme of egoistische handelingen der hoofdpersonen,
waardoor dan oorlogen ontstonden en talloze onschuldige mensen er onder
hadden moeten lijden.'
1.1. Lambrechtsen, Nicolaas Cornelis.
1.2. 1752 (Vlissingen, 29 februari) - 1823 (Middelburg, 21 mei).
1.3. Zoon van Nicolaas Lambrechtsen (1716-1780), raad van Vlissingen, en
Maria Kroef (1725-1785). Echtgenoot (1790) van Maria Petronella Schorer (1760-1803).
Studeerde rechten in Utrecht. Pensionaris van Vlissingen, lid van de Staten
van Zeeland en Staten-Generaal. Als Patriot in 1787 uit zijn ambten ontslagen.
Wijdde zich vervolgens aan letterkundige en historische studies. Vervulde
vanaf 1795 verschillende functies. Na 1810 ambteloos.
2.1. Middelburg, Rijksarchief Zeeland: FA Snouck Hurgronje I, 94.
2.2. 31,5 x 20; 54 f.
2.3. Levensbijzonderheden van N.C. Lambrechtsen voor mij zelv en mijne kinderen
alleen.
2.4. NL.
3.1. Aantekeningen.
3.2. 'Ik verzoeke mijn lieve dochter om deze aanteekeningen te verbranden.
Dit echter leere zij er uit dat het nuttig zij, tot zelfs onderzoek, bij ieder
avondmaal, op deze of dergelijkerwijs, bij zich zelven stil te staan. 20 jan.
1822.'
3.3. 1809-1823.
4.1. 1809-1823.
4.2. Onregelmatig bijgehouden aantekeningen over gebeurtenissen, zijn overwegingen
en zijn relatie tot God.
1.1. Lambrechtsen, Nicolaas Cornelis.
2.1. Middelburg, Rijksarchief Zeeland: Heerlijkheid Ritthem, 16.
2.2. 31,5 x 20; 95 f.
2.3. Aanteekeningen van het leven en lotgevallen van Mr. Nicolaas Cornelis
Lambrechtsen ter eigen herinnering en ten dienste zijner kinderen door hemzelf
beschreven en ten jare 1797 begonnen.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. Geschreven voor zichzelf en voor zijn kinderen.
4.1. 1752 (29 februari) - 1822 (29 februari).
4.2. Beschrijving van zijn leven, waarbij zowel de persoonlijke als politieke
aspecten aan de orde komen.
1.1. Lammens, Adriaan François.
1.2. 1767 (Vlissingen, 9 januari) - 1847 (Den Haag, 24 september).
1.3. Zoon van Adriaan François Lammens (1718-1799), schepen van Vlissingen,
en Catharina Maria Ketelaer. Driemaal gehuwd, in eerste huwelijk in 1788 met
Susanna Cornelia Mogge Pous (1769-1807), van wie hij scheidde in 1799. Volgde
onderwijs aan de Franse en Latijnse school in zijn geboorteplaats. Studeerde
vanaf 1783 rechten in Utrecht; promotie in 1785. Vervulde diverse overheidsfuncties.
2.1. Middelburg, RA Zeeland: collectie aanwinsten 1970, 14, 16.
2.2. Twee delen; 33,5 x 21; ca. 600 p.
2.3. Mr. Adriaan François Lammens 1788-1796 in zijne ambtsbetrekkingen
in het eerste tijdvak als schepen en raad der stad Vlissingen, het tweede
tijdvak representant des volks van Vlissingen, gedeputeerde ter Admiraliteit3.1.
Memoires.
3.2. Bedoeld ter lering van anderen, zodat zij niet dezelfde fouten
maken. Bovendien was de auteur onder de indruk gekomen van het bombardement
van Vlissingen in 1809.
4.1. 1788 (3 april) - 1796 (9 augustus); 1806 (10 november) - 1814 (28 februari).
4.2. Verslag van het ambtelijke leven van de auteur.
6. In de invenatrisnummers 15 en17 zijn bijlagen uit de periodes 1788-1796
en 1806-1814 opgenomen. De originelen berusten in het Surinaams Museum
te Paramaribo.
1.1. Lange, Adrianus Petrus Hendrik de.
1.2. 1858 (Alkmaar, 2 september) - 1927 (Alkmaar, 13 juli).
1.3. Zoon van Hendrik Jan de Lange en Jacoba Gijsbertha Hirschig. Echtgenoot
van Jacoba Elisabeth Wentholt. Notaris en advocaat te Alkmaar.
2.1. Alkmaar, Regionaal Archief Alkmaar: FA de Lange, 713.
2.2. Fotokopie; 30 x 21; 41 p.
2.3. Dagboek van A.P.H. de Lange.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1868-1871.
4.1. 1868-1871.
4.2. Dagboek van een jongen, bijgehouden tussen zijn tiende en dertiende
levensjaar. Onder meer over zijn vakanties te Scheveningen, logeerpartijtjes,
bezoeken aan grootouders, zijn verjaardag en de cadeaus die hij krijgt (o.a.
een Atlas). Vanaf pagina 10 noemt hij zijn dagboek 'Nieuw Geheim Dagboek',
hoewel er inhoudelijk niet veel lijkt te veranderen. Later wordt het dagboek
'3e NIEUW DAGBOEK' genoemd, met de ondertitel 'onsterfelijk'. Er verschijnen
dan versjes in en allerhande aantekeningen over bijbelse en algemene geschiedenis en
dergelijke. Geeft een aardig beeld van zijn belevingswereld.
1.1. Lange, Anthonius Mathias de.
1.2. 1862 (Alkmaar, 13 september) - 1921 (Alkmaar, 21 december).
1.3. Zoon van Hendrik Jan de Lange (1822-1905) en Jacoba Gijsbertha Hirschig.
Echtgenoot van 1) Amalia Anna Jacoba Kann en 2) Johanna Maria Wagemaker. Advocaat
en plaatsvervangend rechter. 2.1. Alkmaar, Regionaal Archief Alkmaar: FA de
Lange, aanvulling 54.
2.2. 16 x 11; 160 p.
2.3. Zondag 7 Maart 1880. A.M. de Lange als lid van de Nederduitsch
Hervormde kerk bevestigd te Alkmaar in de Kapel Kerk.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1880-1902.
4.1. 1880-1902.
4.2. Korte dagboekaantekeningen en gedeeltelijk een kasboek. Doorgaans korte
beschrijvingen van de dagelijkse gebeurtenissen en het weer. '1890 omwille
van de influenza of griep Pa geen visites gemaakt op Nieuwsjaarsdag.
Ton is 4 jan weer op het kantoor geweest.'
1.1. Lange, Geldolph Adriaan de.
1.2. 1824 (Alkmaar, 3 mei) - 1897 (Den Haag, 17 augustus).
1.3. Zoon van Adrianus Petrus de Lange en Anna Wentel. Echtgenoot van Margaretha
Jacoba Johanna Wiggers van Kerchem. Luitenant-ter-zee 2e klasse. Ingenieur
bij de geografische dienst in Oost-Indië. Medeoprichter van de Koninklijke
Nederlandse Maatschappij tot Exploitatie van Petroleumbronnen in Ned-Indië.
2.1. Alkmaar, Regionaal Archief Alkmaar: FA de Lange, 551.
2.2. 21 x 17; 66 p.
2.3. Woensdag den 11 maart verliet de heer Jaeger en ik ten 7u Batavia.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1857-1858.
4.1. 1857-1858.
4.2. Interessant dagboek met zowel persoonlijke aantekeningen als beschouwingen
over de toestand in Nederlands-Indië. 'Ik heb de gewoonte niet om over
het treurig lot hetwelk mijne vrouw door onze scheiding ondergaat na te denken,
want daaraan toegevende zou ik zeer ongelukkig zijn, en bijna ongeschikt voor
werkzaamheid. [...] Te Buitenzorg ontmoette ik Mientje, de oud-kindermeid
bij de familie Willer. Haar man verontschuldigde zich, haar te hebben
getrouwd.' Later meer over zijn werkzaamheden. Geeft een goed beeld van hoe
ingenieurs het koloniaal beleid beïnvloedden.
1.1. Latour, Auguste Hilarion Fedinand Maximiliaan.
1.2. 1862 (Sinkkawang, West-Borneo) - 1905 (Batavia, 19 januari).
1.3. Luitenant ter zee 1e klasse.
2.1.Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek I 256.
2.2.20 x 16; 22 p.
2.3. Memoriaal van A. Latour. Men wordt verzocht de discretie te hebben,
ongevraagd dit memoriaal niet in te kijken.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. Ca. 1881 (15 oktober) - 1882 (1 juni).
4.1. Ca. 1881 (15 oktober) - 1882 (1 juni).
4.2. Persoonlijk dagboek bijgehouden aan boord van het schip Z.M. Leeuwarden
dat deel uitmaakte van een oefeneskader onder kapitein P. van Alphen. Latour
was aan boord als adelborst 1e klasse. De reis voerde door het Middelandse
Zeegebied. Latour schrijft voornamelijk over bezochte plaatsen (Madeira, Santa
Cruz, Lissabon. Het dagboek eindigt voor het einde van de reis.
6. Over dezelfde reis: memoriaal van H.P.J. Holthenius (bibliotheek: I 305).
1.1. Ledeboer, Lambertus Gerardus Cornelis.
1.2. 1808 (Rotterdam, 30 september) - 1863 (Benthuizen, 26 oktober).
1.3. Zoon van Bernardus Ledeboer en Anna Christina van den Ende. Predikant
te Benthuizen. Eerst bij de afscheiding, later bij de 'Ledeboerianen'.
2.1. Utrecht, UB: collectie Ledeboer; 15.B.4, 5, 9, 13, 23.
2.2. Vijf delen; 16 x 10; 23 x 13; ca. 900 p.
2.3. Dagboek of aantekeningen, gemerkt. leeringen.
2.4. NL.
3.1. Dagboek en aantekeningen.
3.3. 1838-1843.
4.1. 1838-1843.
4.2. Slechts gedeeltelijk egodocumentair van karakter. Lijkt vooral ter eigen
stichting geschreven te zijn: 'Dagboekje of zakboek mijne Reize naar de Eeuwigheid.'
Het laatste deel is meer een dagboek in eigenlijke zin. Maar ook daar veel
bespiegelingen van godsdienstige aard. Moeilijk leesbaar.
1.1. Leenart, A.W.
1.3. Echtgenote van Van der Woude.
2.1. Leiden, Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde: H843.
2.2. Typoscript; 28 x 22; 40 p.
2.3. Indische jeugdherinneringen van Antoinette.
2.4. NL.
3.1. Herinneringen.
3.2. Voor kinderen en kleinkinderen.
3.3. Ca. 1964.
4.1. Ca. 1910.
4.2. Goed geschreven (levendig en met dialogen) en reflectieve herinneringen
aan haar jeugd in Nederlands Indië.
1.1. Leij, Rinskia Janna van der.
1.2. 1793 (Sneek, 24 november) - 1867 (Sneek, 21 april).
2.1. Sneek, Fries Scheepvaartmuseum: B. 350.
2.2. 73 p.
2.3. [Dagboek].
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1863-1867.
4.1. 1863-1867.
4.2. Beschrijft haar verhouding tot haar familie en kinderen.
1.1. Lely van Oudewater, Jacob van der.
1.2. 1769 (Delft, 17 februari) ‑ 1825 (Delft, 10 december).
1.3. Zoon van Adriaan Jacobsz van der Lely en Maria Jansdr. van Groenevelt.
Echtgenoot van 1) (1791) Maria Magdalena van Beresteyn (1774‑1793).
Studeerde rechten te Leiden. Was bestuurder van Delft, maar werd in
1795 uit zijn ambten ontheven. Voegde in 1800 de naam Van Oudewater
aan zijn familienaam toe. Werd in 1814 secretaris van de Hoge Raad van de
Adel.
2.1. Den Haag, Hoge Raad van de Adel: FA Van der Lely (van Oudewater), 817.27.
2.2. 23 x 18,5; 32 p.
2.3. Aanteekeningen van mij Mr. Jacob van der Lely van Oudewater.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
4.1. 1769 (17 februari) ‑ 1825 (2 mei).
4.2. Aantekeningen van afkomst, loopbaan in Delft en in de landsregering,
en van gebeurtenissen in de familie.
6. Een samenvatting van een deel van deze tekst bevindt zich in inventarisnummer
820.18.
1.1. Lennep, Frank Karel van.
1.2. 1865 (Amsterdam, 24 november) - 1928 ( Vorden, 10 mei).
1.3. Zoon van Maurits Jacob van Lennep (1830-1913) en jonkvrouw Carolina
Wilhelmina van Loon (1833-1900). Kleinzoon van Jacob van Lennep. Echtgenoot
(1888) van Henriette Contance Adèle Labouchere (1860-1935). Advocaat,
lid Tweede Kamer. Jonkheer.
2.1. Amsterdam, GA Amsterdam: FA van Lennep (238), 643.
2.2. 19 x 16; 160 p.
2.3. Hoe het komt dat ik eerst in Februari ben gaan denken over datgene,
waar ik reeds jaren aan had kunnen denken is een raadsel.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1886-1887.
4.1. 1886-1887.
4.2. Intiem dagboek uit de periode dat hij zijn latere vrouw leerde kennen,
gedeeltelijk aan en voor haar geschreven. 'Deze hele winter, ik zal het je
later eens vertellen wanneer wij alleen zijn, is een winter geweest van verschrikking.'
Slordig handschrift.
6. Zie Van Loon.
1.1. Lennep, Frans Johan Eliza van.
1.2. 1890 (Amsterdam, 14 juni) - 1980 (Bentveld, 15 april).
1.3. Zoon van jonkheer David Eliza van Lennep (1865-1934) en jonkvrouw Isabella
Backer (1863-1938). Lid van de firma Patijn, van Notten & Co., lid
Provinciale Staten van Noord-Holland, kamerheer i.b.d. van H.M. de Koningin.
2.1. Amsterdam, GA Amsterdam: FA van Lennep (238), 705.
2.2. 21 x 16; 45 p.
2.3. Om en In mij. Journaal van Frans van Lennep.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1907.
4.1. 1907.
4.2. 'Vandaag begin ik dit Dagboek of Journaal, ik weet niet hoe ik het noemen
zal. Aan allebei de woorden hoor ik (als toek. koopman) een heel andere betekenis
te hechten.' Leuk en levendig geschreven dagboekje van een zeventienjarige
jongen. 'Oh jou bliksempie... Dit roep ik ook den onbescheiden snuffelaar
toe, die door 't toeval geleid, dit 'Om en In mij' eens in handen mocht krijgen'.
Beschrijft voornamelijk gebeurtenissen en een enkele leeservaring 'Ik lees
vanavond in Groot Nederland.' Helaas breekt het dagboek na vijfenveertig
pagina's af, 'Gestoord door Mama's geluid op de trap en ik moet al lang in
bed liggen.'
1.1. Lennep, Hendrik Aarnoud van.
1.2. 1800 (Amsterdam, 24 april) - 1855 (Heemstede, 24 juni).
1.3. Zoon van Jacob Abraham van Lennep (1752-1828) en Elizabeth Magdalena
van Wickevoort Crommelin (1766-1847). Echtgenoot van 1) Johanna Louisa Gijsbertina
van Tets (1801-1825) en 2) Anna Louisa van Lennep. Jurist, rechter te Amsterdam,
lid Provinciale Staten.
2.1. Amsterdam, GA Amsterdam: FA van Lennep (238), 73.
2.2. Drie katernen; 22 x 16,5; 85 p.
2.3. C'est aujourd'hui que je veux commencé ce que je me suis déjà promis
de puis si longtemps c'est à dire de notter brievement chaque
jour tout ce qui passé, dans moi même [...].
2.4. FR.
3.1. Dagboek.
3.3. 1817 (mei - oktober).
4.1. 1817 (mei - oktober).
4.2. Dagboek van een zeventienjarige jongen. '3 juin, j'ai commence la jour
par recevir une extra reprimande de papa qui en arrivant a 8 h. dans ma chambre
me trouva encore au lit.' Vooral een beschrijving van bezigheden en verplichtingen.
1.1. Lennep, Hendrik Aarnoud van.
2.1. Amsterdam, GA Amsterdam: FA van Lennep (238), 77.
2.2. 29 x 20; 11 p.
2.3. Woensdag 10 febr. 1847. Bij den heer Westerholt, gevoelde ik dat men
mij met een tak tegen de linkerkuit aansloeg [...].
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1847 (februari - maart).
4.1. 1847 (februari - maart).
4.2. Kort fragment van wat waarschijnlijk een langer dagboek is geweest.
Schrijft over het weer en dagelijkse gebeurtenissen. 'Deze nacht wederom zeer
goed geslapen, in een droom mijn been uitrekkende heb ik wederom pijn gevoeld.'
1.1. Lennep, Louise van.
1.2. 1871-1950.
1.3. Dochter van Herman Jozua van Lennep (1830-1888) en Henriette Wilhelmine
Sillem (1836-1907).
2.1. Amsterdam, GA Amsterdam: FA van Lennep (238), 785.
2.2. Tweeënveertig delen; 13 x 8; ca. 14.000 p.
2.3. 1908, woensdag; Naar Amsterdam geweest met het haltje met Otto en Lotje
om visites te doen, Syl is thuis gebleven om op de kinderen te passen, die
schaatsen reden op de vijver en getracteerd werden op chocolade en tulband.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1908-1950.
4.1. 1908-1950.
4.2. Uitvoerige dagboekaantekeningen in agenda's. Lijkt vooral een feitelijk
verslag te zijn van haar dagelijkse bezigheden. 'Vrijdag 2 juli 1909. In den
rozentuin geweest. Rozen gestuurd aan Annetje, brief geschreven aan Annetje.
Jacob gesproken.' Geeft wel een goed beeld van de dagelijkse activiteiten
gedurende een lange reeks van jaren. Ook gedurende de eerste en Tweede
Wereldoorlog. '3 aug. 1914; Er werd vandaag een gerucht verspreid dat Engeland
aan onze Koningin een ultimatum had gestuurd. Wij maakten er ons naar over.'
De jaren 1913, 1933, 1938 en 1944 ontbreken.
1.1. Lent-Speleers, Godeliva Emma Joanna van.
1.2. 1905 -
1.3. Geboren te Gent, in 1926 gehuwd met Petrus Johannes van Lent
2.1. Eindhoven, Regionaal Historisch Centrum Eindhoven: bibliotheek,
pla-Eindh-A152.
2.2. 30 x 21; 40 p.
2.3. Mijn eerste herinneringen beginnen op het Steendam in Gent. Maar dat
zijn over het algemeen maar kleine stukjes.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1974.
4.1. 1905-1955.
4.2. Gedetailleerde beschrijving van jeugdherinneringen waarin de auteur
zich ervan probeert bewust te zijn wat authentieke herinneringen zijn en wat
haar is verteld: 'Het gekke is, dat ik mij niets kan herinneren van de kamer
waarin ik sliep'. Verder veel over het dagelijks leven, de indeling van het
huis, eetgewoontes, kleine huiselijke gebeurtenissen, boeken die zij
las, treinreis, introductie elektriciteit, St. Nicolaasviering,
de Eerste Wereldoorlog. Slot: 'Bij moeders dood was Piet bij moeder toen
ze de laatste adem uitblies. De rest is zo'n beetje in de boeken terug
te vinden. Wat de tijd aangaat, geloof ik dat ik in een revolutie tijdperk
leef. Ik weet dat ik geen stijl heb, maar het was toch belangrijk om het op
te schrijven'.
6. Met namen- en plaatsenregister. Met balpen op schutblad de opdracht: 'voor
't archief van Eindhoven van G. Lent-Speleers.'
1.1. Lierop, Betsy Carolina van.
1.2. 1867-1938.
1.3. Geboren te Paramaribo. Dochter van Severinus van Lierop en Johanna Gerarda
Bender Echtgenote van Jan Marie Gülcher (1849-1939), plantagehouder in
Suriname.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): Gülcher (2.21.077), 18.
2.2. 13,5 x 8; 45 p.
2.3. 18 juni 1914. 's Middags na Den Haag vertrokken.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1914 (18 juni) - 1914 (18 oktober).
4.1. 1914 (18 juni) - 1914 (18 oktober).
4.2. Oorlogsdagboek dat echter al in juni 1914 begint. Afwisselend oorlogsberichten
en eigen dagelijkse beslommeringen.
6. Onder hetzelfde archiefnummer bevindt zich ook een reisverslag van
Besty van Lierop over een fietstocht met haar vader door België en
Frankrijk in 1901, en een reis door Duitsland in 1902.
1.1. Linde, Neeltje van der.
1.2. 1760-1857.
1.3. Dochter van Lena Klapmuts (1732-1810) en Jan van der Linden (1730-1763)
te Rockanje. Echtgenote (1786) van Gabriel Trouw (1756-1829), molenaar.
2.1. Brielle, Streekarchivariaat Voorne-Putten-Rozenburg.
2.2. 22 x 17; 118 p.
2.3. Molenboekje I.
3.1. Dagboek.
4.1. 1782-1815.
4.2. Neeltje van der Linde maakte haar dagboekaantekeningen in een boekje
met zakelijke aantekeningen dat werd begonnen door haar grootvader, de molenaar
Johannes Klapmuts. In 1768 werd het door zijn kleinkinderen in gebruik genomen
als dagboek, door Johanna van der Linde tot 1774, door haar broer Jacob van
1774 tot 1781 en door Neeltje van 1782 tot 1815. Bevat aantekeningen betreffende
gezinsleven en plaatselijke gebeurtenissen.
1.1. Linden van den Heuvel, Johanna Elisabeth, van den.
1.2. 1872 (Vlaardingen, 5 mei) - 1939 (Den Haag, 17 december).
1.3. Dochter van Johan George van den Linden van den Heuvel en Hannah Visser.
Echtgenote (1912) van Georg Albert Kuhn (1869-1942), notaris. Concertzangeres.
Ze werkte onder de naam Tilia Hill.
2.1. Vlaardingen, Gemeentearchief Vlaardingen: FA Van den Linden van den
Heuvel, 161.
2.2. 20 x 16,5; 30 p.
2.3. Dagboek van J.v. Linden v.d. Heuvel 1889.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1889 (18 september) - 1891 (11 januari).
4.1. 1889 (18 september) - 1891 (11 januari).
4.2. Introspectief en emotioneel dagboek over haar leven in Brussel. Onder
meer over haar gevoelens van heimwee ('toen de Zondag kwam, had ik den ganschen
dag wel kunnen huilen'), haar ontmoetingen en de gesprekken die ze voert,
brieven die ze ontvangt en bezoeken aan opera en concerten. Bevat tevens beschouwingen
over het dagboekschrijven: 'Ik zoude dit alles niet neerschrijven, wanneer
ik niet vertrouwde op de kieschheid van degenen, die dit boek zien, en
er dan ook geen oog in zullen werpen.'
6. Het archief bevat een groot aantal brieven van haar hand, een album amicorum,
een catalogus van haar boeken en een in het Duits geschreven autobiografische
schets waarin met name wordt gesproken over het verloop van haar reuma,
de gevolgde kuren en gebruikte medicijnen en de kwalen waaraan haar ouders
op jonge leeftijd zijn overleden. Zie. Kuhn.
1.1. Lindenbergh, P.
1.3. Wethouder.
2.1. Goes, Gemeentearchief Goes: bibliotheek 10 A 20.
2.2. Typoscript; 30 x 21; 43 p.
2.3. Herinneringen.
3.1. Autobiografie.
3.2. Ten behoeve van volgende geslachten: 'Er is mij op gewezen, dat ik op
mijn ouden dag en met een nog vrijgoed geheugen, benevens veel vrijen tijd,
deze moest gebruiken om op te schrijven, wat mij van het verleden bekend is
door overleveringen en onderzoek, in het byzonder dan betreffende ons goede
dorp Wemeldinge.
3.3. 1933.
4.1. Tweede helft negentiende eeuw.
4.2. Tamelijk onpersoonlijk geschreven herinneringen die het midden houden
tussen een historische kroniek en een autobiografie. Gaat in tijd ook terug
tot de periode voor zijn eigen geboorte (val van Napoleon) en baseert zich
daarbij op historische literatuur en mondelinge overleveringen. Over de volksaard
van de Zeeuwen, de aanleg van het kanaal door Zuid-Beveland, liedboekjes,
straatdeuntjes etc.
1.1. Looff, Jan de.
1.2. 1902 (18 juni) - ca. 1979.
1.3. Zoon van een boerenknecht. Trouwt in 1925 met een dienstbode die
na dit huwelijk een klein snoepwinkeltje bestiert. Vanaf zijn negende jaar
koewachter in Kortgene. Vanaf zijn twaalfde jaar paardenknecht op hetzelfde
boerenbedrijf als zijn vader.
2.1. Middelburg, Zeeuwse Bibliotheek: HS 6815.
2.2. Fotokopie van een typoscript; 26 x 21; 96 p.
2.3. Een geschiedenis van een boerenknechtzoon.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. Ca. 1979.
4.1. 1902-1979.
4.2. Uitvoerig verslag van het leven van de auteur waarin vooral zijn verschillende
werkzaamheden een belangrijke rol spelen. Ook aandacht voor arbeidsverhouding
en inkomsten. 'Mijn baas hoorde van dat huwelijk en kocht een klein
snoepwinkeltje voor ons. Hij zeide dan kan u vrouw wat bij verdienen. Hij
had dat heel goed bekeken want dacht hij dan blijf u beslist wel bij mij werken
[...].' De autobiografie wordt afgesloten met een herinnering aan het huwelijkscadeau
dat hij van zijn vader kreeg: 'Hij zeide tegen mij nou moet u eens goed naar
mij luisteren, de beste van het gezin bent u niet (ik wist dat wel) maar ook
niet de slechtste. Nu hebben ik één vraag aan u, voor ik
u feliciteer. Ik zou gaarne van u horen om te trachten uit politiehanden te
blijven. Ik vroeg hem wat hij daar mee bedoelde. Hij wilde graag hebben zoolang
uw moeder en ik leven u nooit zal moorden of stelen, dat was een bijzonder
huwelijkscadeau, ik zeide tegen hem geef u mij de hand zoolang u en mijn moeder
leven zal u dat nooit zien of horen. Zoodoende ben ik nu aan mijn relaas,
met de hoop tot de tijd is gekomen om van dit aardse rijk af te stappen. Einde.'
Daarna volgt nog een uitvoerige berekening van zijn inkomsten per beroep en
zijn gemiddelde jaarinkomen (?1650,-).
1.1. (a) Loon, Caroline Wilhelmina van; (b) Lennep, Maurits Jacob van.
1.2. (a) 1833 ('s Graveland (Schaep en Burgh), 19 oktober) - 1899 (Hilversum,
7 juni); (b)
1.3. (a) Dochter van Willem van Loon en Anna L.A. van Winter. Echtgenote
van Maurits Jacob van Lennep. (b) Zoon van meester Jacob van Lennep en jonkvrouw
Henriëtta Sophia Wilhelmina van Roëll. Echtgenoot van Caroline Wilhelmina
van Loon. Officier van justitie te Amsterdam. Lid Provinciale Staten van Noord-Holland.
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): Reveil 01: 0018 t/m 0023a.
2.2. Diverse formaten; ca. 800 p.
2.3. Journal de 184ommencée I Janvier 1849 jusqu'au 13 Fevrier.
10 avril, 11 et 12 Mei 1849. Mad.elle C.W. van Loon. I cahier 14 Juilliet.
10 Août 1853.
2.4. FR; NL; EN.
3.1. Dagboek.
9. C
3.3. 1849 (1 januari) - 1857 (11 juli); ca. 1900.
4.1. 1849 (1 januari) - 1857 (11 juli); ca. 1900.
4.2. Dagboek van een jonge vrouw uit de gegoede Amsterdamse kringen, bijgehouden
in de periode tussen school en huwelijk. Zeer uitvoerige beschrijvingen van
haar sociale leven en soms heftige emoties. Na de verloving met Maurits van
Lennep, geeft Van Loon hem regelmatig haar dagboek te lezen. In de marges
geeft hij commentaar. Ook commentaar van zijn hand uit latere periode (ca.
1900). Bijzonderheden over verblijf in Parijs, liefdadigheidswerk, Da Costa.
1.1. Loon, Constance Cornelie van.
1.2. 1828 (Amsterdam, 20 oktober) - 1911 (Doorn, 5 januari).
1.3. Dochter van Willem van Loon en Anna L.A. van Winter. Jonvrouw.
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): Reveil 01: 0027.
2.2. 27 x 16,5; ca. 207 p. en losse bladen.
2.3. Janvier 8. Anna revient de la Haye où je vais la chercher. On
bâtit les maisons du Bezuidenhout.
2.4. FR.
3.1. Dagboek.
3.3. 1862 (8 januari) - 1881 (19 augustus).
4.1. 1862 (8 januari) - 1881 (19 augustus).
4.2. Regelmatig, maar niet dagelijks bijgehouden dagboek. Voornamelijk kroniek
van het leven van een ongetrouwde vrouw: geboortes, sterfgevallen, huwelijken,
visites (veel personen uit 'reveilfamilies') etc. Verder aandacht voor leeservaringen,
reisverslagen, religieuze bijeenkomsten. Geen zelfreflectie, geen beschrijving
van het gevoelsleven. Waarschijnlijk is dit een netversie. De toegevoegde
bladen lijken kladaantekeningen te bevatten.
1.1. Loon, Folkert Nicolaas van.
1.2. 1775 (Harlingen, 6 december) ‑ 1840 (Leeuwarden, 13 december).
1.3. Zoon van Nicolaas van Loon, advocaat en houthandelaar, en Trijntje Schellingwouw.
Was tweemaal gehuwd, in eerste huwelijk met Hiske Dirks Stedehouder. Verloor
op jeugdige leeftijd zijn ouders. Stond onder voogdij van de predikant B.
Jongsma te Peins. Vervulde diverse functies, waaronder belastingontvanger
en maire te Rauwerd. Dreef te Irnsum een hout‑ en boterhandel. Zijn
belangstelling ging uit naar de scheepsbouw en werktuigkunde.
2.1. Sneek, Fries Scheepvaart Museum: bibliotheek, L 260.
2.2. Fotokopie; 20,5 x 25; 41 f.
2.3. Ao 1719 den 1 febr. is in den Heere gerust Grietje Wybrens Pama, eerste
weduw van wijlen de notar. pub. Jacobus van Loon.
2.4. NL.
3.1. Aantekeningen.
3.2. 'De gebeurtenissen en bijzonderheden van voorouders te kennen verschaft
aan den mensch eene der grootste genoegens.'
3.3. (1719-) 1795 (24 december) ‑ 1826 (5 maart).
4.1. (1719-) 1795 (24 december) ‑ 1826 (5 maart).
4.2. Aantekeningen over het leven van de auteur en genealogische aantekeningen,
ontleend aan grafschriften.
1.1. Loon, Henriette Agnes van.
1.2. 1825 (Amsterdam, 15 maart) - 1902 (Driebergen, 12 november).
1.3. Dochter van jonkheer Willem van Loon (1794-1847) en Anna Louisa Agatha
van Winter (1793-1877). Dame du palais van H.M. de Koningin-moeder. Echtgenote
(1853) van Maurits Herman Insinger (1825-1891), voorzitter van de
Kamer van Koophandel te Amsterdam, lid Eerste Kamer.
2.1. Amsterdam, GA Amsterdam: FA van Lennep (238), 960-964.
2.2. Vijf delen; 20 x 16; ca. 1500 p.
2.3. Diners en aanteekeningen daarover, gegeven door M.A. Insinger en H.A.
Insinger-van Loon.
2.4. FR.
3.1. Dagboek.
3.3. 1884-1900.
4.1. 1884-1900.
4.2. Dit is maar zeer gedeeltelijk een dagboek, ook veel agenda-achtige aantekeningen
en aantekeningen over tafelschikkingen en dergelijke. Ook verslagen van de
gegeven diners. Geeft een interessant beeld van de 'diner'-cultuur en wie
er kwamen dineren.
1.1. Loon, Willem van.
1.2. 1794 (Amsterdam, 20 september) - 1847 (Lage Vuursche, 11 oktober).
1.3. Echtgenoot Anna L. A. van Winter (1793-1877). Lid Provinciale Staten
van Noord-Holland. Jonkheer.
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): Reveil 01: 0026.
2.2. 23 x 19; 272 p.
2.3. 1846 zondag 1 Februari: goed weder. Veel wind. Willem uit Utregt komende
brogt eenigzints betere tydingen van Jacques Nepveu mede.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1846 (1 februari) - 1847 (30 september).
4.1. 1846 (1 februari) - 1847 (30 september).
4.2. Dagelijks bijgehouden dagboek met aantekeningen over het weer, kerkgang,
sociale leven, zakelijke leven, gezondheid van de auteur en zijn familie,
binnen- en buitenlandse politiek, natuurbeleving, kunsthandel (koopt regelmatig
schilderijen, o.a. van Koekkoek, Calome, ziet schilderijen Ary Scheffer),
reisjes naar Den Haag en Wiesbaden. Noteert ook veel wetenswaardigheden uit
kranten (zoals b.v. jachtpartij op een van een schip ontsnapte hyena).
1.1. Loos, Henricus.
1.2. 1813 (Amsterdam, 21 april) - 1873 (Utrecht, 4 juni).
1.3. Aartsbisschop van de Oud-katholieke Kerk van Utrecht 1858-1973.
2.1. Utrecht, RA Utrecht: - Oud-katholieke kerk (R 86), 369.
2.2. 17 x 10; 350.p.
2.3. Lijsten van ingekomen en uitgaande brieven en klad dagboekaantekeningen.
2.4. NL.
3.1. Dagboekaantekeningen.
3.3. 1858-1873.
4.1. 1858-1873.
4.2. Aanvankelijk alleen wat lijstjes van brieven, maar al snel wordt het
een echt dagboek. Beschrijft uitvoerig de kerkelijke verwikkelingen: '11-aug-1871
De AB vraagt aan Past. Verhey naar den toestand van zijnen broeder, die een
zeer ernstig ongeluk gehad heeft, namelijk overreden is. De pastoor beantwoordt
die vraag, zonder eenig bescheid wegens den toestand te geven, met een
bitteren uitval. Hij schijnt in die vraag geene belangstelling, maar eene
bespotting te zien, en wel om reden noch den AB noch een der pastoors van
Utrecht zijn broeder zijn komen bezoeken. Welk eene zotte pretentie.'
1.1. Loten van Doelen, Arnoud Christiaan.
1.2. 1794-1817.
1.3. Zoon van Johannes van Doelen (1752-1828) en Johanna Carolina Arnoudina
Loten (1753-1823). Echtgenoot (1816) van Cornelia Maria Agatha Antonia van
der Muelen (1793-1844).
2.1. Utrecht, Gemeentearchief: FA Grothe 480.
2.2. Afschrift; twee delen;16,5 x 10 en 15,5 x 10; 20 p.
2.3. Het huwelijk is mij altijd als een zeer gewigtigen zaak voorgekomen
en was zints eenen geruimen tijd bij mij een punct van ernstige overdenking.
2.4. NL.
3.1. Aantekeningen.
3.3. 1815 (15 september); 1816 (15 februari); 1817 (15 januari).
4.1. 1812-1816; 1813-1814.
4.2. Het eerste deel (geschreven in 1815-1816) bevat aantekeningen over zijn
gedachten over het huwelijk en zijn aanzoek aan zijn latere echtgenote; het
tweede deel (geschreven in 1817) bevat aantekeningen over hoe zijn dienst
als garde d'honneur zijn houding tegenover God wijzigde en over de dood
van zijn zuster.
6. Het afschriften is gemaakt door zijn moeder, met de bedoeling deze later
aan zijn dochter te geven. Het inventarisnummer bestaat verder uit losse katernen,
grotendeels gevuld met godsdienstige gedichten, spreuken en aantekeningen.
1.1. Loudon, James.
1.2. 1824 (Den Haag, 8 juni) - 1900 (Den Haag, 31 mei).
1.3. Zoon van Alexander Loudon (1789-1839) en Susanna Gaspardina Valck.
Echtgenoot van Louise Wilhelmine Françoise Félécité de
Steurs. Rechten Leiden. Minister van Koloniën, gouverneur-generaal van
Nederlands-Indië (1871-1875).
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): collectie Loudon (2.21.183.50), 1.
2.2. Getypte kopie; 28 x 21; 517 p.
2.3. Gedenkschrift van Zijne Excellentie jonkheer Mr. James Loudon.
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.3. 1890-1891.
4.1. 1824-1890.
4.2. Zeer uitvoerige en goed geschreven memoires van deze staatsman. Alle
namen zijn onderstreept. Leest als een 'who is who' van de periode. Beschrijft
zeer uitgebreid de Indische en politieke verwikkelingen en belevenissen. 'De
nieuwe verkiezingen gaven het Kabinet geen kracht, men scharrelde nog wat
voort, dank zij de energie en portefeuillelast van Heemskerk, die zich na
den dood van Borret (10 nov. 1867) nog met de portefeuille van Justitie belaste
tot 3 jan. 1868, toen hij die overdroeg aan den theatralen, bombastischen,
met andermans denkbeelden gepantserden Wintgens.' Weinig persoonlijke ontboezemingen.
6. Het origineel bevindt zich bij de familie.
1.1. Lulofs, Johanna Constantia Wilhelmina.
1.2. 1796 ((Zutphen, 20 december) ‑ 1856 (Arnhem, 8 september).
1.3. Dochter van mr. Johan Lulofs en Constantia Wilhelmina van Drijfhout.
Echtgenote (1823) van Jan Pieter van der Hucht (1797‑1846), makelaar
in effecten, lid van de firma Kerkhoven & co en mede‑eigenaar van
de theeonderneming Parakan Salak op Soekaboemi in West‑Java waar
hij, samen met zijn gezin, lange periodes verbleef
2.1. Rotterdam, GA Rotterdam (handschriftenafdeling I): * 8751.
2.2. Fotokopie; 20 x 16; 43 p.
2.3. Amsterdam 20 december 1845. Wij mogten deze dag, die de verjaardag van
onze beide mama was, heel gelukkig vieren.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1845 (20 december) ‑ 1853 (16 september).
4.1. 1845 (20 december) ‑ 1853 (16 september).
4.2. Veel over voorbereidingen van de reis naar Indonesië, over sociale
contacten in Nederland en later ook in Indonesië, bezoekjes, verlovingen,
feestjes, consumpties, beluisterde preken, huishoudelijke activiteiten, kwaaltjes
en geneeswijzen in Indonesië (bloedzuigers) en belangrijke familiegebeurtenissen.
6. De originelen bevinden zich bij de familie Van der Hucht. Hetzelfde inventarisnummer
bevat tevens een reisverslag van dezelfde auteur van Java naar Holland uit
1847.
1.1. Lynden, Elisabeth Wilhelmina van.
1.2. ?-1907.
1.3. Echtgenote (1869) van Aeneas Mackay (1838-1909). Barones.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): Verz. geslacht MacKay van Ophemert (2.21.115)
721.
2.2. 12 x 8; ca. 160 p.
2.3. Naar de kerk gegaan. Ik bleef den geheelen dag met hoofdpijn te bed.
3.1. Dagboek.
3.3. 1869.
4.1. 1869.
4.2. Zeer beknopt dagboek, bijgehouden in een gedrukte agenda. Per dag slechts
enkele regels. Over het weer, dagelijkse activiteiten, gezondheid, overledenen,
contacten etc.: 'Ernst iets beter de koorts is afgenomen. Anne d'Escury bij
ons. Opening van het opgebouwde Kurhaus' Vermoedelijk bedoeld als geheugensteun.
6. Zie Mackay.
1.1. Maas Geesteranus, Johanna Cornelia de.
1.2. 1867 (Den Helder, 29 januari) - 1902 (Heemstede, 19 maart).
1.3. Dochter van Willem Maas Geesteranus en Swanida Helena Visser.
Echtgenote (1889) van mr. Johan de Vries van Doesburgh (1863-1951), officier
van Justitie.
2.1. Haarlem, RA Noord-Holland: FA Semeijns de Vries van Doesburgh (142),
398.
2.2. 14 x 9 x 10 (driehoekig met een ronde zijde); 30 p.
2.3. Dit dagboekje is eigenlijk veel te laat begonnen.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1890-1891.
4.1. 1890-1891.
4.2. Dagboek over het eerste levensjaar van de dochter van de auteur, Swanida
Helena de Vries van Doesburgh. Met gegevens over haar gewicht. 'het kind dat
's morgens om vier uur geboren was, werd de volgende dag aan de borst gelegd
en slikte, na eenige vruchtelooze pogingen, 's middag om twee uur.' Achterin
aantekeningen van latere datum (schoolrapporten).
6. Zie De Vries-Van Doesburgh.
1.1. Mackay, Aeneus.
1.2. 1806 (Nijmegen, 13 januari) - 1876 (Den Haag, 6 maart).
1.3. Zoon van Barthold Johan Christiaan baron Mackay en jonkvrouw Anna Magdalena
Frederika Henriëtte van Renesse. Echtgenoot van Maria Catharina Anna
Jacoba Fagel. Rechten Utrecht. Verbonden aan het hof van Anna Paulowna.
Lid Tweede Kamer voor de antirevolutionaire richting, vice-president Raad
van State. Voorman van het Reveil.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): collectie Mackay van Ophemert (2.21.115)
393-394.
2.2. Twee delen; 20 x 16; 95 p.
2.3. Waardeer dit boek! Hoe zal ik het noemen? Is het een dagboek mijner
goede werken.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1825 (22 september) - 1830 (14 november); 1837 (1 januari) - 1837 (8
januari).
4.1. 1825 (22 september) - 1830 (14 november); 1837 (1 januari) - 1837 (8
januari).
4.2. Dagboek bijgehouden in jeugdjaren met veel persoonlijke overwegingen
en bespiegelingen. 'Maar is er op de wereld geluk? Ongelukkig hij die deze
vraag niet kan beantwoorden of die durft te zeggen. Op de wereld zelve? Neen!
[...] Waarom toch zoveel over mijzelven en met mij alleen gedacht en gehandeld,
waarom niet iets voor volgende dagen bewaard? Van oct. '26 tot dec.'1827 niet
geschreven en toch hoeveel er wederom niet gebeurd en hoeveel geeft mij dit
verlopen tijdperk geene gewigtige herrinnering!'
6. Zie Fagel.
1.1. Mackay, Aeneus.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): collectie Mackay van Ophemert (2.21.115)
395-397.
2.2. Twee delen ; 20 x 16; 150 p.
2.3. Pessamega[?] forma mea [...].
2.4. LA ; FR ; NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1834-1836.
4.1. 1834-1836.
4.2. Dagelijkse aantekeningen. Moeilijk leesbaar.
1.1. Mackay, Aeneus.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): collectie Mackay van Ophemert (2.21.115)
398-445.
2.2. Achtenveertig delen; 20 x 17; ca. 8000 p.
2.3. Zondag 3 Juli 1836 - Bediening bij de Vries en dezelfe kerk.
2.4. NL; FR.
3.1. Journaal.
3.2. Teeken op waaraan g'uw geld besteedt, teeken mede op de uitgaven van
uwer tijd. Van beide zult ge rekenschap geven.
3.3. 1836-1876.
4.1. 1836-1876.
4.2. Dit is behalve een financieel journaal een dagelijks bijgehouden verslag
van bezigheden. Zeer uitvoerig en langdurig volgehouden.
1.1. Mackay, Aeneus.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): collectie Mackay van Ophemert (2.21.115)
446-457.
2.2. Twaalf delen (twee delen ontbreken); 21 x 17; ca. 2100 p.
2.3. Hopital, 1853.
2.4. FR; NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1853-1876.
4.1. 1853-1876.
4.2. Uitvoerig, maar moeilijk leesbaar dagboek over tal van personen en gebeurtenissen
uit de Nederlandse politiek. Ook briefontwerpen (onder meer aan Thorbecke).
1.1. Mackay, Aeneus.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): collectie Mackay van Ophemert (2.21.115)
494-496.
2.2. Twee delen; 17 x 12; 425 p.
2.3. Fata Ophemertiana
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1844-1875.
4.1. 1844-1875.
4.2. Het eerste deel is in zeer slechte staat. Lijkt vooral over zijn verblijf
op Ophemert te gaan. 'Tenslotte De Burgemeester of liever het Burg. Bestuur
deelde dezen Winter geen brandstof.' Met krantenknipsel en lijstjes voor etentjes
en dergelijke. Voorvallen op Ophemert.
1.1. Mackay, Barthold.
1.2. 1773 (Tiel, 4 september) - 1854 (Ophemert, 24 november).
1.3. Zoon van Aeneas Mackay (1734-1807) en Ursulina Philippina van Heaften
(1734-1793). Loopbaan bij de marine. Directeur Posterijen Rotterdam.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): collectie Mackay van Ophemert (2.21.115)
261.
2.2. 34 x 21; 50 p.
2.3. Te Tiel ben ik den 4 september 1773 geboren.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.2. 'Korte chronologische Aantekeningen voor mijne lieve kinderen.'
3.3. na 1830.
4.1. 1773-?
4.2. Autobiografische aantekeningen van de vader van Aeneas Mackay (zie ook
diens dagboeken) en met diens hulp gemaakt. Niet zeer uitvoerig. Een paar
keer overgeschreven. Voornamelijk over zijn wederwaardigheden als
zeeman bij de marine.
1.1. Mackay, Johan Jacob.
1.2. 1842-1859.
1.3. Zoon van Aeneas Mackay en Maria Fagel. Stierf op zeventienjarige leeftijd,
aan het begin van zijn opleiding op Willemsoord.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): collectie Mackay van Ophemert (2.21.115)
672.
2.2. 21 x 12; 32p.
2.3. Introduction. La cause de notre voyage fut triste.
2.4. FR.
3.1. Dagboekfragmenten.
3.3. 1859.
4.1. 1859.
4.2. Dagboekverslag van een reis van Den Haag naar Rotterdam en Keulen. 'Le
jour à Aix la Chapelle, Mecredi le 16 juillet je me reveille le matin
8 heures au lit a force fatique a neuf heures.' In slechte staat, maar interessant
vanwege de vele andere egodocumenten van de familie.
1.1. Marees van Swinderen van Allersma, Reneke de.
1.2. 1764 ‑ 1848 (Groningen).
1.3. Zoon van mr. Albert Hindrik van Swinderen (1732‑1802), jurist,
en Johanna de Marees (1736‑1766). Echtgenoot (1788) van Meynardina Adriana
Lohman (1767‑1812).
2.1. Groningen, Groninger Archieven: FA De Marees van Swinderen, 150.
2.2. 18 x 11; 75 p.
2.3. Fata familiae.
3.1. Familieboekje; aantekeningen.
4.1. (12 mei 1756-); 1788 (4 maart) ‑ 1827 (25 februari); (1848).
4.2. Aantekeningen van gebeurtenissen in familie en gezin, geboorte‑,
ziekte‑ en sterfgevallen. Sterven van de vrouw van de auteur. De aantekeningen
zijn voortgezet door zoon Wicher Meynart.
6. Vgl. inventarisnummer 149: aantekeningen lopende van 27 november 1811
tot 18 februari 1812 over ziekte en sterven van de vrouw van de auteur.
1.1. Marsch, Catharina ter.
1.2. 1861-1912.
1.3. Echtgenote van Jan Julius Romein (1862-1930). Moeder van de historicus
Jan Romein.
2.1. Amsterdam, IISG: archief Jan Romein, 722.
2.2. Microfilm; 50 p.
2.3. 1887. Nieuwjaarsdag! Wat zal dit jaar brengen?
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1887.
4.1. 1887.
4.2. Een persoonlijk dagboek met beschrijvingen van haar dagelijkse
bezigheden in de periode voor haar huwelijk met Jan Julius Romein. Onder meer
over haar vader: 'Pa, die weer in een echte bromperiode is, arme Pa, o ik
wou dat Pa zich gelukkiger voelde, wat is melancholie toch vreeselijk.' En
veel over haar hoop en verlangen naar haar latere man.
6. Zie Romein.
1.1. Martens, Christiaan Carel Hendrik.
1.2. 1852 (Utrecht) - 1899 (De Bilt).
1.3. Zoon van jonkheer Jan Louis Anne Martens en jonkvrouw Johanna Benjamina
van Rappard. Kandidaat-notaris. Jonkheer.
2.1. Utrecht, GA Utrecht: FA Martens (51), 680.
2.2. 19 x 16; 200 p.
2.3. Gedenkboek der merkwaardige gebeurtenissen gerekend in de jaren beginnende
bij het jaar 1866. Opgetekend door C.C.H. Martens.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1866-1870.
4.1. 1866-1870.
4.2. Verslag van schoolgang, het vangen van katten, avonturen van ooms en
etentjes. 'Maart 1867. Bij de vogelkooi begint al een boompje groen te worden.
Er is een beetje sneeuw gevallen. [...] 21 Maart Tante Margriet is in
de stad. Jan en ik hebben haar 's avonds aan de spoor gezien met mijnh Snouckaert.
Wij zijn toen naar grootpapa en grootmama gegaan daar kreeg Grootpapa een
brief van de weerbaarheid. [...] July 1868 Anna en George kome terug uit den
Haag. Oom Henk Meertens bij ons gegeten.'
1.1. May, Job Seaburn.
1.2. 1765 (Amsterdam, 18 maart) - 1827 (Rotterdam, 21 januari).
1.3. Kleinzoon van John May (1694-1777), equipagemeester van de Amsterdamse
admiraliteit. Zoon van Willem May en Francis Lee. Echtgenoot van Ann Brander.
Zeeofficier, aanvankelijk bij de admiraliteit, later bij de Marine; schout-bij-nacht;
1815 vice-admiraal en directeur der Marine in het hoofddepartement van de
Maas. Speelde grote rol bij de aanleg van het Voorns kanaal.
2.1. Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek J 204 II.
2.2. 33 x 20,5; 20 p.
2.3. Staat van dienst van den ondergetekende Schout bij Nacht, directeur
en kommendant der Marine in het Hoofddepartement van de Maaze.
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.3. Ca. 1818
4.1. 1765 (18 maart) - 1818.
4.2. Zeer uitvoerige 'staat van dienst' over Mays belevenissen op de diverse
oorlogsschepen waarop hij gediend heeft, o.m. als voluntair op het Engelse
fregat Circe (1799), en zijn betrokkenheid bij de politieke ontwikkelingen
in Nederland (oranjegezind). Wordt in 1802-1810 op non-activiteit gesteld,
in 1810 gearresteerd door de Fransen. Wordt in 1813 lid van 'de nieuwe regering'.
6. Gerelateerde documenten: J 20v III (persoonlijke en ambtelijke brieven
en documenten, twee afschriften of eerdere versies van de Staat van Dienst,
respectievelijk tot 1795, 1802); J 204 I 1 (afschrift Staat van Dienst uit
1858).
1.1. Meekel, Kees.
1.2. 1883-1953.
1.3. Letterkundige.
2.1. Nijmegen, Katholiek Documentatie Centrum: collectie Meekel, 157.
2.2. Twee delen; 13 x 8; 300 p.
2.3. Agenda; Donderdag, ik geloof dat voor een zeer groot gedeelte de roeping
der kunst bestaat in vreugde brengen.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1907; 1912.
4.1. 1907; 1912.
4.2. Twee agendadeeltjes vol losse dagboekaantekeningen, die hier en daar
een aforistisch karakter hebben. 'Er is een grens van de wellust- dat is een
gebroken lichaam en een verflenste ziel.' Nauwelijks gebruikt als agenda,
maar meer als geheugensteun. 'Maart 17. Deze morgen heb ik gesproken met een
simpele vrouw uit het volk - een veenwerkersvrouw - als lichstralen leefden
haar woorden.' Met literatuurcitaten.
1.1. Meerman, Johannis.
1.2. 1897 (Oosterland, 15 november) - ?
1.3. Zoon van Cornelis Meerman (1860-?), landbouwersknecht, en Elisabeth
Kik (1860-1935). Echtgenoot (1953) van Pieternella van der Weyde (ca.
1895-?). Aanvankelijk boerenlandarbeider. Van 1920-1955 conducteur aan
de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij.
2.1. Middelburg, Zeeuwse Bibliotheek: HS 8007.
2.2. Fotokopie; 21 x 17; 212 p.
2.3. Levensherinnering 1902-1982.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1983.
4.1. 1902-1982.
4.2. Zeer gedetailleerde herinneringen, o.a. aan gebeurtenissen uit zijn
jeugd vanaf vierjarige leeftijd (ongelukjes tijdens het spelen, kattenkwaad,
de eerste schooldag, het slachten van vee etc.), zijn werkzaamheden als boerenknecht
en tramconducteur, het overlijden van zijn echtgenote en de (praktische) problemen
die hieruit voortvloeiden. Besloot daarop een huishoudster te nemen: 'En zoo
ging het leven verder met veel knopen erin voor de ééne dit
en voor de ander dat. Alles bij elkaar genomen is het leven maar een prikel
.' Het document bevat een aantal lijsten: o.a. met namen van zijn klasgenoten,
dorpsgenoten te Oosterland (1905-1910) en collega's. Gebruikt hierbij
markeringstekens om aan te geven welke mensen hiervan, bij zijn weten, inmiddels
zijn overleden of noteert globale opmerkingen: 'van deze 2 bladzijden alle
mannen en vrouwen overleden'. Het document bevat aan het einde een chronologische
samenvatting van zijn werkzaamheden.
1.1. Mees, Willemine.
1.2. 1887 (Veendam, 26 mei) - 1967.
1.3. Dochter van Willem Mees (1849-1920), arts, en Geertruida Hermina
Oving (1850-1923). Echtgenote (1914) van Thomas Antonij Fruin.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): FA Fruin (2.21.222) 79.
2.2. Twee delen; 21 x 16 en 22 x 15; 266 p.
2.3. Levensherinneringen van Willemine Fruin-Mees.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1949;1950.
4.1. 1887-1912.
4.2. Jeugdherinneringen uit Veendam en Rotterdam. 'De boeken van van Lennep
en mevr. Bosboom Toussaint heb ik daar [Rotterdam] gelezen in de
eerste jaren van m'n gymnasiumtijd. Maar o, wee als pa een boodschap voor
je had en dat had hij vaak. Willemien, Willemien. Je waagde het niet om
geen antwoord te geven. [...] Het Erasmiaans Gymnasium had een heel beschaafd
lerarencorps in dien tijd, wat in de eerste plaats te danken was aan
de zeven classici, een heleboel voor een school van (in 1900) 186 leerlingen.
[...] Ik maakte bij alle leeraren een afscheidsbezoek, al was dat voor meisjes
niet de gewoonte, maar dat vond ik dwaas. Vooral de ongetrouwden apprecieerden
dat erg.' In het tweede deel ook over haar studietijd in Leiden. Herinneringen
aan gelezen boeken: 'Een minder goede invloed had Quia absurdum van Nico
van Suchtelen. Dat deed veel jonge mensen kwaad, zoals Eduard Doedes, die
een eind aan zijn leven maakte en J.C. de Haan, die naar Parijs uitweek. Ik
kreeg er ook erg sombere gedachten door. Vond me totaal overbodig en nutteloos.'
6. Zie Fruin.
1.1. Meester, Theodoor Herman de.
1.2. 1884 (Zwolle) -1967.
1.3. Zoon van Theodoor Herman de Meester (1851-1967), minister van Financiënen
Josina Agnes Reinera Woltera Parker (1854-?). Echtgenoot (1915) van Wilhelmina
Elisabeth de Bas (1892-?). Consul-generaal te Londen en Genua.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): De Meester (2.21.295), 62.
2.2. 21 x 16; 166 p.
2.3. De omslag van dit dagboek werd aldus beschadigd, doordat het zich bevond
in mijn kamer Tolstraat 74 te Antwerpen ten tijde van het bombardement van
Antwerpen op 7,8 en 9 October 1914.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1907-1915.
4.1. 1907-1915.
4.2. Beschrijving van zijn werk als volontair in 1907 bij het Consulaat Generaal
te Londen. 'Zaterdag 23 Maart. Lange werkdag. Ik houd tegenwoordig weer
lange gesprekken met Miss Toke. Good exercise. In Holland de Ruyterdag. Er
stond niets over in de Engelsche couranten. Ik kreeg vanochtend een brief
van huis. [...] 12 april, Vanavond the Dance waarover veel gesproken. It
will be lovely, it is lovely, it was lovely. Ik ben erg verkouden, heesch,
beroerd! Kan me dus excuseren.' Verder een kleurrijk verslag van zijn reis
naar Japan en China in 1909, in 1914 via Rusland weer terug. en zijn ervaringen
in de eerste jaren van de Eerste Wereldoorlog.
In het dagboek bevinden zich foto's, ansichtkaarten en krantenknipsels.
6. Zie ook de reeks van reisverhalen in dit archief (nrs. 59-69).
1.1. Meiborg, Willem Albertus Berend.
1.2. 1890 (Eexta (gem. Scheemda), 3 juni) - ca. 1975.
1.3. Studeerde aan een technische hogeschool in Duitsland. Ingenieur.
2.1. Groningen, Groninger Archieven:: hs. 586-589.
2.2. Fotokopie; 19 x 11; 110 p.
2.3. Geve God dat het goed worde!
3.1. Dagboek.
3.3. 1911 (1 mei) -1964.
4.1. 1911 (1 mei) -1964.
4.2. Uitgebreide beschrijvingen van het dagelijkse leven en interesses, niet
zozeer over zijn emoties, m.n. over zijn uitstapjes, contacten, berichten
uit de krant, studentenleven, bezochte theatervoorstelling, verblijf in Duitsland.
Veel over zijn hobby fotografie en over ontwikkelingen in de luchtvaart (o.a.
registratie van dodelijke ongelukken). In het tweede deel (1912-1917) veel
over WO I en zijn beroep als ingenieur.
1.1. Meijer, Adriaan Frans.
1.2. 1768 (Axel, 4 september) ‑ 1845 (Amsterdam).
1.3. Zoon van Jacobus Gijsbertus Meijer, onderofficier, en Adriana Korthoudt
(?‑1820). Echtgenoot in eerste huwelijk (1792) van Arnolda van Varseveld
(1769/70‑1802). Volgde na een moeizame schoolopleiding vanaf 1785
een militaire loopbaan; lag in garnizoen in Bergen‑op‑Zoom,
Doesburg en Oosterhout en nam deel aan verrichtingen van het Nederlandse
leger in de periode 1793‑1810. Werd in 1794 bij Charleroi krijgsgevangen
gemaakt en keerde in 1795 via Zwitserland terug. Diende in het Bataafse en
Koninklijke leger onder Daendels onder meer bij de Engels‑Russische
invasie van Noord‑Holland in 1799. Nam deel aan veldtochten in Duitsland
en was van 1804‑1805 gelegerd op Walcheren. Kwam na de inlijving in
Franse dienst en vocht in Italië en Oostenrijk. Trad in 1814 in Nederlandse
dienst in de rang generaal‑majoor. Werd in 1838 gepensioneerd.
2.1. Den Haag, Sectie Militaire Geschiedenis van de Landmachtstaf: DC 92/1
(hs. 58).
2.2. Typoscript (afschrift); 34,5 x 23; 66 p.
2.3. Andres Meyer, majoor in het regiment Zwitsers van Dona, in Hollandsche
dienst, gehuwd met Gijsberta Adriana van Heerdt. Uit dit huwelijk [...].
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. Ca. 1826.
4.1. 1785‑1826.
4.2. Overzicht van zijn militaire loopbaan, vanaf zijn indiensttreding tot
aan zijn benoeming tot luitenant‑generaal.
1.1. Meijer, J.P.
2.1. Den Haag, Instituut voor Maritieme Historie: losse stukken, 806.
2.2. Getypte kopie; 21 x 15; 16 p.
2.3. Herinnering van een sleepkapitein in Oost-Indië.
2.4. NL.
3.1. Autobiografische Herinneringen.
3.3. 1916.
4.1. 1860-1880.
4.2. Beschrijft zijn belevenissen op diverse schepen. 'Nu kwam ik voor het
eerst op een Stoomschip wat keek ik raar op.'Verhaalt van ziektes, vervoer
van 'koebeesten', aardappelen en andere lading. Zit vol details en kleine
avonturen.
1.1. Meijer, Willem.
1.2. 1877 (Groningen, 21 november) - 1951 (Hilversum, 31 mei).
1.3. Opleiding als matroos, actief in de Algemeene Bond voor Nederlandse
Marine-Matrozen. Lid van de SDAP. Redacteur Het Anker. Publiceerde
onder meer over de mistanden bij de marinematrozen.
2.1. Amsterdam, IISG: collectie Meijer, 20.
2.2. 21 x 17; 30 p.
2.3. Het Anker. 1904 - feiten.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1904;1911.
4.1. 1904.
4.2. Goed geschreven verslag van de poging om hem te ontslaan als redacteur
van het tijdschrift
Het Anker, waarbij niet geschroomd werd zijn vader te manipuleren.
'M'n Vader had in den beginne niet veel trek om zich met de zaak in te laten,
doch men gaf hem vrij duidelijk te kennen dat hij moest.'
1.1. Meinders, J.
1.3. Marinier 2e klasse.
2.1. Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek R 228.
2.2. 17 x 10; 68 p.
2.3. Journaal gehouden aan boord Z.M. fregat Rotterdam gedurende eene reize
naar en door Oostindien opgemaakt door den Marinier 2e Kls J. Meinders.
2.4. NL.
3.1. Dagboek/reisverslag.
3.3. Ca. mei 1841?
4.1. 1839 (11 december) - ca. mei 1841.
4.2. Vermoedelijk na de reis geschreven verslag gebaseerd op dagboekaantekeningen,
met veel beschrijvingen van plaatsen etc. en veel illustraties.
1.1. Mehler, Eugeen.
1.2. 1902-1988.
1.3. Zoon van dr. Jacob Mehler (1868-1962), kleinzoon van Eugeen Mehler
(1826-1896), classicus. Eugeen belandde in de dertiger jaren in een psychiatrische
inrichting (Willem Artnzhoeve) waar hij tweeëntwintig jaar verbleef.
2.1. Den Haag, Centraal Bureau voor Genealogie: FA Mehler (FA 00486), doos
18.
2.2. Twee delen; 27 x 20; ca. 164 p.
2.3. Wel en wee van mijn levensdagen.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
4.1. 1902 - ca. 1950.
4.2. Zeer uitvoerige, tamelijk intieme autobiografie. Een groot gedeelte
is gewijd aan zijn jeugdherinneringen: fröbelschool, leesboeken, slaapwandelen,
poppenkastvoorstellingen etc. Zeer precies over welke herinneringen al
dan niet authentiek zijn. Een ander belangrijk deel is gewijd aan zijn reconstructie
van de wijze waarop hij in een psychiatrische inrichting belandde
(tijdens zijn studietijd aan de kunstacademie), 'De rit naar nergenshuizen',
en zijn mislukte uitbraakpogingen. Ook een uitgebreid verslag van het
leven in de Willem Arntzhoeve tijdens de Tweede Wereldoorlog, een woordelijk
verslag van een gesprek met een psycholoog en beschrijvingen van zijn medepatiënten.
6. het archief bevat een handgeschreven en een getypte versie.
1.1. Melchers, Gerrit Willem.
1.2. 1869 (Amsterdam, 26 maart) - 1952 (Bussum, 27 juni).
1.3. Zoon van Willem Johan Melchers, koster, en Aagje Knap. Vrijzinnig socialistisch
predikant, lid SDAP, lid Tweede Kamer 1901-1904.
2.1. Amsterdam, IISG: archief Melchers, 90.
2.2. Typoscipt; 30 x 21; 19 p.
2.3. Enkele gegevens uit het leven van G.W. Melchers te Warga.
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.2. Op verzoek van Vliegen t.b.v. een uitgave van de SDAP.
3.3. 1925.
4.1. 1869-1925.
4.2. In de derde persoon geschreven memoires. Vooral over zijn opleiding,
studie en predikantschap dat in 1899 na enkele incidenten en op advies
van Troelstra omgezet werd tot 'propagandist der partij.' Op 29 januari 1899
ontvouwt Melchers in een rede 'zijn motieven voor zijn overgang tot het propagandistenleven.'
Later over zijn werk in de Tweede Kamer. Weinig over zijn persoonlijk leven,
maar wel met details, anekdotes en doortrokken van zijn 'geestelijke'
overtuiging.
1.1. Melvill van Carnbee, Pieter.
1.2. 1816 (Den Haag, 20 mei) - 1856 (Batavia, 24 oktober).
1.3. Echtgenoot van jonkvrouw Louise W.G.J. van der Kock. Jonkheer, vanaf
1845 baron. Zeeofficier. Opleiding te Medemblik, luitenant ter zee 1e klasse
1850. Vanaf 1840 gedetacheerd bij de commissie ter verbetering van zeekaarten
te Batavia. Later hoofd depot van zeekaarten te Batavia. Vanaf 1846 werkzaam
bij het departement van Marine. Directeur Marine-Etablissement op het eiland
Onrust (Batavia). Schreef o.m. Zeemansgids voor de kusten van Batavia (1842); Geschiedenis
van de hydrografie van de Nederlands Indische archipel. Lid van diverse
aardrijkskundige genootschappen.
2.1. Amsterdam, Nederlands Scheepvaartmuseum: bibliotheek A IV 2 68.
2.2. Twee delen; ca. 30 x 21; 617 p.
2.3. Aantekeningen gehouden gedurende mijne reis naar Oost Indiën op
Z.M. korvet Van Speijk verder op Z.M. korvet Ajax [...] en Z.M. fregat Bellona
kapt. ter zee Arriens. 1835, 1836, 1837 & 1839.
2.4. NL.
3.1. Persoonlijke aantekeningen.
3.3. Deel I: ca. 1834-1839; Deel II: ?
4.1. Ca. 1834-1839.
4.2. Het eerste deel wordt voorafgegaan door een autobiografische inleiding
over Melvill van Carnbee's marineopleiding tot adelborst in Medemblik en zijn
eerste maand in de marine. Daarna volgen aantekeningen (per maand) over zijn
eerste reizen in dienst van de marine naar Oost-Indië, o.a. aan boord
van de Bellona waar prins Hendrik de Zeevaarder aan boord was (zie ook elders
in deze lijst: P. Arriens). Veel plaatsbeschrijvingen, citaten uit literatuur,
tekeningen. Achterin diverse aantekeningen (lijst vruchten, 'titels van geboorte'),
wellicht t.b.v. het tweede deel, en 'Scheepsjournaal gehouden a.b. Z.M. instructievaartuig
Urania gedurende een togtje in de Zuiderzee 1834'. Het tweede deel gaat over
de reis met de Boreas en is waarschijnlijk bedoeld als kopij voor een boek
(inleiding (autobiografisch: jeugdherinneringen, over zijn beweegredenen te
gaan varen), hoofdstukindeling).
1.1. Mensing, Marie.
1.2. 1854 (Den Haag, 15 april) - 1933 (Ermelo, 5 april).
1.3. Dochter van Willem Johannes Mensing, boekhandelaar, en Johanna Imene.
Secretaris van de Bond van Sociaal-Democratische Vrouwenclubs. Landelijk
secretaris van de Sociaal-Democratische Partij.
2.1. Amsterdam, IISG: archief Muijzenberg-Willemse, 104.
2.2. 16 x 11; 30 p.
2.3. Marie Mensing 19/7/72.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1872-1901?
4.1. 1872-1901?
4.2. Kort dagboekje dat begint met een reisbeschrijving van een reis naar
Duitsland in 1872. Daarna vanaf 1876 fragmentarisch aantekeningen. '3
febr 1876, Een dag als alle dagen.' Later krijgt het dagboek het karakter
van geheugensteun en notulen.
1.1. Merens, Christian Jacob.
1.2. 1862 (Haarlem, 24 maart) - 1954 (Las Palmas (Gran Canaria), 1 april).
1.3. Zoon van Christian Jacob Merens (1809-1871), notaris te Haarlem, en
Henriëtta Johanna ten Boekel (1821-1871). Echtgenoot (1893) van Sophie
Bigallet du Brassar (1867-1942). Consul der Nederlanden te Las Palmas (Gran
Canaria).
2.1. Haarlem, RA Noord-Holland: FA Merens (137), 197.
2.2. Typoscript; 25 x 20; 31 p.
2.3. Herinneringen uit mijn vroegste jeugd.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1929.
4.1. (1770) 1862-1929.
4.2. Goed geschreven en gedetailleerde autobiografie. De eerst zes pagina's
vertellen van zijn geboorte als jongste van zes en de belevenissen als peuter
en kleuter, 'by oom Kees (Dr C. Gallis Merens) waar ik in een onbewaakt oogenblik
op een stoel klom om eene aan de wand hangende étagère met
porceleinen kopjes en schoteltjes te inspecteren. Resultaat: ik viel met stoel
en al om en klemde me in myn angst aan de étagère vast, die
met alle porceleinen dingetjes in gruizelen viel', zijn ervaringen als wees.
Verder een lang gedeelte met familieaantekeningen die overgaan in het
vervolg van de jeugdherinneringen te Haarlem en over de familie te Hoorn.
1.1. Meyer, J.J.
1.2. 1852 (voor) - na 1906.
1.3. Resident op Borneo.
2.1. Leiden, Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde: H 871.
2.2. 33 x 21; 155 p.
2.3. Herinneringen uit mijn Indischen loopbaan.
2.4. NL.
3.1. Memoires.
3.2. Om de Nederlandse jeugd inzicht te geven over het leven in 'onze overzeesche
bezittingen'.
3.3. Ca. 1906.
4.1. 1852-1880.
4.2. Begint met uitvoerige herinneringen aan zijn opleiding op de kweekschool
voor de zeevaart. Daarna over de overtocht naar Indië. Vervolgens over
zijn leven in Indië als assistent-resident en later als resident op diverse
posten. 'Zeer spoedig na mijn optreden als Resident moest ik de oosthoek van
Borneo bezoeken, waar door de langdurige ziekte van mijn voorganger, veel
bestuurszaken op afdoening wachtten.' Zeer uitgebreid en informatief,
hier en daar ook persoonlijk. Veel doorhalingen. Met voorwoord.
1.1. Meyer, Siebe Jans.
1.2. 1783 (Terwispel, 24 oktober) ‑ 1874 (Beneden Knijpe, 23 mei).
1.3. Zoon van Jan Sijbes (Meyer) (1742‑1805). Zijn vader was Prinsgezind
en werd in 1795 uit zijn functies van onderwijzer, dorpsrechter en belastingontvanger
te Terwispel ontslagen. Hijzelf werkte als boerenknecht, was vanaf 1805
onderwijzer achtereenvolgens te Terwispel, Oldelemmer en, van 1813 tot
1860, te Beneden Knijpe. Trouwde in 1811 met Arentje Klazes van der Kamp (?‑1860).
2.1. Leeuwarden, Provinciale Bibliotheek van Friesland: Hs. 1792.
2.2. Afschrift; 16 x 21; 15 p.
2.3. Levensloop van Siebe Jans Meyer, onderwijzer der jeugd te Beneden Knijpe
geb. 24 oct. 1783, overleden 23 mei 1874.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. Ca. 1860.
4.1. (1742-) 1799 (1 januari) ‑ 1860.
4.2. Verslag van zijn leven, maar hoofdzakelijk over zijn loopbaan. Verder
gegevens over zijn ouders en wederwaardigheden van zijn vader.
6. Afschrift (gedeeltelijk parafrase) in 1929 gemaakt door Johannes Kuiken.
1.1. Meyier, Jean Jacques de.
1.2. 1872 (Batavia, 4 januari) - ?
1.3. Zoon van Adriaan Constant de Meyier, directeur Deli-Batavia Mij. (1835-1892)
en Agathe Marie Schneither (1837-1922). Echtgenoot van 1) Johanna Petronella
Bekking (1882-?) en 2) Henderika Sophia van den Burselaar. Advocaat en
procureur.
2.1. Groningen, Groninger Archieven: Plaatsingslijst FA De Sitter (694) -
30.
2.2. Afschrift; 21 x 17; 34 p.
2.3. 1887, Donderdag 1 september. In de grote vacantie postzegels geplakt.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1887-1890.
4.1. 1887-1890.
4.2. 'Een alleraardigst jongensdagboek' aldus J.H. de Sitter, die dit afschrift
maakte. Helaas lang niet compleet. 'Vrijdag 23 september. Smerig weer.
Brief aan Jo van Burg geschreven om te feliciteren. Deze vorige nacht voor
het eerst in Jo's kamer geslapen.' Er worden veel brieven geschreven in dit
dagboek, piano gespeeld, gecricket en dergelijke. Jean Jacques en zijn broertjes
verblijven in deze periode bij de familie De Sitter. Geeft een goed beeld
van opvoeding en bezigheden.
6. Origineel is waarschijnlijk verloren gegaan. Opgenomen in een schrift
'Memorabilia' van J.H. de Sitter met familie-aantekeningen.
1.1. Michaël, Pieter Roelof.
1.2. 1892 (Geldrop, 28 januari) - 1985.
1.3. Zoon van Abraham Pieter Michaël en Willemina Elshout. Echtgenoot
van Josina Jacoba van Vloten. Studie medicijnen te Utrecht, daarna chirurg.
Hoogleraarschap te Groningen en aan de Vrije Universiteit.
2.1. Amsterdam, Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme:
447 (Michaël), 7.
2.2. Typoscript ; 35 x 21; 38 p.
2.3. Autobiografie, Prof.dr. P.R. Michaël.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1969.
4.1. 1892-1969.
4.2. Feitelijke autobiografie over zijn jeugd, studie, praktijk en hoogleraarschap
in Groningen en aan de Vrije Universiteit. Veel medische details, weinig persoonlijk.
'Intusschen verbeterde ook mijn financieele positie! Hiermede hing samen
het feit, dat ik op 27 februari 1924 in het huwelijk trad met Josina
Jacoba van Vloten.'
1.1. Middelberg, Eduard.
1.2. 1873 (Zwolle, 28 november) - 1948.
1.3. Zoon van G.A.A. Middelberg en Leopoldine Hallmann. Echtgenoot (1897)
van Maria Vroesom de Haan (1870-?), zangeres. Mijnbouwkundig ingenieur, lid
Provinciale staten Utrecht.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): FA Middelberg (2.21.232) 111.
2.2. 20 x 17; 14 p.
2.3. Daar het een goede daad is, onze gedachten en de feiten in ons leven,
die daarop invloed uitoefenen op te teekenen, zoo hebben we heden op 9 juni
1898 besloten in korte trekken en aantekeningen de geschiedenis van ons huis
neer te leggen en daardoor voor latere jaren een beeld te bewaren van ons
worden en zijn [...].
2.4. NL.
3.1. Persoonlijke aantekeningen.
3.2. Zie 2.3.
3.3. 1898 (12 juli) - 1898 (13 september).
4.1. 1898 (12 juli) - 1898 (13 september).
4.2. Korte beschrijving van enkele dagen na zijn terug keer in Holland in
1898. Veel uitstapjes en visites.
1.1. Middelberg, Gerrit Adriaan Arnold.
1.2. 1846 (Boskoop, 21 juni) - 1916 (Baambrugge, 6 maart).
1.3. Zoon van G.A. Middelberg (1820-1850), remonstrants predikant, en
A.W. Minne (1823-1900). Echtgenoot (1871) van Leopoldine Hallmann (1849-1931).
Werktuigkundig ingenieur. Werkzaam in Duitsland, Engeland, Nederland en Zuid-Afrika
bij de spoorwegen. Van 1909-1913 Tweede kamerlid voor de ARP.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): FA Middelberg (2.21.232) 14-18.
2.2. Vier delen; diverse formaten; 1790 p. (plus enkele tientallen losse
blaadjes).
2.3. Dagboek en losse gedachten en schoone teksten G.A.A. Middelberg. 9 maart
1860.
2.4. NL.
3.1. Dagboek en aantekeningen.
3.2. Ik zet mij nu voor de tweede maal neder om een dagboek of mijne gedachten
op papier te zetten; mogt ik er even als Gosovinus[?] door geheiligd worden
en meer trachtten in Gods geboden te leven.
3.3. 1860-1912.
4.1. 1860-1912.
4.2. Zeer uitvoerige dagboeken en aantekeningen die zelf echter ook weer
egodocumentair van karakter zijn. Op een van de schriftjes staat: 'Wie na
mijnen dood of onbeheerd deze papieren vindt, wordt verzocht ze zonder in
te zien, te verbranden. Ik reken op de bescheidenheid om mijn geheimste
zieleleven niet te willen ontsluieren. [...] 16/6/1864. Daar ben ik aan de
laatste bladzijde van het eerste schrift van mijn dagboek. mij de vroegere
pogingen herinnerende heb ik maar niet vooraan gezet schrift no. 1, maar buiten
verwachting toch ten einde gebragt en zoo ik hoop zullen meer volgen. [...]
De jonge dame met wie ik in kennis ben is wel om verliefd op te worden wat...
ezel, schrijf je je dagboek voor de wereld om eene beschrijving van haar te
geven, of om te beletten dat je ooit haar zult vergeten? [...] 25 Oct. 07.
De dag begon geheel overeenkomstig de leefregel. Om half zeven stond ik op.
Na het gebed las ik een hoofdstuk uit de Brieven van Paulus en toen eenige
bladzijden uit Thomas van Aquinas Summa Contra Gentiles in engelsche vertaling.
[...] De volgende indrukken en gedachten werden neergeschreven, in den regel,
onmiddellijk nadat ze ontstaan waren. Gebeurtenissen van den dag, innerlijke
en uiterlijke, het gelezene en onverdachte deden ze ontstaan. Ik schrijf ze
daarom af naar de volgorde, waarin ze geschreven werden, niet gerangschikt
naar het onderwerp. Min of meer geven ze dus een beeld van de werkzaamheid
van den geest in zijnen ontwikkelingsgang voor zoover dit buiten het veld
van het beroep ligt.'
De latere delen zijn meer religieus van aard met tal van theologische bespiegelingen.
1.1. Middelberg, Gerrit Adriaan Arnold.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): FA Middelberg (2.21.232) 21.
2.2. Uit het leven van G.A.A. Middelberg.
2.3. Typoscript; 27 x 21; 133 p.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1888-1889.
4.1. (1820) 1846-1889.
4.2. Uitvoerige en boeiende autobiografie met enkele citaten uit de
dagboeken, maar voor het grootste deel origineel. Geeft een goed beeld van
de gedachtewereld van deze ernstige, godvrezende en zeer veelzijdige
intellectueel. Middelberg was internationaal georiënteerd, goed
thuis in Duitsland (zijn vrouw was een Duitse uit Hannover) en in mindere
mate in Engeland. 'Op eenen goeden avond word ik door mijnen Cramer medegenomen
naar Visscher's voorlezing over Shakespeare's Dramen, en sedert was ik een
ijverig bezoeker van dat College. Daar zaten we in een oud, laag lokaal, bij
gaslicht, in de oude Universiteit bij de Peterkirche [...]. Dikwijls dacht
ik zou er wel iemand zijn die Shakespeare zoo begrijpt als wij, zonder Visscher
gehoord te hebben. Wat maakte hij Richard II of Koning John voor ons! Vooral
het eerste is een lievelingswerk voor me gebleven. Zoo ook later de Goethe'sche
drama's maar boven alles Shakespeare.' Uitvoerige en diepgaande beschrijvingen
van de vele personen die hij gekend heeft en van zijn studiejaren in Hannover.
Het tweede deel gaat over de verloving en huwelijk met zijn vrouw.
1.1. Minne, Anna Willempje.
1.2. 1823-1900.
1.3. Echtgenote van G.A. Middelberg (1820-1850), remonstrants predikant
te Boskoop. G.A. Middelberg (1846-1916) ingenieur is hun zoon.
2.1. Den Haag, NA (tweede afdeling): FA Middelberg (2.21.232) 6.
2.2. 24 x 14; 27 p.
2.3. Eindelijk is het oogenblik daar, waarnaar ik zoo vurig verlangde.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. Verlangen om door schrijven tot kalmte te komen.
3.3. 1850-1854.
4.1. 1850-1854.
4.2. Aantekeningen na de dood van haar man en de geboorte van haar dochter
binnen enkele dagen. 'Ik heb behoefte om te schrijven doch aan wie. Niemand
mag mij aanhooren, als hij bewustzijn had van wat hier voorvalt, [...]
het herdenken van wat ik hier schreef heeft mij een kalmte gegeven, die ik
in de laatste dagen niet bezeten heb. Ik zal zien in het vervolg mij
al mijne gedachten te herinneren, die ik nog hebben zal in die moeilijke dagen
die mij nog wachtten.'
6. Zie Middelberg.
1.1. Minnen, Hendrik van.
1.2. 1837 (Vlaardingen, 17 november) - 1922 (Vlaardingen, 26 maart).
1.3. Zoon van Pieter van Minnen, zeeman. Echtgenoot (1860) van Hendrika van
Hoff, kindermeisje.
Eerst zeeman, vanaf 1870 torenkijker.
2.1. Vlaardingen, Gemeentearchief Vlaardingen: HS 949.
2.2. 34 x 20; 181 p.
2.3. Van de wieg tot het graf.
3.1. Autobiografie.
3.2. De auteur voelde de behoefte 'hier neder te schrijven een verhaal van
dingen die voor al wat mij betreft volkomen zekerheid bevatten, en wel
om deze reden dat ze door de schrijver dezes zijn doorgemaakt en doorleefd
en dus in elk opzicht in naauw verband staan met geheel de reis door dit aardsche
leven.'
3.3. 1909; 1912.
4.1. 1837-1912.
4.2. Zeer uitvoerige levensbeschrijving over zijn opvoeding, genoten onderwijs,
latere loopbaan etc. 'In gedachte zie ik nog mijzelven zittende op de
ongeverfde banken voor het A.B. bord'. Ook veel beschouwingen over
het schrijven zelf, religieuze overpeinzingen, teksten van
preken etc.
1.1. Moes, Jacob de.
1.2. 1913-1996.
1.3. Veeboer te Monnikendam.
2.1. Purmerend, Streekarchief Waterland: bibliotheek 1-3-33.
2.2. 29 x 21; 55 p.
2.3. Herinneringen uit mijn Leven.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. 1985-1996.
4.1. (1860) 1913-1984.
4.2. Transcriptie van een bij de familie berustend manuscript. Begint met
een korte beschrijving van de geschiedenis van zijn familie. Herinneringen
aan zijn schooltijd, zijn wens om boer te worden en zijn militaire dienst
in de jaren dertig. Vol aardige anekdotes en typeringen van de veeteelt in
de twintiger en dertiger jaren van de twintigste eeuw.
1.1. Molenbroek, Tieneke Paulina van.
1.2. 1901 (Vlissingen, 7 september) - ?
1.3. Dochter van Jacobus van Molenbroek, die werkzaam was op de scheepsfabriek
De Schelde, en Jerina Geschiere. Ze werd wees in 1906 en werd daarna ondergebracht
in het Burgerweeshuis in Vlissingen. Vo
or haar huwelijk was zij dienstmeisje
in een ingenieursgezin. Haar echtgenoot was werkzaam op de KMS.
2.1. Vlissingen, Gemeentearchief Vlissingen: bibliotheek 2297.
2.2. 29 x 10,5; 31 p.
2.3. Op het grintpad knarsten de steentjes en kwamen de vlugge pasjes van
oma dichterbij, ook Annelies had het gehoord en kwam met uitgestoken handjes
aangelopen.'
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
4.1. 1906-1916.
4.2. Geromantiseerde jeugdherinneringen (kinderboekstijl), voorgesteld als
een verhaal dat een oma aan haar kleindochter vertelt op een mooie lentemiddag
in de tuin: 'En zo alle verhaaltjes beginnen, zo begon ook dit'. Na deze
intro: 'Het was in de zomer 1906. In een boerderijtje woonde een
klein meisje met haar ouders.' Vel informatie over haar dagelijks leven
thuis en huisinrichting, voor het overlijden van haar ouders, en
daarna in het weeshuis: dagindeling, voorvallen, uitstapjes
naar o.a. Artis en het wassenbeeldenmuseum. Schrijft daarnaast over
de lotgevallen van haar broers en zussen tijdens de Eerste Wereldoorlog.
6. Afschrift.
1.1. Moll, Willem.
1.2. 1812 (Dordrecht, 28 februari) - 1879 (Amsterdam, 16 augustus).
1.3. Echtgenoot van 1) (1837) van Elisabeth van Brakel (?-1848) en 2) Anna
Elisabeth Theodora Voet (1819-1890). Studeerde theologie in Leiden bij Van
der Palm, Te Water en Van Kist. Was predikant in Lage Vuursche (vanaf 1837)
en Arnhem (vanaf 1844). In 1847 werd hij hoogleraar (honoris causa)
godgeleerdheid te Leiden en in 1848 hoogleraar kerkgeschiedenis, exegese en
dogmatiek te Amsterdam. Hij publiceerde o.a. Kerkgeschiedenis van Nederland
vóór de hervorming (1864-1871). Daarnaast had hij een grote
liefde voor de literatuur en de muziek, waar hij eveneens over publiceerde.
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): Moll, XX C 4 e.
2.2. 17 x 10,3; 48 p.
2.3. Fragmenten uit de geschiedenis van een Mensch.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.2. 'Opdat ik echter, al er eens 28 jaren over dit hoofd gegaan zyn [...]
iets meer van de kleinigheden uit de geschiedenis van myn hoofd, hart en leeven
weten moog, opdat ik dan uit de vervlogen uren van leed lering en uit die
van vreugde nieuwe vreugde hebbe, zoo begin ik op nieuw [met het bijhouden
van een dagboek].'
3.3. 1840 (2 april) - 1840 (24 juli).
4.1. 1840 (2 april) - 1840 (24 juli).
4.2. Dagboek bijgehouden tijdens zijn predikantschap in Lage Vuursche. De
auteur lijkt enigszins in een crisis te verkeren (neerslachtigheid en onzekerheid),
vooral inzake zijn beroep (`Ik zelf begin zulk een tegenzin teegen de zoogenaamde
vromen, alias kniezers te krygen, dat ik niet anders gelooven kan, dan dat
die antipathie ook moet medegedeeld worden. Kneutelachtige piëtisten
[...], die zuchtende stenen.'). Verder notities over leeservaringen (veel
Engelse literatuur: Scott, Byron, Gibbon), contacten met leden van zijn gemeente,
het sociale leven (veel bezoeken aan Drakestein) en zijn literaire werkzaamheden
(reactie op recensies in het Letterkundig Magazijn; 'Erlkonig van
Goethe vertaald'; 'begonnen om den legende van Thasifo in 't Klooster Lorch
te berymen. 't is voor de tweede keer.')
6. De collectie Moll bevat ook. brieven (van en aan Moll), gedichten, preken,
wetenschappelijke werk, familiepapieren, alba amicorum, reisverslagen en ambtelijke
stukken. Zie Voet.
1.1. Moll, Willem.
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): Moll, XX C 4 d.
2.2. 18,5 x 21; 37 p. (p. 5-7; 11-14 ontbreken).
2.3. Reeds is de eerste ure des N. Jaars voorbij.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1848 (1 januari) - 1848 (17 mei).
4.1. 1848 (1 januari) - 1848 (17 mei).
4.2. Emotioneel dagboek over het sterfbed van Molls eerste vrouw, Betty van
Brakel, en de eerste weken na haar overlijden. Voor haar overlijden probeert
Moll het dagelijks leven zo veel mogelijk doorgang te laten vinden (schrijft
over zijn arbeid, leeservaringen en visites). Naar mate het moment van overlijden
nadert is hij steeds neerslachtiger en wanhopiger ('Myn God, hoe lange nog?').
Wanneer Betty op 16 februari sterft kan hij er niet over schrijven. Dat doet
hij pas twee maanden later ('Ik had eene zonderlinge, onbeschryfelyke gewaarwording:
het was alsof Betty voorby my heengaande voelbaar van my wegtoog'). Na een
korte periode waarin hij niet schrijft, houdt hij nog een maand het dagboek
bij waarin hij melding maakt van zijn rouwproces.
6. Moll schreef dit dagboek in een gedrukt boekje Herinneringen van 't jaar
1848 (Haarlem (Kruseman), 1847). Voorin is op het schutblad een droogboeketje
met een zwarte lakzegel en een wit lint bevestigd dat vermoedelijk te maken
heeft met de begrafenis van zijn vrouw. Van p. 27-28 is de bovenste helft
afgesneden. Zie met betrekking tot de dood van Betty van Brakel ook Amsterdam,
UB (handschriftenafdeling): XX C 7 (diversen 26-27).
1.1. Moll, Willem.
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): Moll, XX C 4 b.
2.2. 20 x 16; 23 p.
2.3. Reisje met mijn Annij, door België, Luxemburg, langs de Moezel,
en den Rijn tot Bingen. 1850. 12 julij - 5 augustus.
2.4. NL.
3.1. Huwelijksreisdagboek
3.3. 1850 (12 juli - 5 augustus).
4.1. 1850 (12 juli - 5 augustus).
4.2. Verslag van de huwelijksreis van Moll en zijn tweede vrouw, Anna Voet.
Voornamelijk een 'gewoon' reisverslag met af en toe gegevens over het huwelijksleven.
1.1. Monchy, Engel Pieter de.
1.2. 1793 (Rotterdam, 17 juli) ‑ 1883 (Amsterdam, 7 september).
1.3. Echtgenoot (1817) van Maria Johanna Mees (1796‑1867), dochter
van Adriaan en Catharina Elisabeth van Oordt. Vanaf 1816 lid van de
firma M.M. de Monchy en Zoonen, later firma E.P.de Monchy, branders. Van
1850 tot 1874 president Nederlandsche Handelsmaatschappij, vanaf 1829
plaatsvervangend rechter bij de rechtbank van koophandel, van 1843
tot 1850 lid van de Tweede Kamer.
2.1. Rotterdam, GA Rotterdam: FA De Monchy (73), 102.
2.2. 16 x 10,5; ca. 80 p.
2.3. 21 juny 1840 Besloten om aanteekening te houden van de byzondere blyken
van Gods Vaderlyke zorg over my en myn huis en hetgeen ik gewigtig genoeg
acht ter myner herinnering op te schryven.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1840 (21 juni) ‑ 1841 (27 februari).
4.1. 1840 (21 juni) ‑ 1841 (27 februari).
4.2. Aantekeningen over zowel zakelijke aantekeningen als persoonlijke gebeurtenissen:
zelfmoord van de dochter van een vriend, verkochte rogge, binnengekomen
brieven. Bevat vele beden tot God, met name om zijn varende kinderen te
beschermen, en dankzeggingen wanneer zij weer heelhuids zijn gearriveerd.
6. In hetzelfde inventarisnummer: een briefje van de secretaris van de Kamer
van Koophandel Zuid‑Holland (15 februari 1944): 'Ik heb deze
aantekeningen met veel belangstelling doorgelezen en ben voornamelijk
getroffen door het eigenaardig soort vroomheid van deze menschen, dat
ons thans toch wel geheel vreemd is. De voortdurende verbinding van
de Goddelijke goedheid en voorzienigheid resp. met de stijging en
de daling van de graanprijzen is iets, wat wij geloof ik tegenwoordig
toch niet goed meer kunnen verwerken.'
1.1. Moors, Arnoldus Franciscus.
1.2. 1782 (Deuteren) ‑ 1826 (Lith, 30 augustus).
1.3. Zoon van Joannes Moors en Adriana van Bijnen. Bezocht de Latijnse school
van de Kruisheren te Uden, vervolgens het seminarie Nieuw Herlaar
te St. Michielsgestel. Werd in 1807 tot priester gewijd. Was onder meer
kapelaan te Den Bosch. Raakte in conflict met de wereldlijke autoriteiten,
en zat van 1810 tot begin 1811 gevangen te Parijs. Begaf zich in 1812
in gedwongen ballingschap, verbleef te Mechelen en Dijon. Keerde
begin 1814 terug naar Den Bosch. In 1818 benoemd tot pastoor te Lith.
2.1. Den Bosch, Gemeentearchief: bibliotheek H D 281.
2.2. 16 x 10; 21 p.
2.3. Het jaar 1807.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
4.1. 1807‑1813; (1814 - 1826).
4.2. Aantekeningen per jaar van de loopbaan en wederwaardigheden van de
auteur, arrestatie en gevangenschap, enkele aantekeningen in andere
hand over de periode 1814‑1826.
1.1. Mulder, John
1.3. Marinier. Later naar Michigan gegaan.
2.1. Den Haag, Instituut voor Maritieme Historie: losse stukken, 825.
2.2. Getypte kopie; 30 x 21; 24 p.
2.3. Dagboek uit Atjeh.
2.4. NL.
3.1. Dagboek.
3.3. 1874-1880.
4.1. 1874-1880.
4.2. Verhaalt over de reis naar en het verblijf te Atjeh. Veel verslagen
over gevechten aldaar, de sfeer onder de marinesoldaten met tal van details.
'Evenwel kwam ik ook al spoedig tot den overtuiging dat een soldaat te
velde grootendeels voor zich zelven moet zorgen.' Er is voortdurend sprake
van ziekten, koorts, oprukkende eenheden tegen vijandige kampongs, overvallen,
gesneuvelden en gewonden.
1.1. Muller, Femina Geertruida Henriette.
1.2. 1826-1909.
1.3. Dochter van Samuel Muller, predikant en hoogleraar aan het Remonstrants
Seminarium. Woonde bij en verzorgde haar vader en moeder, trok daarna in bij
haar zuster Margo. Van 1872 tot 1903 was ze voorzitter van de Vereeniging
tot Verbetering der Klein-Kinderen Bewaarplaatsen en beijverde ze zich voor
oprichting van kinderdagverblijven in Amsterdam.
2.1. Amsterdam, IIAV: collectie egodocumenten, 113.
2.2. Fotokopie van gestencilde uitgave; 84 p.
2.3. In mijn 81ste levensjaar, nu ik veel alleen ben en geen bepaalde bezigheid
meer heb, is het niet vreemd dat ik wel eens een leegte, een gemis voel, dat
niet altijd door lectuur of vriendelijke bezoeken wordt vergoed.
3.1. Herinneringen.
3.2. Geschreven op verzoek van haar neven en nichten.
3.3. 1907.
4.1. Ca. 1805-1875.
4.2. Herinneringen aan haar kinderjaren, ouders, broeders en zusters.
1.1. Muller, Gerard Gustaaf.
1.2. 1861 (Amsterdam, 20 januari) - 1929 (Amsterdam, 26 maart).
1.3. Tekenaar en schilder. Volgde zijn opleiding aan de Academie voor Beeldende
Kunsten in Amsterdam onder Allebé en Altmann en in Antwerpen. Werkte
o.a. in Amsterdam, Antwerpen, Brussel, Rome en Parijs. Bestuurslid van
Arti et Amicitiae.
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): collectie G.G. Muller XVIII
A 29.
2.2. 27,5 x 21; 31 p.
2.3. Indrukken van Spanje uit den aanvang der 20ste eeuw Barcelona en Mallorca.
Bonte herinneringen door Gerard Muller.
2.4. NL.
3.1. Herinneringen.
3.2. Wellicht voor uitgave bestemd.
4.1. 1900; 1914; 1920.
4.2. Herinneringen aan drie reizen die de schilder Muller naar Spanje maakte.
Veel beschrijvingen van de door hem geziene kunstwerken, historische achtergronden.
Tevens een beschrijving van een verblijf in Algerije.
6. Er zijn twee exemplaren. Kladaantekeningen voor deze herinneringen in
deze collectie: XVIII A 29.
1.1. Muller, Gerard Gustaaf.
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): XVIII A 1.
2.2. 23 x 21; 14 p. en 6 p. 'werkaantekeningen'.
2.3. 1861 20 januari geboren vader moeder O.Z. Achterburgwal 176. Dit huis
behoorde aan den heer Blanche en in de groote binnenkamer hingen twee schilderijen
van flinke afmetingen welke aan de heer V. behoorden: Verschuur 'honden'en
Hilverdink: ondergaande zon aan het strand.
2.4. NL.
3.1. Autobiografie.
3.3. Ca. 1914.
4.1. 1861 - ca. 1914.
4.2. Onpersoonlijk geschreven autobiografie met veel opsommingen van feiten,
mensen etc. ('leraren die ik mij herinner'; 'leerlingen die ik mij herinner',
'vrienden van mijn ouders' etc.). Muller werd opgeleid om in de sigarenhandel
te treden, maar tijdens zijn eerste aanstelling als volontair koos hij voor
het beroep van schilder: 'Ten slotte werd dit leven my echter te machtig & heeft
myn vader, na herhaald raadplegen van Aug. Allebé aan myn wensch om
schilder te worden, toegegeven'. In 1880 werd hij aangenomen bij de Academie
voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. De autobiografie loopt tot ca. 1881,
maar op de losse velletjes met 'werkaantekeningen' staan de belangrijkste
gebeurtenissen in het leven van Muller tot ca. 1914 heel kort vermeld (1896
Berlyn - ruzie met Mesdag).
1.1. Muller, Gerard Gustaaf.
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): Reveil XX : K 9.
2.2. 27,5 x 21,5 ; 67 p.
2.3. Indrukken van Rome uit het begin der 20ste eeuw. Personen, toestanden,
Zaken. Bonte herinneringen door een schilder.
2.4. NL.
3.1. Herinneringen.
3.2. Wellicht voor uitgave bestemd.
3.3. Ondertekening op p. 67: augustus 1925
4.1. 1906-1908.
4.2. Opgedragen aan dr. M.B. Mendes da Costa. Herinneringen aan het verblijf
in Rome in de winterseizoenen 1906-1908. Vooral veel bijzonderheden over
de kunstenaars die hij daar ontmoette, o.a. in Café Greco (Sortini,
Mancini, Calandra, d'Annunzio ('men was geneigd hem in zeker opzicht
met Couperus te vergelijken; beiden hebben waarschijnlijk een of ander
soortgelijk model tot voorbeeld gekozen') en de première van diens La
Nave), kunstwerken en enkele adellijke personen.
1.1. Muller, J.G.
1.2. 1862 (3 april) ‑?
1.3. Dochter van een schipper. Volgde onderwijs en werkte als winkelmeisje.
2.1. Rotterdam, GA Rotterdam (handschriftenafdeling IV): 1992-11.
2.2. 20 x 16,5; 48 p.
2.3. Netboek.
2.4. NL.
3.1. Aantekeningen.
4.1. 1876‑1877.
4.2. Afschriften van brieven aan haar ouders en pleegouders, korte herinneringen
aan vakantie‑uitstapjes gedurende voorgaande jaren, vroege
jeugdherinneringen, schrijfoefeningen, enkele dagboekaantekeningen (gemaakt
tijdens haar verblijf in Rotterdam bij pleegouders vanwege schoolbezoek)
en een beschrijving van een Sint‑Nicolaasfeest op school.
1.1. Muller, Samuel.
1.2. 1785, (Krefeld (Duitsland), 18 januari) - Amsterdam, 25 februari 1875.
1.3. Zoon van Christian Muller (1752-1794), kleermaker, en Elizabeth Schmidt.
Echtgenoot (1812) van Femina Geertruida Mabé. Studeerde aan het doopsgezind
seminarium te Amsterdam. Predikant te Zutphen, Zaandam en Amsterdam. Werd
in 1826 hoogleraar aan genoemd seminarium. Vader van boekhandelaar en antiquaar
Frederik Muller.
2.1. Amsterdam, UB (handschriftenafdeling): XIII B 23.
2.2. Typoscript uit 1930 door G. Kalff ; 28 x 22; 193 p.
2.3. Samuel Muller (1785-1875). Herinneringen uit mijn leven, opgeteekend
1862 - 66.
3.1. Autobiografie.
4.1. Ca. 1790 - zomer 1866.
4.2. Aantekeningen over het leven van de auteur, jeugd, opleiding, loopbaan
als predikant, gezinsleven, doopsgezinden en politieke omstandigheden, reisherinneringen
(o.a. een bezoek aan zijn geboortestad op zesenzeventigjarige leeftijd). Bijzonderheden
over o.a. prof. Siegenbeek, Willem de Clercq, zijn bijdragen aan de Vaderlandsche
Letteroefeningen en zijn zoon Frederik Muller: 'en betoonde Frits [Frederik]
reeds zeer vroeg aanleg en lust voor den, als ik het zoo noemen mag, wetenschappelijke
boekhandel.'
6. Het origineel zou zich bevinden in de Doopsgezinde Bibliotheek Amsterdam,
maar is daar niet aangetroffen.